Rond 1293 in het Kasteel van Zwevegem

'Denk je soms dat wij niet gemist worden?', vraagt Alida van Steenhuse aan de roofridder Lammert van Halewijn.
'Dat is van latere zorg, schone jonkvrouw met de spitse tieten!', antwoordt Lammert met een woeste blik.
'Ben je soms niet bij machte om vrouwen op een humane manier te versieren?'
'Dat gaat jou niets aan, brutale teef!'
'Toe maar! En ook nog grof in de mond!'
'Neem mij niet kwalijk, edele jonkvrouwe, maar dat zijn uw zaken niet!'
'Dat klinkt tenminste iets beter!'
'Ik ga jou straks aan de andere vrouwen voorstellen en dan wordt er geen commentaar van jou verwacht!'
'Stop dan maar een lap stof in mijn mond!'
'Nee, want dat geeft niet zo'n vriendelijke indruk en allen zijn mij tot nu toe ontzettend dankbaar!'
'En waarvoor dat dan als ik vragen mag?'
'Omdat ik hen uit de brute handen van hun echtgenoten heb bevrijd!'
'Werden ze mishandeld dan?'
'Ze werden stuk voor stuk als oud vuil behandeld!'
'En jij hebt hen opgelapt en de nodige tederheid geboden?'
'Precies, mijn dierbare Alida, en dat ga ik ook met jou doen, want die smerige echtgenoot van jou heeft jou zwaar verwaarloosd!'
'O, denk jij dat?'
'Nee, domme gans, dat weet ik uit vertrouwde bron!'
'Zeker van je kreupele en griezelige knecht Titus Blondeel!'
'Mijn trouwe dienstknecht Titus ziet meer dan alle ogen van Zwevegem en de verre omgeving!'
'Ik heb anders vernomen, dat hij graag eenzame vrouwen achtervolgd en in de hooibergen betast!'
'Wat hij in zijn vrije tijd doet, moet hij zelf weten!'
'Het blijft vaak niet bij dat betasten hé!'
'Ik ben dik tevreden over hem en hij zal zo meteen de andere vrouwen hier brengen!'
'Als hij dan maar geen persoonlijke oponthouden inlast!'
'Titus zal nooit een vinger naar de vrouwen van zijn heer uitsteken!'
'Daar lijk je nogal van overtuigd te zijn!'
'Stil nu, want ik hoor hen naderen!'
'Hou zelf je mond, idioot!'

'Mijn lieve vrouwen, onze beste Titus heeft jullie hier samen gebracht om jullie kennis te laten maken met een nieuwe bewoonster in ons veilige en genotzalige kasteel! Dit hier is Alida van Steenhuse en zij werd door haar slechte man graaf Diederik van Steenhuse geslagen en vernederd, maar nu is zij bij ons en kan haar niets meer gebeuren! Graaf Diederik had de slechte gewoonte om met talloze vrouwen in de wijde omstreken de liefde te bedrijven, terwijl hij gravin Alida nog geen voetstap buiten de deur gunde. Ik heb haar in het uiterste geheim geschaakt en graaf Diederik een lesje geleerd, dat wil zeggen, ik heb zijn armen eraf gehakt, zodat hij nooit, maar dan ook nooit een vrouw meer kan slaan!', zegt Lammert met zijn norse, donkere stem.
'Wat heb jij gedaan? Jij, vuile ploert!', reageert Alida.
'Stil jij, Titus, hou haar in bedwang!'
'Dat zet ik jou betaald, achterlijke mafkees!', schreeuwt Alida.
Titus houdt direct zijn mollige hand voor haar mond en hij dreigt haar met zijn dolk in haar hals te zullen steken.
'Welnu, lieve dames, stel jullie maar eens voor aan jullie nieuwe vriendin!', zegt Lammert.
'Nou, ik ben Sabien Vandeputte en mijn man was akelig jaloers, waardoor hij een bijtend zuur in mijn gezicht heeft gegooid!'
'Ik ben Sien Soete en ik ben ridder Lammert ontzettend dankbaar, want mijn man behandelde mij als een hond en ik moest altijd alles doen wat hij van mij wilde, zelfs met andere mannen naar bed gaan, terwijl hij mij daarna ongenadig afranselde!'
'Ik heet Emilie Van Lerberghe en mijn man controleerde al mijn doen en laten en hij legde mij 's nachts aan een ketting vast, omdat hij bang was, dat ik er met anderen vandoor zou gaan, terwijl hij sliep!'
'Hallo Alida, ik ben Irma Servaes en ik kan je vertellen, dat jij net als ons een gezegend mens bent, want onze meester Lammert is de allerliefste man van de hele aarde en hij zal ons beschermen tegen alle foute, heerszuchtige, botte, boze, dronken, sadistische, ongevoelige, waanzinnige en akelige mannen!'
'Ik ben Malvina Hebbelinck en ik ben de eerste, die door de geweldige heer Lammert gered is! Mijn man was een seksbeest en hij wilde iedere dag wel twintig keer met mij de liefde bedrijven, waardoor ik extreem versuft en uitgemergeld werd, dat laatste ook omdat hij mij weinig te eten gaf en in een donkere kelder gevangen hield. Gelukkig heeft Titus mijn hachelijke situatie ontdekt!'
'En ik ben Karlijn Vanlierde, voorheen de dienstbode van graaf Lucien Dejaegher, kasteelheer van het Kasteel van Potegem. Zodra gravin Ingeborg Dejaegher maar even van huis was, dook graaf Lucien meteen op mij en rukte hij de kleren van mijn lijf om mij ruig en wreed te verkrachten! Hij dwong mij zelfs om de minnaar van zijn vrouw te vergiftigen! Godzijdank heeft Titus mijn benarde situatie gespot en aan onze meesterlijke redder in nood doorverteld!'
'Nou nou zeg, wat een complimenten allemaal, ik dank jullie wel, mijn lieve tortelduiven, en dan gaan we nu allemaal netjes uit de kleren en feest vieren, Titus, haal je hand maar voor haar mond weg en schenk Alida het eerste glas wijn!', brult Lammert met een uitzinnige glimlach.
'Moet ik me soms ook uitkleden?, vraagt Alida met een verbaasde en zorgwekkende blik.
'Gelijke monniken, gelijke kappen!', zegt Lammert.
'Het is anders niet echt monastiek!', protesteert Alida nog, maar Titus begint al aan haar jurk te rukken.
'En dan doen jullie zoals altijd eerst de blote borstenparade en daarna volgt de blote borstenronde!', roept Lammert.
De blote borstenparade is meer een blote borstendans rondom heer Lammert, die daar helemaal duizelig van wordt, maar vooral erg opgewonden. Daarna gaan alle vrouwen spiegelnaakt naast elkaar staan. Malvina staat helemaal links en Alida staat helemaal rechts. Als fanatieke borstenman schuifelt Lammert langs zijn gewillige vrouwen. Malvina drukt haar borsten extra naar voren en Lammert blijft wel vijf minuten met haar zwaargewichten spelen. Hij stopt haar pinklange tepels in zijn kwijlende mond en met het topje van zijn gespierde tong stimuleert hij de tepels. Hij laat de tepels op een razendsnelle manier alle kanten op bewegen. De topjes van de tepels betast hij heel subtiel, waardoor Malvina hard begint te kreunen. Terwijl Lammert zo bezig is, kijkt hij ondertussen heel begerig naar de borsten van Sabien, die haar sappige vruchten uitdagend kneedt. Terwijl Lammert zich met moeite van de hemelse spenen van Malvina weet los te maken, lebbert hij direct daarna met zijn dikke, slijmerige tong de majestueuze joekels van Sabien af. Omdat Sabien hele kleine doperwtjes heeft, kiest hij voor deze strategie. Zodra zijn natte tong over haar grote tepelhoven gaat, kreunt Sabien van puur genot, ook omdat zij wel weet, dat dit pas het voorspel is. Na iets van een half uur staat Lammert voor Alida, die zowaar haar borsten heel frivool op en neer begint te bewegen. Het ijs is gebroken en Lammert tast toe. Alida's lichtbruine borsten hangen fier aan haar bovenlijf en zij zijn volmaakt afgerond. Zij heeft zelfs wonderschone glooiingen, die aan skischansen doen denken. Lammert kust haar stijve, roze tepels eerst heel voorzichtig op de puntjes om daarna als een bezetene aan te vallen. Zij duwt haar goddelijke kanjers stevig tegen zijn glibberige mond en tong. Beiden kreunen volop en dat gekreun lijkt op een supergeil gesprek. Lammert lijkt wel in haar borsten te willen verdwijnen, zo met zijn verhitte, vuurrode, vochtige gezicht tussen haar zachte waterbedden. Alida is ingewijd en zij hoort er nu helemaal bij.

Terwijl het feest in volle gang is en de naakte vrouwen van heer Lammert naast hem en over hem heen liggen, wordt het Kasteel van Zwevegem door de manschappen van zeven zwaar gedupeerde en enorm gefrustreerde heerschappen belegerd. 'Kijk toch eens wat die schoft met onze vrouwen doet!', roept graaf Diederik van Steenhuse tegen de andere krijgsheren. Graaf Diederik wordt pas echt woedend, wanneer hij ziet hoe 'zijn' Alida vrijwillig en vol overgave wijdbeens op de lans van heer Lammert op en neer gaat. Dit steekt hem in zijn eigen roede, die tot een miezerig garnaaltje verslapt. Niet dat hij veel gebruik van haar sappige, volop druppelende liefdesgrot gebruik maakte, maar nu hij haar zo met die gevaarlijke heer Lammert bezig ziet, barst hij ineens van de jaloezie. Graaf Diederik schreeuwt: 'Ten aanval, vrienden!'. Door de overmacht hebben heer Lammert en Titus geen enkele kans om aan de nederlaag te ontkomen. Titus grijpt nog net op tijd naar zijn zwaard, maar na twee man te hebben uitgeschakeld, wordt hij van alle kanten met scherpe zwaarden doorboord. Ridder Ernest Soete stormt als een dolle stier op heer Lammert af en hij slaat met één slag van zijn zwaard het hoofd van heer Lammert eraf. Terwijl dat bloederige hoofd langs de voeten van de naakte dames rolt, juichen de strijders om hun overwinning. Zij verbazen zich erover dat de naakte vrouwen niet meejuichen. Zij beginnen zelfs met gefronsde voorhoofden te kijken, wanneer zij even later zien hoe de inmiddels aangeklede vrouwen met hun bevrijders meegaan. Alle vrouwen kijken intens somber en zij zien er terneergeslagen uit. 'Vreemd!', denken de krijgers, 'maar dat zal de shock van hun gevangenschap wel zijn!'.