Jouw dochter Henriette in 'DNA Onbekend' met Dionne Stax

(voor Louise Révoil de Servannes (1810 - 1876))

Jij bent geboren op 15 september 1810 in het Hötel d'Antoine op 18, rue de l'Opéra in Aix-en-Provence. Jouw ouders waren de bontwerker Antoine Révoil en Marguerite Poncet. Jouw broer was de kunstschilder Pierre Henri Révoil, geboren op 12 juni 1776 in Lyon. In 1816 trouwde Pierre met de 18-jarige dochter van een neef, met wie hij op 19 juni 1822 in Aix-en-Provence de zoon Henri Antoine kreeg, een erchitect, die o.a. de gevel van de Église de la Madeleine op 5, rue Portalis (aan het Place des Prêcheurs) in Aix-en-Provence ontwierp. Paul Cézanne is in die kerk gedoopt. Henri Antoine trouwde met Louise Henriette Anaïs Baragnon en hun zoon was Amédéo Marie Joseph Paul (1856 - 1914), een diplomaat/administrateur en bevriend met de latere president Alexandre Millerand.

Op 5 december 1834 trouwde jij in Mouriès met de musicus/componist Hippolyte-Raymond Colet, geboren op 5 december 1808 in Uzès. Hij was ook docent compositie aan het Conservatorium van Parijs. In Uzès staat de 17-de eeuwse Kathedraal van Saint-Théodorit d'Uzès, met de Fenestrelle Toren, een klokkentoren, die op de Toren van Pisa lijkt. De grootste klok uit 1810 weegt 789 kilo. De letterkundige prinses Dhuoda is rond 800 in Uzès geboren en dan heb je nog de 13-de eeuwse troubadour Pons Fabre d'Uzès. In 1936 publiceerde jij in Parijs jouw gedichtenbundel 'Fleurs du midi' en won jij de prijs van de Académie française, 2000 frank. Uiteindelijk won jij vier Académie-prijzen. In 1839 verschenen 'Penserosa', 'Le musée de Versailles' en 'La Jeunesse de Goethe' en in 1840 'Les Funérailles de Napoleon'. In 1840 werd jouw dochter Henriette geboren, die niet door jouw man en niet door jouw 18 jaar oudere minnaar Victor Cousin werd erkend. Victor was o.a. hoogleraar filosofie en minister van openbare instructie onder premier Adolphe Thiers. In 1840 schreef de journalist Alphonse Karr, dat Victor Cousin de vader van Henriette is. Jij stak een keukenmes in Alphonse's rug. Gelukkig niets ernstigs. In 1841 verscheen 'La Jeunesse de Mirabeau'. In 1842 heeft Adèle Grasset een scherp schilderij van Henriette en jou gemaakt. Jij had opvallend mooie krullen.

Op 19 maart 1842 overleed jouw broer Pierre Henri in de Rue de Seine in Parijs, waar Baudelaire op nr. 57 en nr. 27 woonde. Van 1842 tot 1859 hield jij een literaire salon op 2, rue Bréda, waar veel politici, schilders en schrijvers kwamen, o.a. Victor Hugo, Alfred de Musset, Alfred de Vigny, Leconte de Lisle en Charles Baudelaire. In 1843 verschenen 'Les Coeurs brisés' en 'Le Monument de Molière'. In 1846 ontmoette jij Gustave Flaubert in het atelier van Jean-Jacques Pradier. Jij werd de minnares van de 11 jaar jongere Gustave. Jij was ook de minnares van de dichter/schrijver Alfred de Vigny, die in 1825 met Lydia Bunbury trouwde en die van 1831 tot 1838 een heftige liefdesrelatie met de actrice Marie Dorval had. Jij was ook de minnares van de absint-verslaafde Alfred de Musset en van de 20 jaar oudere schrijver/politicus/hoogleraar aan de Sorbonne Abel-François Villemain. Lautréamont vond Villemain 34 keer intelligenter dan de schrijvers Marie-Jozef Eugène Sue en Frédéric Soelié. Gustave ontmoette in jouw salon de actrice Edma Rogerr des Genettes, met wie hij correspondeerde. In 1847 verscheen 'Deux femmes célèbres'. Op 21 april 1851 overleed jouw man Hippolyte-Raymond in Parijs. Hij werd 42 jaar en hij is in de Cimetière de Montmartre begraven.

In 1852 verscheen 'La colonie de Mettray' en in 1854 'L'Acropole d'Athènes'. In 1854 werd jouw relatie met Gustave Flaubert verbroken. Omdat jij kwaad was vanwege de breuk met Gustave schreef jij de moderne roman 'Lui', een poging om Gustave aan te vallen. 'Lui' verscheen postuum in 1880 bij Calmann Lévy. In Gustave's brieven aan jou is de voortgang van 'Madame Bovary' te volgen. Hij reageerde ook op jouw gedichten, die jij hem stuurde. Na de breuk maakte die flauwe Flaubert jouw schrijfwerk zwart en hierin werd hij door Victor Hugo aangemoedigd. Báh, wat een gemene, wraakzuchtige. laaghartige, egoïstische, vrouwonvriendelijke kerels! In 1857 verscheen 'Un drame dans la rue de Rivoli', in 1859 'Promenade en Hollande' bij Hachette, in 1861 'Napels sous Garibaldi: souvenirs de la guerre de l'indépendance', in 1863 'L'Italie des italiens', in 1865 'Enfances célèbres' en in 1866 'Les derniers Marquis: Deux mois aux Pyrénées'. Jij overleed op 8 maart 1876 in jouw huis aan de Rue des Écoles in Parijs, waar op nr. 5 de uitgever Alfred Vallette met zijn vrouw, de romanschrijfster Marguerite Eymery (Rachilde) woonde. Rachilde schreef ruim 65 romans. In hun huis heeft Paul Verlaine ook zijn schreden liggen. In Rachilde's salon op 26, rue de Condé ontving zij naast Verlaine o.a. Oscar Wilde, André Gide, Guillaume Apollinaire, Alfred Jarry, Stéphane Mallarmé en Natalie Clifford Barney. Jij werd 65 jaar en jij bent in de Municipal Cemetery in Verneuil-sur-Seine, Île-de-France, begraven.

In het Musée Calvet in Avignon zijn o.a. 2 bronzen medaillons van jou te zien, gemaakt door de beeldhouwers Hippolyte Ferrat, gespecialiceerd in bustes, en Franz Woltreck, die vanaf mei 1847 vanwege een beroerte verlamd en geestesziek was. Franz was ook een maker van sieraden en beeldhouwmedaillons. Hij overleed op 5 december 1847 en hij werd 47 jaar. Hij maakte o.a. portretten van Johann Peter Eckermann en Ottilie Wilhelmine Ernestine Henriette von Goethe, de schoondochter van de grote schrijver. Ferrat was en leerling van Jean-Jacques Pradier, die met Louice d'Arcet getrouwd was, met wie hij 3 kinderen kreeg; Charlotte, Jean en Thérèse. Louise had talrijke minnaars en zij was één van de inspiratiebronnen voor Flaubert's Madame Bovary. In Pradier's atelier had jij immers Flaubert ontmoet.

Louise Révoil de Servannes Colet

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

5.0 met 1 stemmen 67