Het Bambihertje
Eens kocht zij het bambihertje voor haar zoontje. Ze was gelukkig, want het kind scheen bij uitzondering te willen spelen met het opblaasbare plastic bruine hertje met de witte stippen, terwijl het al het andere speelgoed dat zij hem zo zielsgraag gaf achteloos, onverschillig en nauwelijks aangeraakt in een hoek smeet....
Nu had zij het kind blij kunnen maken, bij uitzondering. Het kind was wild en ongezeglijk. Ze wist al zo lang dat het een ondefinieerbare ziekte had. Zij alleen wist het.
Het felbegeerde zoontje dat toch nog na de dochters was gekomen, dat zij onder haar hart gedragen had, dat haar dierbaarder was dan haar eigen bloed, dat zoontje was ziek, op een vreemde manier ziel- of hersenziek; beschadigd, geschonden, gebrekkig.
Nu had zij het blij kunnen maken met de Bambi; slechts met de Bambi wilde het spelen en het speelde ermee toen de zuster van de moeder weer eens op bezoek kwam, wier achteloze, onvoorzichtige en onbeschaamde sigaret de mooie droom vernietigde; de dierbare, kostbare en boven alles gekoesterde Bambi liep leeg als een ballon door een plotselinge speldenprik en was veranderd in een nutteloos, waardeloos vod.....
Geplaatst in de categorie: ouders