De 'slet' van Waspik
De altijd keurig geklede juwelier Lex Donders zit met een bezwaard geweten in een biechtstoel in de Sint-Bartholomeus- en Barbarakerk op het Dorpsplein 37 in Waspik. De zweetdruppels vallen op zijn pas gestreken broek. Aan de andere kant van het gaatjesraam zit pastoor Baltus van Amen met zijn rozenkrans te spelen. 'Zeg het eens, mijn beste Lex, wat valt er te biechten?', vraagt Baltus routineus. 'Wel, meneer pastoor, ik heb gezondigd tegen de geboden van God en daarvoor smeek ik u om vergiffenis!' 'Kom, kom, rustig maar, wat is er gebeurd?' 'U kent natuurlijk ook wel die wandelende seksbom Angelina Frijters, die de mannen in ons idyllische dorp gek van begeerte maakt, welnu, meneer pastoor, ik heb mij laten gaan en ik ben bij haar in de boerderij geweest!' 'Je bedoelt die boerderij op de Vrouwkensvaartsestraat 9?' 'Precies, meneer pastoor, daar ben ik naar binnen geweest!' 'Alleen in de boerderij of ook in haar?' 'Ook in haar, meneer pastoor, is het niet vreselijk?' 'Kijk, broeder Lex, ik weet natuurlijk dat de meeste inwoners van Waspik deze uitdagende vrouw overdag met de nek aankijken, maar dat zij 's avonds vanachter de gordijnen en vitrages met grote begeerte naar haar gluren!' 'Maar ze is ook zo verdomde aantrekkelijk!' 'Zeg dat wel, broeder Lex, maar dat is nog geen reden om haar slaafs te volgen!' 'En ze doet het verdulleme met iedere man, die ze te pakken krijgt!' 'Jazeker, mijn beste, zo zijn de heidense vrouwen zoals zij!' 'Heidens? Ik weet het niet, meneer pastoor, want in iedere kamer van haar boerderij heeft zij een Christus-aan-het-kruis-beeld hangen en zij citeert geregeld uit het Nieuwe Testament!' 'Hoed je voor de wolf in schaapskleren, mijn broeder, want die zijn het ergste!' 'Het is echt een vuile slet en zij heeft mijn waardigheid bezoedeld!' 'Zeer zeker, zij heeft jouw reine geest vertroebeld en verduisterd, maar door bij mij te biechten worden al jouw zonden kwijtgescholden!' 'Dat wil ik dan ook graag uit naam van Mik Krotwaar doen, eerwaarde, want die durft het zelf niet op te biechten, omdat hij zichzelf teveel schaamt ten opzichte van zijn vrome vrouw Bea!' 'Ach ja, die geile dondersteen Mik, zeg hem maar dat ik hem de absolutie geef, nadat hij vijftig weesgegroetjes heeft gebeden!' 'En krijg ik dan ook de absolutie?' 'Wat denk je zelf? natuurlijk, mijn beste, maar wel die loopse slet voortaan met rust laten hé!' 'Zeker weten, meneer pastoor, laat die seksverslaafde duivelin maar lekker in haar sop gaar koken!'.
De parochiaan Peter de Kok mijdt de biechtstoel als de pest en hij waant zich de reïncarnatie van Casanova. De meeste roomse vrouwen kennen zijn reputatie en zij willen het liefste ook door hem gestrikt worden, want hij schijnt een geweldige minnaar te zijn, iemand die de vrouwen tot ongekende hoogtepunten weet te brengen. De vrouw van bakker Karel Lokhoff, Saar, bazuint dat nog steeds rond en zij heeft er alles voor over om nog eens met Peter het bed te delen. De anders zo preutse naaister Loes heuvel is een keer in café d' Ouwe Haven op de Veerstraat 1 door Peter dronken gevoerd en meegevoerd naar zijn woning aan de Raadhuisstraat. Saar had haar geilheid jarenlang opgespaard en dat kwam er bij Peter thuis in één keer uit. Peter schrok er zelfs een beetje van, maar hij wist er al gauw optimaal van te genieten. Zij zwabberde maar met haar lekkere tieten over zijn gezicht, terwijl zij met haar zwartbehaarde vagina zijn stijve, Amsterdamse augurk bereed. Terwijl hij met zijn tong over haar tepelhoven raasde, kermde zij van opperst genot en bewoog zij haar zwaar behaarde poes nog sneller op en neer. Zij sopte maar door en de vlammen stegen uit haar superhete brandhaard omhoog. Peter zweette liters water en hij verbaasde zich enorm over haar bijzonder opwindende en heftige, seksuele uitbarstingen. Dat was anders met zijn verovering Pien de Bever, die niets liever wilde, dan eindeloos gelikt worden. Pien gooide haar bloemetjesrok omhoog en toonde meteen haar naakte vulvapret. Peter lag een halve nacht met zijn snoet tussen haar perfect geknipte, blonde schaamharen. Daar wist hij de tedere gleuf van Pien voortdurend te verwennen. Terwijl Peter naar Angelina's boerderij kuiert, zingt hij zachtjes 'Angeline (M'n Blonde Sex machine)' van Peter Koelewijn. Peter, niet Koelewijn, maakte schuttingtaalrijmpjes over zijn veroveringen, zoals: 'Pien, laat je kut eens zien!', 'Loes, wat heb je een lekkere poes!' en 'Saar verwent haar kittelaar!'. Bij Angelina komt hij niet verder dan 'Angelina, geile ballerina!'. Pien is zijn recordhoudster qua orgasmes. 'Maar daar kan die geile slet van een Angelina natuurlijk overheen gaan!', denkt hij, terwijl hij bij Angelina aanbelt. 'Aha, daar hebben we onze beroemde dekhengst!', zegt Angelina, terwijl ze Peter meteen in zijn kruis knijpt. 'Ja, het mag een wonder heten, dat ik jou nog niet gehad heb!', zegt Peter, die ook haar onbeschaamd in haar kruis knijpt. Dezelfde soort, dezelfde gewoonten. Zij verliezen zichzelf al gauw in een gepassioneerd liefdesspel, waar de vonken van afspatten.
Terwijl Peter en Angelina volop van elkaar genieten, sluipt er een mysterieuze kerel over het erf van Angelina. In 1723 is Lucretia de Heidinne in Waspik opgehangen. Dit was door toedoen van de corrupte schout Adriaan Zijlmans. Het spookt dus al langer daar in Waspik. De mysterieuze kerel glipt via de achterdeur van de boerderij naar binnen en hij draagt een masker van 'De Schreeuw'. In zijn rechterhand houdt hij een gevaarlijke, vlijmscherpe bijl. Hij gaat regelrecht naar de kamer, waar Peter en Angelina ontzettend wild de liefde bedrijven. Door hun woeste passie zien en horen zij verder niets om zich heen. Zij gaan helemaal op in hun seksuele begeerten. De mysterieuze kerel kan ongemerkt bij hen komen. Het is Peter, die hem het eerste ziet, maar door de schrik verstomd hij compleet. Angelina ziet echter wel de schrik in zijn ogen en zij draait zich onmiddellijk om. Met één forse slag heeft de enge indringer haar onthoofd en vlak daarna slaat hij ook het hoofd van Peter van zijn romp. De schrik blijft op beide, wegrollende hoofden staan. Het liefdesnest is ineens tot een waar horrortafereel verworden. De moordenaar doet zijn masker af en het blijkt pastoor Baltus van Amen te zijn. Dezelfde pastoor, die ooit preekte over Jezus en de Samaritaanse, terwijl hij op het beeld in zijn preekstoel uit 1841 wees. 'Wie van u zonder zonde is, werpe de eerste steen!', gilde hij destijds door zijn parochiekerk. Hij is volkomen de kluts kwijt en vele malen erger. Nadat hij de onthoofde lichamen en de hoofden van Peter en Angelina in het Zuiderafwateringskanaal heeft gegooid, snelt hij naar zijn pastorie op de Kerkstraat 1 terug en drinkt hij twee flessen cognac leeg. De volgende ochtend wordt hij door zijn huishoudster Saskia de Zoete gevonden. Met een mes heeft hij zijn eigen keel doorgesneden. Saskia rent gillend de straat op. In de verte, ergens bij het Zuidafwateringskanaal, wordt eveneens gegild.
26 maart 2024
Geplaatst in de categorie: misdaad