Een paashaas van chocolade voor een man van zesenzestig jaar

In de bakkerswinkel staan, zoals ieder jaar, de chocolade paashazen van groter en kleiner formaat opgesteld. Ik koos uit deze bescheiden collectie een kleiner exemplaar met opstaande flaporen, diep verzonken oogjes en een klein tongetje dat wel wat weg heeft van het tongetje van een komisch aandoende stripfiguur uit een jeugdboek.

Het artefact is bestemd voor een volwassen man van zesenzestig jaar die huist in een volwassen lichaam, maar die een kind van drie jaar is gebleven; de paashaas is bestemd voor mijn arme broer.

Hij zal de oren van de haas afbreken alsof hij een onschuldig en kwetsbaar maar ondanks alles levenloos dier verminkt en beschadigt en hij zal de heerlijke chocolade laten smelten in zijn mond.

Het Paasfeest zal ook dit jaar weer passeren zonder dat de zwakzinnige jongen zelfs maar het meest geringe besef of benul heeft welke betekenis het door traditie, geloof en cultuur bepaalde feest al eeuwenlang bezit. Zoals altijd zullen de dagen van de jongen getekend en bepaald blijven door zijn verduisterde brein en zal zijn tijd verglijden in onwetendheid, figuurlijk gesproken als een trage, lusteloze rivier zonder stroomversnellingen of golfslag die ten eeuwigen dage voortkabbelt en haar weg naar de zee zoekt.

feest snoep onwetendheid

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.5 met 2 stemmen 108