De waanzinnige gravin van Rhenen

In Kasteel Prattenburg op de Cuneraweg 420 woont de geniale pianist en componist Lodewijk van Fladeracken, die is opgeleid door niemand minder dan Martha Argerich. Daar heeft zijn erudiete moeder Aubriette van Gronsfeld Diepenbrock voor gezorgd. Later heeft Lodewijk in Malmö nog les van Viktorie Svihliková gekregen, maar dat was puur voor zijn plezier. In het conservatorium van Malmö ontmoette hij de markiezin Isolde du Chastel de la Howardie, die ook pianoles van Viktorie kreeg. Hij werd smoorverliefd op haar, maar dat duurde maar enkele dagen, want Viktorie merkte dat hij geregeld de toon mis sloeg en dat zijn gedachten bij Isolde waren. Viktorie deed vervolgens extra streng tegen Isolde, waardoor Isolde sacherijnig werd. Zo verloor zij aan schoonheid en eindigde de verliefdheid van Lodewijk. Hij zag dat haar Mona Lisa glimlach onecht en flinterdun was. Hierdoor hield hij des te meer van zijn piano. Lodewijk is inmiddels een wereldberoemde concertpianist en hij is dan ook dag en nacht met zijn pianomuziek bezig. Als hij niet speelt, dan componeert hij en andersom. De piano is zijn lust en zijn leven en een vrouw zal dat alleen maar in de war schoppen. Daarom houdt hij de vrouwen op een afstand. De enige vrouwen, die hij nog wel nabij duldt, zijn hoofdzakelijk beroemde pianisten of componisten, mits er tenminste geen sprake is van fysieke toenaderingspogingen van hen, want zodra dat gebeurt, geeft hij zijn butler Steven van Lynden een seintje en zijn ze snel uit zijn kasteel gezet. Diamanda Galás en Lynne Arriale hebben geruime tijd bij hem gelogeerd en dat ging allemaal prima, want zij hielden voldoende afstand en zij waren net als hem helemaal bezeten van de schoonheid van de pianomuziek. De etherische pianoklanken als gesublimeerde erotiek.

Vandaag geeft Lodewijk een subliem pianoconcert in de Cunerakerk op het Kerkplein 1 in Rhenen. Op de tweede rij zit gravin Sieglinde Forstner van Dambenoy, die al jaren heimelijk verliefd op Lodewijk is. Zij volgt iedere beweging, die hij maakt. Zij smacht intens veel naar hem. De veenbrand in haar Venusheuvel begint alsmaar groter te worden. Het brandt en jeukt in haar liefdesgrot, die alleen nog maar naar Lodewijk verlangt. Zij is inwendig hysterisch en krankzinnig van geilheid en het kost haar steeds meer moeite om dat te verbergen. Op de eerste rij zitten de speciaal uitgenodigde pianisten Gal Rasché, Hélène Grimaud, Vitaly Samoshko, Diana Krall, Klára Würtz en Anna Fedorovna. Anna is de jongste en zij valt op oudere mannen. Zij heeft een oogje op Lodewijk en dat laat zij graag merken. Nadat Lodewijk een deel van de Sonate in b-mineur van Liszt heeft gespeeld, krijgt hij een daverend applaus en kijkt hij lange tijd in de verliefde ogen van Anna. Dat ontgaat Sieglinde zeker niet en zij wordt stinkend jaloers en zwaar giftig. Ze klapt driftig in haar handen. In haar gedachten klapt ze Anna tot moes. Naast de genoemde pianisten zitten de componisten Bregtje Achterberg, Elodie van Pallaes, Annette Hofstede en Agnes Schoenswaen. De verwarring bij Sieglinde is groot, wanneer zij ziet, dat Lodewijk na een tweede applaus opeens lange tijd in de ogen van Bregtje kijkt. Verward begint zij haar hoofd schichtig heen en weer draaien. Het bloed stijgt naar haar hoofd en zij meent, dat Lodewijk én met Anna én met Bregtje seks heeft gehad. In paniek en wanhoop denkt ze: 'Jij, vuile schuinmarcheerder, hoe durf je mij op deze manier te kijk te zetten!'. Ze schrikt zelf van haar gedachte, maar ze houdt voet bij stuk. De waanzin is net een dominospel. Na een derde applaus kijkt Lodewijk opvallend lang in de ogen van de schrijfster Adelgonda de Fluiter, die haar laatste roman 'Het geheim van de pianist' inderdaad aan Lodewijk heeft opgedragen. 'Jij, verrekte Casanova, hoe durf je mij na dit alles nog te weigeren?', denkt Sieglinde, 'weet je dan niet hoezeer mijn lichaam naar jou verlangt?'.

Enkele dagen na het pianoconcert in de Cunerakerk is Sieglinde er heilig van overtuigd, dat Lodewijk niet zo mensenschuw is, als hij zich voordoet, dat hij er juist alles aan doet om met zoveel mogelijk vrouwen de liefde te bedrijven. Zij wil die charlatan een lesje leren en meteen haar zolang opgekropte begeerte bevredigen. Niets en niemand kan haar tegenhouden. Ook die idioot van een butler niet. Met haar Ford Oldtimer rijdt zij tot bij Kasteel Prattenburg. Zij gaat lopend verder. In haar rugzak zit een touw en een flesje chloroform. Bij de Cunerahoeve ziet zij een stevige, rondborstige boerin en zij krijgt meteen een waanzinnig visioen over haar gerommel met Lodewijk. 'Natuurlijk, die zal hij ook wel flink gepakt hebben!', denkt zij stinkend jaloers, 'maar mijn wraak zal zoet zijn!'. Zij nadert het kasteel en zij besluipt butler Steven, die niets vermoedend een sigaartje aan het roken is. Zij duwt de zakdoek met chloroform in zijn gezicht en hij valt op de grond. Ze sleept hem naar een boom, waar ze hem stevig aan vastbindt. Pisnijdig pist ze nog even snel over de nog smeulende sigaar. 'Dit heeft niks met seks te maken!', denkt ze, 'de seks, dat komt zo!'. Met de sleutel van Steven weet ze ongehinderd en ongezien in het kasteel te komen. 'Nou, waar zit je, geile bok?, ik heb zin in jou!', denkt ze. Even later ziet ze hem een trap op lopen. Zij pakt de chloroform en zij volgt hem heel behoedzaam. Hij staat in een deuropening met de rug naar haar toe. Zij duwt de zakdoek snel in zijn gezicht en zij ziet hem slap worden en in elkaar zakken. Overweldigd door haar extreme geilheid trekt zij meteen zijn broek en onderbroek naar beneden om haar lang verwachte prijs in beslag te nemen. Tot haar grote ontsteltenis blijkt hij geen hij te zijn en kijkt zij met een zwaar beteuterd gezicht naar de vagina van Lodewijk. Zij barst in lachen en tranen uit. Haar gekte is compleet.

Kasteel Prattenburg Rhenen Sieglinde

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.0 met 1 stemmen 10