De Golfoorlog is begonnen
Met collega Fröhlich van ons accountantskantoor van Gellekom&Fröhlich , ben ik op uitnodiging van onze cliënt, Johannes Burg, onderweg naar een golftoernooi ergens in het Gooi. Burg schijnt daar hoge ogen te gooien.
Onderweg zijn wij, op verzoek van Fröhlich, even gestopt bij een McShit voor iets hartigs.
Zelf neem ik alleen karnemelk. Als ik die hamburgers daar zie sterven in hun eigen vet en de hotdogs zie pruttelen in water dat ongefilterd uit het IJsselmeer lijkt te komen, vergaat mij de lust om dit basispakket voor beginnende hartpatiënten aan mijn darmkanaal toe te vertrouwen.
Het is mij een raadsel waarom er hier geen wet komt, die deze maatschappijontwrichtende calorieënketen onmiddellijk uit de samenleving verwijdert. Met hoerenkasten kan dat toch ook?
Al kwam er maar een referendum over.
Terug in de auto denk ik aan het golftoernooi waar wij verwacht worden. Het heeft iets deprimerends als volwassen mannen een balletje kilometers ver slaan en er dan in potsierlijke kleren achteraan rijden in een soort botsautootje. Knikkeren voor volwassenen noemde mijn moeder dat altijd.
‘Zullen we even oefenen op het plaatselijke spraakgebruik in het Gooi, Fröhlich ?’
‘Huhh?’
‘Zal ik uitleggen. In het Gooi spreken ze nog een taal die wij vijftig jaar geleden gebruikten.
Neem bijvoorbeeld een krachtterm. Als iemand jou snijdt op de snelweg, wat zeg je dan?’
‘Vuile klootzak!!,’ schreeuwt Fröhlich enthousiast. ‘ En ik steek mijn middelvinger omhoog.’
‘Fijn, Fröhlich. Nu de reactie van iemand uit het Gooi: ’Sakkerloot, dekselse ondeugd!’
Fröhlich kijkt mij aan: ’je had dat glas karnemelk net niet moeten drinken, van Gellekom.’
‘Nee, serieus Fröhlich. Als wij in dat Golfressort aankomen wil ik mij niet voor je hoeven te schamen.
Oké, wat zeg je als je een reiger ziet?’ Ik wijs naar buiten, naar een blauwe reiger die aan de rand van de snelweg loopt.
‘Dan zeg ik, dat teringbeest speelt met zijn leven.’
‘Fout, Fröhlich . Een Gooi-kenner zegt dan: ‘verhip, die reiger loopt ronduit gevaar.
En wat zeg je als er na afloop van het toernooi een feest wordt gehouden in de golfkantine?’
Fröhlich, nu enigszins geïrriteerd, trapt het gaspedaal in; ‘dan zeg ik: waar kan ik in deze kut-tent een behoorlijk biertje scoren.’
‘Weer fout, Fröhlich, dan zeg je: ‘drommels, wat een mieterse fuif, zeg.’
Even later rijden wij het golfressort binnen waar wij worden tegengehouden door een portier met een ruitjespak aan.’
‘Kutmorning,’zegt Fröhlich. ‘Wat een mieters circuspak heeft u aan. U kunt er zo de catwalk mee op. Van Bassie geleend? ‘
‘Hebben de heren een uitnodiging?,‘ vraagt de portier. ’Anders moet ik u weigeren.’
‘Ach heden,’ zegt Fröhlich. ‘Dan zitten wij in de ratsmodee, drommels nog aan toe. Wij hadden niet in de smiezen dat wij een uitnodiging nodig hadden. Dat is nu ronduit schrijnend zeg. Daar moet de mattenklopper overheen.’
Portier hapt naar adem en vraagt daarna of Fröhlich iemand anders in de zeik wil nemen.
‘Verhip meneer, ik zou ons maar snel doorlaten anders neem ik dermate rigoureuze maatregelen dat uw gebrek aan leven in één seconde aan uw voorbij zal flitsen.’
Nauwelijks is Fröhlich uitgesproken of een Rolls stopt waarna er een raampje open zoeft. ’Wilt u dat eh…karkas even weghalen, ober?,’ vraagt de man in de Rolls door het open raam aan Fröhlich. En hij wijst naar Fröhlich’s auto.
‘Sak-ker-loot!!!! ,’ lispelt Fröhlich verbijsterd en ik bestudeer zijn duidelijk waarneembaar stijgende bloeddruk met enige bezorgdheid.
De golfoorlog is begonnen..
Geplaatst in de categorie: algemeen