DE MIJN
Diep onder de grond daagt klamme duisternis uit, wordt doorboord door brede lichtstralen, die begaanbare paadjes tonen en verderop nieuwe werkplekjes.
Zware pikhouwelen geven moed om driftig te hakken in het harde zwart.
Ruwe schoppen schuiven knerpend door verslagen steenkool, werpen de grove brokken en korrels op bonkende wagentjes.
Stoffig vuil omhelst smetteloos de arbeidsgeest, zuiver blinkend als eerlijk goud.
De mijnwerker heeft zijn dagtaak gedaan. Vroege avondlucht overkoepelt hem als een waterverfschilderij. Daarachter wenkt aangenaam donker, herbergt beschermend gevoel en behouden thuiskomst.
Geplaatst in de categorie: werk