Als meest hoogbegaafde was je ook het meest eenzaam

(voor David John Munrow (1942 - 1976))

Je bent geboren op 12 augustus 1942 in Birmingham. Je vader Albert Davis Munrow was gymnastiek-leraar aan de Birmingham University. Je moeder Hilda Norman was daar danslerares. Je vader schreef een boek over gymnastiek. Tot 1960 zat je op de King Edward's School, net als eerder JRR Tolkien. Je speelde fagot, blokfluit en piano. Je zong als koorknaap in de kathedraal van Birmingham. Je zat ook in het Universitair Orkest.

In augustus 1960 ging je naar Lima, waar je als leraar de studenten van het Markham College voorbereidde op hun examen. Je verzamelde Zuid-Amerikaanse folk-instrumenten, zoals Boliviaanse fluiten. Je werd sterk beïnvloed door de inheemse muziek.

In 1961 studeerde je Engels aan het Pembroke College in Cambridge. Je organiseerde concerten en je werd gestimuleerd door de muziekgeleerde Thurston Dart. Een medestudent had een kromhoorn aan de muur hangen, wat je zeer fascineerde. Verder las je een boek van Anthony Baines over houten blaasinstrumenten en hun geschiedenis. Je leerde met veel oude instrumenten te spelen en je was fagottist bij de Royal Shakespeare Theatre Wind Band. Je bespeelde diverse instrumenten uit de tijd van Shakespeare. Je bespeelde ruim 43 instrumenten.

Je was gespecialiseerd in het bespelen van fluiten, beheerst en discreet. Je bespeelde o.a. de kromhoorn, schalmei en rauschpfeife.
Je trouwde met Gillian Reid en samen met haar gaf je workshops over oude muziek.
In 1967 werd je parttime leraar muziekgeschiedenis aan de Universiteit van Leicester. Samen met de klavecinist/dirigent Christopher Hogwood richtte je de Early Music Consort op. Jullie werkten samen met de luitisten Nigel North en Robert Spencer, de zanger James Bowman, de strijkers-specialist Oliver Brookes en de luitist/strijkers-speler James Tyler.

Vanaf 1968 gaf je wereldwijd optredens en je reconstrueerde de Cornett en de Rackett. Je hield van reizen, zeilen, jazz en taalwetenschap. In 1971 maakte je de filmmuziek voor 'The Devils' van Ken Russell, met Vanessa Redgrave en Oliver Reed. In 1974 maakte je de filmmuziek voor de science fiction film 'Zardoz' van John Boorman, met Sean Connery en Charlotte Rampling. Als koorzanger maakte je prachtige opnames van koormuziek van Purcell en Monteverdi. Je maakte vele opnames met folk-musici en van middeleeuwse en renaissance muziek. Je maakte de soundtrack voor de film 'La Course en Tete', over Eddie Merckx. En je maakte de filmmuziek voor de tv-series 'The Six Wives of Henry V111' en 'Elisabeth R'. Je produceerde ruim vijftig muziekalbums, o.a. 'De kunst van de hoofse liefde', met 51 middeleeuwse en vroegrenaissance liederen, 'Praetorius - Dansen en Motetten', met werk van de Duitse componist Michael Praetorius, en 'De Kunst van Nederland', met chansons, mismuziek en motetten. Dit laatste album uit 1976 heeft de oude muziek populair gemaakt.

Je werkte ook samen met Michael Morrow's Musica Reservata, de zanger Alfred Deller en The King's Singers. Op de BBC Radio 3 presenteerde je 'Pied Piper', een muziekprogramma over muziek van Monteverdi tot de Electric Light Orchestra. Je had contact met de folkzangeressen Shirley Collins en Dolly. Je verscheen in de tv-series 'Ancestral Voices' en 'Early Music Instruments'. Je schreef een boek over de instrumenten van de Middeleeuwen en de Renaissance.

Op 15 mei 1976 pleegde je zelfdoding in Chesham Bois door jezelf op te hangen. Je was zwaar depressief, ook over het recente overlijden van je vader en je stiefmoeder. Een jaar eerder had je al een poging tot zelfdoding gedaan met een overdosis drugs. Je werd drieëndertig jaar.