Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De wraak van een afgewezen slotvoogd

Het is in het jaar 1517 en Medemblik wordt aangevallen en geplunderd door het laaghartige leger van Johan van Selbach, die zelf geen donder uitvoert, maar wel de gruwelijke bevelen geeft en volop geniet van de gestolen buit. Hij is geen haar beter dan die losgeslagen piraat Wijerd Jelckama, die zich als een bezetene op de drank en wijven stort. De bloeddorstige koppensneller Pier Gerlofs Donia is flink bezig en toont geen enkele vorm van genade of berouw. Met zijn grote, bloedrode zwaard zwaait hij als een dolle stier om zich heen en gek genoeg weet hij steeds raak te slaan. Het ene na het andere hoofd maakt een duikvlucht door de vochtige lucht en knalt op de klinkers uit elkaar of met een griezelige plons in de sloten. Bij kasteel Radboud wordt de hoofdpoort hermetisch gesloten en schuilen vele Medemblikkers voor het aanstormende geweld. Zij die te laat komen, worden door de dronken soldaten en piraten afgeslacht, terwijl slotvoogd Joost van Buren via een smal raampje staat toe te kijken. Vol walging ziet hij vrienden en bekenden vermoord worden en hij voelt zich ontzettend schuldig, omdat hij de hoofdpoort moest sluiten, maar anders zouden al die andere stadsgenoten ook in die barbaarse handen vallen. De extreem rondborstige jonkvrouwe Pia van Geloven trekt aan zijn cape en zegt: 'Niet meer kijken, Joost, dat is te pijnlijk voor je, kom, laten we naar de anderen gaan, ze wachten op een geruststellend woord van jou!'. 'Maar dat kan ik ze niet geven, lekkere melkkoe van mij, weet ik veel hoe het af gaat lopen met die wilden om ons heen!', zegt Joost met een brok ellende in zijn keel. 'Kom eens met je hand!', gebiedt Pia, 'voel eens flink waarvoor je het allemaal doet!'. En ze stopt zijn hand onder haar bovenjurk. Met de topjes van zijn vingers beroert hij één van haar stijve, bierfleshalslange prettepels.

Buiten het kasteel wordt nog steeds hard gevochten, maar de slecht bewapende Medemblikkers zijn zo goed als kansloos en ze sneuvelen bij bosjes. Er vloeit steeds meer bier en sterke drank en de door geilheid gedreven idioten verkrachten alles wat op een vrouw lijkt. Sommigen staan daadwerkelijk een koe of een merrie te neuken, zonder dat ze dat in de gaten hebben. De hel is losgebroken en deze goddeloze bende zwaargestoorden doen er nog wat dikke scheppen drek bovenop. In één van de mooiste huizen bevindt zich de edeldame Liselotte Arana Eenhoorn, waar slotvoogd Joost een oogje op had. Joost heeft haar maandenlang geprobeerd te versieren, maar wat hij haar ook schonk, het veranderde niets aan haar hart, want die was en is bezet door haar trouwe beschermheer Sjoerd de Koning. Sjoerd is uit Alkmaar komen aanwaaien en hij mag dan arm zijn, hij is duizendkeer knapper dan de gefortuneerde Joost met zijn eeuwige kapsones en blaaskakerij. Op een avond gaf Joost de volmaakt geproportioneerde sexbom Liselotte een gouden ring met een dikke, blinkende diamant en hij vond dat hij nu wel lang genoeg op een gulle reactie had gewacht, dus kroop hij als een brutale hond onder haar rokken, scheurde haar slip naar beneden en begon haar te likken. Liselotte gaf een hoge gil van angst en afkeer en zij trok hem meteen onder haar rokken vandaan. 'Laat eerst maar eens zien wat jij tussen jouw benen hebt zitten!', beval ze. Zodra Joost zijn opgerichte lans showde, dook zij er naartoe en beet zij er kei-en-de-keihard in. Joost krijste van de pijn en hij ging kreupel huiswaarts. Sindsdien kent hij haar standpunt maar al te pijnlijk.

Grutte Pier raakt gefrustreerd door het feit dat hij het kasteel niet kan veroveren en hij jut zijn manschappen op om heel Medemblik in de brand te steken, wat even later gebeurt. De angstige Liselotte ziet de piraten en hun fakkels steeds dichterbij komen en ze smeekt Sjoerd om samen met hem naar het kasteel te vluchten, in de hoop dat er net genoeg tijd zal zijn om hen daar naar binnen te laten gaan. Terwijl zij via de achterdeur wegrennen, worden ze door die lange Grutte Pier gesnapt. Ze hebben een redelijke voorsprong op de door drank vertraagde misdadigers, wat hen met enige hoop vervult. Eenmaal bij de poort beuken ze wanhopig tegen het dikke hout en schreeuwen ze om hulp. In de verte naderen de genadeloze moordenaars en Sjoerd grijpt naar zijn zwaard en hij loopt enkele meters van Liselotte vandaan. Vlak voordat de meute ellendelingen Sjoerd bereikt, schiet er een pijl vanaf het kasteel in de rug van Sjoerd en valt hij neer. Liselotte hoeft niet te zien wie dat gedaan heeft, want zij weet 100% zeker dat dat Joost geweest is. Er was nog tijd genoeg geweest om de poort even te openen, maar dat heeft Joost in zijn volle bewustzijn geweigerd om te doen. Nadat Sjoerd nog eenmaal vol liefde en zorg naar Liselotte kijkt, steekt één van de piraten een zwaard in zijn borst. Even later grijpen ze de tegensputterende Liselotte, die naar een leegstaand huis wordt gesleurd, waar ze eerst door enkele piraten wordt verkracht en daarna buiten westen geslagen. 'De fik erin!', schreeuwt iemand en er vliegen al brandende fakkels door de lucht.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
12 april 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 68



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)