Stem Toch Wijzer

‘Zeg Hans, ouwe kraai, op wie ga jij straks stemmen,’ vroeg Kysia de ekster.
‘Nou, om eerlijk te wezen, ik ben er nog niet uit.’
‘Voor mij is het ook een hele puzzel,’ meent Kysia.
‘In onze eigen vertegenwoordigers, heb ik al lang geen vertrouwen meer. Ze hebben veelal van die mooie praatjes en paaien er de andere gewone kraaiachtigen mee. De meesten van ons kraaien stemmen er maar gewoon op omdat ze net zo krassen als zij denken, terwijl ze zich helemaal niet in hun doen en laten verdiepen en in wat ze nou eigenlijk echt te zeggen hebben,’ oreerde Hans.

‘Zo denk ik er ook ongeveer over. Neem nou die opgedirkte gaai. Een mooie jongen hoor, als hij niet van die gekke ideeën had, zou ik best wel een liaison met hem aangaan.’

‘Wat is dat nou weer Kysia – ‘liaison’,’ vroeg Hans.
‘Ach, ik meen het niet echt natuurlijk. Maar het houdt een soort van geheime (liefdes)verhouding in. Ik wou even net als hij een woord gebruiken wat de meesten niet kennen, maar wat wel interessant klinkt. Mijn man moest eens weten. Maar nou even serieus ik meen het dus niet. Je kunt nog wel zo mooi zijn, maar met zulke malle ideeën, hoef je bij mij niet aan te komen, daar knap ik op af.’
‘Gelukkig, ik schrok al dat zo’n intelligente ekster als jij, je door zo’n onecht karikatuur, zou kunnen laten inpalmen.’ ‘Nee, wees gerust Hans. Op mij maakt hij geen indruk met zijn zogenaamde ‘intelligente’ verwijzing naar de ‘uil van Minerva’ en met z’n ‘boreale’ gedachtegoed. De laatste tijd heeft hij trouwens veel aanhang verloren, omdat men er achter is gekomen, dat hij een gaai van Vlaamse bloede is en dus eigenlijk gewoon een buitenlander, waar hij zo op tegen is.’

‘Nou en dan heb je die malle schreeuwlelijkerd van een kauw, die ook zo tegen buitenlanders is. Wat vind je daar nou van Kysia?’
‘Ja dat is ook zo’n raar geval. Wist je dat zijn roots een buitenlands oosters Aziatisch vleugje in zich hebben en hij heeft een joods-Hongaarse vrouw. Merkwaardig toch dat zo iemand nou juist zo tegen buitenlanders met andere geloven en culturen is. Beste Hans, ik 'denk' dat we het ergens anders zullen moeten gaan zoeken. Misschien wel bij de nijlgansen waar eerder genoemde twee zo op tegen zijn.’
‘Meen je dat nou?’
‘Nou niet echt – grapje! Nee, ik bedoeld natuurlijk onze eigen gans. Moeder de gans lijkt ons allen toch zo graag onder haar hoede te willen nemen, door lekker gemakkelijk de middenweg te bewandelen, en van alles te beloven, maar niks waar te maken.’
‘Nou, mij niet gezien, laatst kwam ik iets te dichtbij haar nest en werd ik, heel kwaad, weggeblazen. Niet echt bepaald moederlijk sympathiek te noemen.’
‘Haha, die Hans, dat moet je ook nooit doen. Te close worden, want dan ontmasker je hun echte aard en bedoelingen.’
‘Misschien moeten we het dan bij heel andere dieren zoeken. De bevers, of hamsters of eekhoorns,’ oppert Hans.
‘Nee joh, dat zijn hele dikke egoïsten. Ze lijken zo sympathiek, vrij en blij, maar zorgen het best voor zichzelf. Als wij in de herfst nog wat noten, eikels en dergelijke proberen te vinden, hebben die hebberige eekhoorns en hamsters alles al volop opgeslagen en meer dan ze op kunnen. Daar worden alleen zij blij van. Nee, die gunnen ons niets. En die bevers zijn ook alleen maar bezig met hun eigen burcht. Hoe groter hoe mooier, en het gaat wel ten koste van de natuur. Er worden heel wat bomen voor gesloopt.’

‘Beste Kysia, ik ben er uit. Ik ga niet meer stemmen. Het komt er op neer dat iedereen gekozen wil worden voor eigen eer en glorie, met valse en/of niet waar te maken beloftes. Ik ga pas weer stemmen als er een partij komt die het goed voor heeft met alle dieren. Hun een goede toekomst gunt en hun welzijn behartigt – een soort partij voor alle dieren.’

‘Maar beste Hans, dan heb je niet echt goed opgelet, want die partij bestaat al – de partij voor de dieren.’
‘Echt waar?’
‘Echt waar, daarop stemmen is in het belang van alle dieren en zelfs van de mensen en de gehele natuur. Weet je ze zijn nog niet zo groot. Het duurt namelijk even voordat men in gaat zien dat het materiële niet het allerbelangrijkste is op aarde. Maar wel het voortbestaan van die aarde voor onze volgende generaties.’
‘Waarom vertel je me dat niet eerder?’
‘Ach Hans, door nu alles zo op een rijtje te zetten, zie jij, hoop ik, toch ook gelijk in waarop je wel moet stemmen.’
‘Verdorie Kysia, misschien heb je gelijk – ik ga me daar echt even beter in verdiepen – wie weet. Ik ben in ieder geval weer heel wat wijzer geworden.’

‘Alleen is er nog een raar probleempje.’
‘En dat is Kysia?’
‘Nou, het probleem is dat wij dieren niet op die partij kunnen stemmen. Die partij is er alleen voor de mensen. Die kunnen er eventueel op stemmen.’
‘Laten we daar onze hoop dan maar op vestigen Kysia.’
‘Zo is het Hans.’

stemmen partij dieren Denk

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

5.0 met 1 stemmen 87