Een fijne dag voor een zwerver

Een fijne dag voor een zwerver

Wouter was naar de huisarts geweest, hij klaagde over slapeloosheid en angstige dromen. De dokter onderzocht hem.
''Niks aan de hand man. Ga veel wandelen en zoek gezelligheid in een café, klaverjassen en biljarten, goed voor de geest. Drink een stevige borrel en rook een sigaar, dat doet wonderen en denk aan mooie vrouwen, daar knap je van op.''
''Ik zou dat graag willen dokter, maar Mien zou dat niet goed vinden, ze let de hele dag op me, ik ben een gevangene in mijn eigen huis.''

''Je moet eens een kerel zijn boterzacht figuur en mijn raad opvolgen,Jansen. Ik zie aan je ogen, dat je gespannen bent, dan is een rokertje en een borrel de beste medicijn, neem dat van mij maar aan. Je moet al dat geschrijf in de bladen en op de televisie niet geloven, man. Moet je mij zien, zie ik er beroerd uit, toch niet, hé? Elke dag drink ik en paar borrels en biertjes en rook shag. Heerlijk man, alleen die lucht al, dat ontspant mij. Mijn vrouw doet nou ook mee. Ze was zwaar overspannen, maar thans is ze uiterst tevreden over haar gezondheid.''

''Ik zal het tegen mijn vrouw zeggen, dokter.''
''Doe dat, en anders moet ze mij maar effen bellen. Ben je al verzekerd tegen ziektekosten?''
''Nog niet dokter. Veel te duur.''
''Goed, dan krijg ik 25 euro van je.''
''Attenoje dokter, nou voel ik mij weer beroerd. Ik heb dat geld niet.''
''Wat denk je nou man, dat ik hier voor Jan Doedel zit, ik moet ook leven.''

''Ik zal het met je maken, geef maar een tientje, maar verzeker je wel, want je weet nooit wat je nog voor ziektes krijgt en de ziekenhuizen zijn duur. Ik heb nog één vraag, Jansen. Hoe is het met de seks?''
''Beroerder kan niet dokter, ik krijg hem niet meer overeind.''
''Dat dacht ik al, komt allemaal door je gespannenheid. Ga dus wandelen en duik daarna een café in, je moet een kerel zijn, man. Helpt Mien je niet?''

''Die slaapt meteen als ze in de nest ligt. Vorige week had ik daar nog bonje over met haar. Ik wilde seks, maar ze ramde mij het bed uit, want ik stonk uit mijn bek, zei ze.''
''Wat had je dan op?''
''Zes glazen bier en twee cognac en een broodje tartaar met ui''
''Dat is toch niet veel, man. Poets je je tanden dan niet?''
''Dat doe ik nooit, de aardigheid is er voor mij af, dokter.''
''Dat snap ik, nou dan weet ik het ook niet meer, dan moet je je zelf maar behelpen, Jansen.''

''Ik zal uw raad opvolgen dokter, de mazzel.''
''Hé, betalen, tien euro.''
''Sorry dokter, hier hebt u tien euro en bedankt voor de korting. U bent een fijne dokter. Doei.''
Wouter verliet de arts en ging regelrecht naar zijn stamcafé van Rooie Bart.
Aan de bar zat zwarte Lola.
''Hallo Lola, mag ik naast je zitten?''
''Natuurlijk ouwe, is Mien er niet?''

''Bonje gehad. Ze weigert mij in bed te ontvangen.''
''Wat zeg je dat netjes Wouter, ben ik niet gewend van je.''
''Ze is kwaad weggegaan naar haar zuster in de Beemster. Ze doet maar.''
''Wat naar is dat, wil je wat van mij drinken, Wouter.''
''Een pilsje graag.''
Hij vertelde, dat hij bij de dokter was geweest en wat die hem had voorgeschreven.
''Groot gelijk heeft die dokter, je moet meer drinken en roken, dat is goed voor je. Eindelijk hebben we een goede arts in dit gat getroffen. Bij die vorige mocht je niks, niet drinken en roken en je moest van hem maar afvallen, iedereen vond hij te dik, zelf woog hij over de honderd kilo.''

Ze dronken nog een paar pilsjes en Lola betaalde de rekening.
''Ik wil ook wel betalen hoor,'', zei Wouter.
''Neen, niet nodig beste man, ik werk tegenwoordig bij een escortbureau en verdien goed aan die kerels. Als je wilt mag jij wel een keer gratis, want wij kennen elkaar al zo lang.''
Een glimlach kwam om zijn mond en dacht, dat is een goed vooruitzicht.
''Heb je zin mee te gaan naar het winkelcentrum, Lola?''
''Dat is een goed idee schat, want ik moet nieuwe schoenen hebben.''
Ze verlieten het café en meteen stapte hij in een hoop stront.
''Bah, heb ik dat. Even mijn schoen schoonmaken. Wat een rot lucht die hondenstront hé'', zei hij. Zij gierde van het lachen.

Samen liepen ze gearmd naar het winkelcentrum.
''Zeg Lola, zie je die man daar bij de snackbar. Hij haalt afgekloven kippenpootjes uit de afvalbak en eet er van. Ook drinkt hij de restjes bier uit de weggegooide bierblikjes.''
''Ja man, er zijn hier veel zwervers, maar laten we maar doorlopen, want ik moet ze niet.''
Toen ze schoenen had gekocht en ze de winkel verlieten kwam dezelfde zwerver naar hun toegelopen en vroeg één euro, want hij had zo'n honger. Zij trok hem aan zijn mouw en ze zei zachtjes:

Wordt vervolgd.