Zonder pardon
Levi drinkt een bak koffie en zenuwachtig steekt hij een sigaret op. 'Ik heb niet voor niets die Belgische detective-opleiding gevolgd', mompelt hij, 'en die blaffer was ook niet zo goedkoop, mooi lullen, die gladjanussen!'. Hij knoopt zichzelf een gele das voor en wanneer hij de voordeur opent, vliegt een geschrokken reiger de lucht in. Hij tuurt over het Pikmeer, doet de riem van zijn vervuilde broek een gaatje strakker, wrijft over zijn onverzorgde gelaat. Levi zwaait naar de bestuurder van een trekker met een hooikar. De boer lacht terug. 'Ik heb het maar geboft met dit huisje', denkt hij, 'nu de klanten nog!'. Daar hoort hij de telefoon al, hij snelt naar binnen, struikelt bijna over zijn eigen benen. De hoorn kleeft in zijn hand. 'Met Levi Donkerhoed, privé-detective.' 'Goedendag', zegt een vrouwenstem, 'ik las in de krant dat u privé-detective bent en ik zou graag eens langskomen, het zit namelijk zo, ik, mijn man...' 'Mevrouw, vertelt u me dat later maar, ik zal u graag van dienst zijn, kunt u vandaag nog langskomen?' 'Jazeker, als u zegt waar u woont, dan kom ik direct.' 'Ik woon aan de Platteweg, nummer 61, in Grouw, komt u uit Heerenveen of woont u elders?' 'Ik woon in Heerenveen, maar ik ben een geboren Grouwse, dus ik weet het wel te vinden.' 'Dat is mooi, mevrouw, hoe was uw naam ook alweer?' 'Van Zanten, maar zegt u maar Julie.' 'Goed, Julie, tot straks dan, over een uur of zo?'. 'Nou, ik denk wel eerder, want ik kom met de auto.' 'Julie, tot straks!' 'Ja, tot straks!' Na pakweg twintig minuten wordt er gebeld. Levi doet open. In de deuropening staat een slanke vrouw met een Indonesische uitstraling, bloedmooi, de haren losjes op de schouders en een zwarte koffer in haar linkerhand. 'Hallo, u moet mevrouw Van Zanten zijn, Julie dus, kom verder, dan kunnen we rustig gaan praten.'. 'Dank u, ik ben blij dat ik bij u ben.' Ze geven elkaar een hand en ze lopen door naar de werkkamer. De vrouw maakt bevallige bewegingen. 'Let u maar niet op de rommel', zegt Levi uit pure beleefdheid, 'wilt u misschien koffie of thee?'. 'Nou nee, dank u, ik heb net koffie gehad.' 'U ziet er desondanks moe uit, mevrouw, iets sterks?' 'Julie, zegt u nu Julie, whisky, heeft u whisky?' 'Natuurlijk, Julie, echte Jack Daniëls, ik neem zelf ook.' 'Kan ik al beginnen over mijn opdracht?' 'Natuurlijk, Julie, ik ben een en al oor.' Ze legt de zwarte koffer op het bureau en ze haalt er een stapel foto's uit. Levi ziet hoe ze met haar vuurrode nagels het bovenste knoopje van haar bloesje losmaakt, is dat om de hitte, om de foto's of om hem in te palmen? Dat laatste gebeurt echter, want hij kan zijn ogen niet afhouden van het rode ondergoed van Julie. 'Zij windt er geen doekjes om, dat ze een rasechte nymphomane is, of is die conclusie wat te voorbarig?', denkt Levi. 'Wel, Levi, hier zijn allemaal foto's van mijn man met verschillende maîtresses, genomen in supermarkten, bioscopen, tuinhuisjes, hotelkamers, bordelen en wat niet al, zelfs op de zaak, de Heerenveense Courant-redactie, waar hij directeur van is, hij voert overigens geen fuck uit, of, nou, kijkt u zelf maar.' Levi neust wat in de fotocollectie, zich slecht concentrerend, gezien de erotische uitstraling van Julie, de rode bh-bloemetjes op die lichtbruine bollingen. 'Neem me niet kwalijk, maar wat is de bedoeling hiervan?' 'Is u dat niet duidelijk? deze foto's zijn van mijn man, ik vond ze een week geleden, hij verzamelt vrouwen, dat kan ik nog tolereren, ik ben zelf ook niet zo eenkennig, moet u, sorry, moet u weten, enfin, om het kort te maken, ik verdenk hem van moord, hier, deze vrouw ken ik nog van mijn schooltijd, een alleraardigst mens, er stond in de krant dat ze overleden was aan een overdosis heroïne, maar dat is bull-shit, want ze was streng gelovig en zo zuiver als het maar kan.' 'Rustig even, laat mij die foto eens zien, juist, ja, zou je denken, ja, prima, nou, het klopt dat ze er hier weldoorvoed en gelukkig uitziet, is deze foto niet al te oud?' 'Nee, natuurlijk niet, anders kwam ik niet bij je.' 'Het is een goed aanknopingspunt, dat zeker, we zullen een kopie van de foto maken, want de koffer moet natuurlijk voor vanavond weer terug, verder ga ik proberen te achterhalen of zij werkelijk verslaafd was en of hier sprake is van een misdrijf.' 'Hier is het krante-artikel over haar, je zult er niets wijzer van worden, maar het hoort er nu eenmaal bij.' 'Potver, die griet spreekt als een professionele speurneus', denkt hij. In het artikeltje ziet hij dat het om ene Conny Lievegoed gaat. Julie steekt een sigaret op. 'Mag ik ook een', zegt hij, 'ik ben er doorheen.' 'Het zijn wel Belinda's, hoor.' 'Menthol? o nee, laat dan maar, ik red het nog wel.' Die middag belt hij aan bij een huis aan de Oranjelaan, een oude, pittoreske straat in de binnenstad van Heerenveen. Een dikke jongen met wallen onder zijn ogen doet open. 'Hallo, ik heet willem Roggebrood, ik ben een goede bekende van Conny, Conny Lievegoed, die heeft hier toch gewoond? weet je daar iets van?' 'Conny? nee, die ken ik niet, ik woon hier pas.' 'Aha, de nieuwe kamerbewoner', denkt Levi. 'Is er iemand thuis, die haar wel gekend heeft?' 'Als u even wacht, dan kijk ik of Wim er is.' 'Ja, doe dat, ik wacht wel.' Even later komt Wim aan de deur, zijn ogen staan glazig en bloeddoorlopen. 'Hallo, Wim, alles goed? ik wil je graag wat vragen stellen over Conny Lievegoed, die hier gewoond heeft.' 'Komt u maar mee naar boven, dat praat wat beter.' 'Volgens mij heb ik beet, die wietkikker is zo stoned als wat', denkt Levi, 'maar dat kan ook nadelig zijn, eens zien.'.
Geplaatst in de categorie: misdaad