Maar wel bevriend met Oscar Wilde...

(voor Marcel Schwob (1867 - 1905))

Jij bent geboren als Mayer André Marcel Schwob op 23 augustus 1867 in Chaville. Jouw Joodse ouders waren George Schwob en Mathilde Cahun. Jouw vader was bevriend met Théodore de Banville en Théophile Gautier. Jouw moeder kwam uit een intellectuele familie in de Elzas. Jouw vader was tien jaar de directeur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Egypte. Daarna woonden jullie in Tours, waar jouw vader de directeur van de krant 'Le Républicain d'Indre-et-Loire' was. In 1876 gingen jullie naar Nantes, waar jouw vader de krant 'Le Phare de la Loire' van Evariste Mangin had gekocht. Deze krant was op 6, rue Scribe in Nantes gevestigd. Jouw vader was er tot 1892 de uitgever van, want in 1892 nam jouw broer, de journalist Maurice Schwob (1859 - 1928) zijn taak over. Jouw vader was ook gemeenteraadslid van Nantes.

Jij was de oom van Claude Cahun, die als Lucy Renee Mathilde Schwob geboren is. Lucy was een surrealistische fotografe/beeldhouwster/schrijfster en haar lesbische geliefde was Suzanne Alberte Malherbe, die zichzelf Marcel Moore noemde. Lucy overleed op 8 december 1954 en zij werd 60 jaar. Suzanne pleegde op 19 februari 1972 zelfdoding. Zij werd 79 jaar en zij is in de begraafplaats bij de 10-de eeuwse St Brelade's Church op Jersey begraven, naast Lucy.

Op jouw 11-de las jij Edgar Allan Poe, die jou blijvend beïnvloedde. In 1878-1879 studeerde jij aan het Lycée van Nantes en in 1881 ging jij naar Parijs, waar jij bij jouw oom David Léon en zijn vrouw woonde. Oom David was een reiziger, schrijver en oriëntalist. Hij was o.a. in Syrië geweest. Verder was hij hoofdbibliothecaris van de Mazarine-bibliotheek. Jij studeerde verder aan het Lycée Louis-le-Grand, waar Paul Claudel en Léon Daudet jouw vrienden werden. Jij leerde meerdere talen en in 1884 werd jij bevriend met Robert Louis Stevenson, die op 3 december 1894 in Vailima overleed en 44 jaar werd. In 1883-1884 studeerde jij filologie en Sanskriet aan de École pratique des hautes études bij de taalkundige Ferdinand de Saussure. Jij vervulde jouw militaire dienstplicht bij de artillerie in Vannes. In 1888 behaalde jij een Bachelor of Arts. Jij werd journalist en jij werkte voor 'Le Phare de la Loire', 'Événement' en 'L'Écho de Paris'. Jij had een grote passie voor de straattaal, die jij als een kunstmatige taal in code beschouwde.

Jouw korte verhalen verschenen in zes boeken: 'Coeur double' uit 1891, opgedragen aan Stevenson, 'Le roi au masque d'or' uit 1892, 'Mimes' uit 1893, 'Le livre de Monelle' uit 1894, 'La croisade des enfants' uit 1896 en 'Vies imaginaires' uit 1896. In 1897 verscheen jouw laatste, korte verhaal 'L'étoile de bois'. Twee herdrukbundels volgden: in 1899 'La Porte des rêves', met illustraties van Georges Joseph van Sluijters (de Feure), de zoon van een Nederlandse architect en een Belgische moeder. En in 1903 verscheen 'La lampe de Psyche'.

In 1891 ontmoette jij de arbeidersvrouw Louise, die ook als prostituee werkte. Zij had bruin haar en zij was dun en verwilderd. Zij rookte continu, ook sigaren en jouw pijp. Jij hield jouw liefdesrelatie met Louise geheim en jij correspondeerde met haar. Zij overleed in 1893 door tuberculose en zij werd 25 jaar. Jij was er helemaal kapot van en jij hebt 'Le livre de Monelle' aan haar opgedragen. Het hoofdpersonage is gebaseerd op Louise en het is jouw meest persoonlijke schrijfwerk. Door dit boek werd jij het meest bekend. In 1894 ontmoette jij de actrice Marguerite Moreno, geboren als Lucie Marie Marguerite Monceau op 15 september 1871 in Parijs. Stéphane Mallarmé noemde haar 'de heilige muze van het symbolisme' en zij was de minnares van de dichter Catulle Mendès, die 30 jaar ouder was. Catulle was getrouwd met de schrijfster Judith Gautier en hij woonde samen met de componiste Augusta Holmès, met wie hij vijf kinderen kreeg. Daarna trouwde hij met de dichteres Jeanne Nette, met wie hij een zoon kreeg. In januari 1891 was jij officieel samen met Marguerite en op 12 september 1900 zijn jullie in Londen getrouwd. De schrijver Charles Whibley was getuige en getrouwd met Ethel Philip, de schoonzus van James McNeill Whistler. Ethel was de secretaresse en een model van Whistler.

In 1894 heeft Oscar Wilde zijn korte verhaal 'The Sphinx Without a Secret' aan jou opgedragen, 'in friendship and admiration'. Jij had Oscar geholpen met zijn Franstalige versie van 'Salome', wat jij hebt nagelezen en gecorrigeerd. Omdat het toneelstuk bijbelse personages afbeeldde, was het in Engeland tot 1931 verboden. De première was op 11 februari 1896 in het Théâtre de la Comedie-Parisienne in Parijs. Het werd gespeeld door het toneelgezelschap Théâtre de l'Oeuvre, opgericht door Aurélien-Marie Lugné, die Hérode speelde. Salome werd door Lina Munte gespeeld en zij kreeg lovende reacties, o.a. over haar intense schoonheid en sensuele stem. In die tijd zat Oscar in een benauwde gevangeniscel te Reading.

Marguerite en jij leefden veel apart, zij vanwege haar carrière en jij vanwege jouw vele reizen. In 1896 kreeg jij een chronische, ongeneeslijke darmaandoening en jij had herhaaldelijk een griep of longontsteking. Jij kreeg diverse keren een darmoperatie. Na twee operaties door dokter Joaquin Albarrán adviseerde Robert de Montesquiou jou om naar de uitstekende chirurg Samuel-Jean Pozzi te gaan. De behandelingen van Pozzi sloegen aan en de constante pijn verdween. Uit dankbaarheid heb jij 'La Porte des rêves' aan Pozzi opgedragen. In 1900, na nog twee operaties, vertelde Pozzi jou, dat hij niets meer voor jou kon doen. Jij ging alleen nog kefir drinken. Op 26 februari 1905 overleed jij in Parijs door een longontsteking, terwijl Marguerite op tournee was en een optreden in Aux-en-Provence had. Jouw broer Maurice, jouw biograaf Pierre Champion en jouw Chinese dienaar Ting waren bij jou. Jij werd 37 jaar.

Marcel Schwob Marguerite Monceau

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 45