Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je jonge leven voor je vrienden gegeven

(voor Violette Reine Elizabeth Szabo (1921 - 1945))

Je bent geboren op 26 juni 1921 in Parijs. Je vader was Charles George Bushell, een Engelse soldaat, taxi-chauffeur, autoverkoper en winkelier. Je moeder was Reine Blanche Leroy, een Franse naaister. Je was de tweede van vijf kinderen en de enige dochter. Tot je elfde woonde je met je moeder, tante en broertje Dickie in Picardië. Daarna woonde je op 18 Burnley Road in Stockwell. Je hield van turnen, ver fietsen en schaatsen. Je werd als een tomboy gezien. Je studeerde in Brixton en op je veertiende werkte je bij een corsetière en later bij Woolworths. Je had vaak ruzie met je strenge vader en in het begin van de tweede wereldoorlog werkte je bij de parfumerie van 'Le Bon Marche'.

Begin 1940 hielp je het leger met aardbeien plukken en werk in een wapenfabriek. Op 21 augustus 1940 trouwde je met Étienne Szabo, een Franse officier van Hongaarse afkomst, die twaalf jaar ouder was. Hij vocht in Senegal, Eritrea en Syrië. Jij werkte als telefoniste en je ging bij de Auxiliary Transport Service en de Luchtafweer. Je woonde op 36 Pembridge Villas in Notting Hill en op 8 juni 1942 werd jullie dochter Tania Damaris Desiree geboren, terwijl Étienne tegen de troepen van Rommel vocht. Tania ging naar pleegouders en jij werkte in een vliegtuigfabriek. Étienne sneuvelde door borstwonden, waardoor je bij de Special Operations Executive ging om hem te wreken.

Je werd verzets-agente na een opleiding in paramilitaire training in Winterfold House Aisraig en in Beaulieu. In Ringway Airport leerde je parachute springen. Op 5 april 1944 ging je samen met Philippe Liewer in een Amerikaanse bommenwerper naar Cherbourg. Je noemde je Corinne Reine Leroy en je was secretaresse in Le Havre. Je codenaam was 'Louise' en je moest uitzoeken hoeveel verzetsmensen in Rouen en langs de kust waren gearresteerd. De verzetsgroep van 120 mensen was niet meer te herstellen. Verder had je Duitse wapenfabrieken gelokaliseerd, zodat ze gebombardeerd werden. Op 30 april 1944 keerde je terug naar Engeland, na beschoten te zijn door luchtafweergeschut. Je werd gepromoveerd tot onderofficier bij de First Aid Nursing Yeomanry.

Op 8 juni 1944 werd je samen met Philippe Liewer, Jean-Claude Guiet en Robert Maloubier naar Limoges gevlogen. Je deed jezelf voor als Madame Villeret, weduwe van een antiquair uit Nantes. Je hielp het Franse verzet en je saboteerde Duitse communicatielijnen tijdens de landing in Normandië. Je reed met Jacques Dufour en Jean Bariaud in een Citroen tegen een Duitse wegversperring aan. Jean ontsnapte, terwijl Jacques en jij schoten met Sten-guns. Ook Jacques wist te ontsnappen, maar jij verstuikte je enkel en je zat zonder munitie. Nabij Salon-la-Tour ben je gearresteerd door soldaten van de door het verzet gevangen Sturmbannführer Helmut Kämpfe, die gedood is. Je werd naar de SD in Limoges gebracht, naar de Fresnes Gevangenis in Parijs en naar het Gestapo-hoofdkwartier aan 84 Avenue Foch, waar je werd gemarteld voor verzetsinformatie.

Je werd samen met andere, belangrijke gevangenen naar Duitsland gebracht. Je zat vastgeketend aan de geheim-agente Denise Bloch. Na 18 gruwelijke dagen bereikte je concentratiekamp Ravensbrück, waar zware dwangarbeid en ondervoeding je kwelde. Je droeg een zomerjurk, terwijl het vroor in de barakken zonder dekens. Je redde daar het leven van Hortense Clews. Je werd in een isoleercel verkracht om je kapot te maken. Op 5 februari 1945 ben je door SS-Rottenführer Schult in je achterhoofd geschoten, in opdracht van kampcommandant Fritz Suhlen. Je werd drie-en-twintig jaar. Je collega's Denise Bloch, Lilian Rolfe en Cecily Lefort werden vergast en net als jij verbrand.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 maart 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.3 met 6 stemmen 473



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)