Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

LOONSE ZUCHT

In het voorjaar en in de zomer blies steeds het koeltje Zefier door bos, over hei en stuifzand.
Die landduinen van Loon op Zand en Drunen lieten zo graag die, soms frisse, soms zoele adem, langs zich heen komen. Vogels, hazen, konijnen en hagedisjes waren net zo blij met die luchtstroom. Zefier vrolijke wat graag het leven in zijn omgeving op.
's Nachts hield hij zich schuil tussen de kriebelige heidestruikjes en keek naar de verte.
"Wat zijn dat voor lichten?" dacht Zefier dan. "Hier en daar ziet de nachtelijke einder er gelig uit. Het is net een halve kring van wazige schijnsels. Wat zou ik daar graag eens willen kijken... Maar toch durf ik zo ver niet te gaan. Ik leef en werk in deze bossen."
De volgende nacht gebeurde er iets, waar Zefier erg van schrok. Een harde bulderwind joeg over heide en duinen. Zefier, een kleine zwakke wind, werd meegesleurd door die storm. Waar zou hij naar toe gaan? In elk geval weg uit zijn vertrouwde woonoord.
Die schijnsels aan de verre donkere lucht trilden griezelig. Zefier werd daar heen geblazen.
"Drunen!!" raasde de stormwind. "Je zult wel meer ontdekken!"
Zefier werd een andere kant opgestuurd.
"Waalwijk!" schreeuwde de sterke wind kwaadaardig. Even later klonk het:
"Kaatsheuvel! Nietig zuchtje, hier op de Efteling moet je voortaan maar wonen."
Zefier viel op een toren van Doornroosjes kasteel. Daar bleef hij een hele tijd verdoofd liggen.
Een stralende zon wekte het zuchtje, dat de toren verliet en heen en weer zweefde in het Sprookjesbos.
Een draak, een heks... Die kwaadaardige wezens hadden jammer genoeg invloed op de onschuldige Zefier. De pas nog reine zucht kreeg slechte gedachten. Met treiterzucht blies hij tegen tere bloemen, die daardoor tegen de grond geduwd werden.
"Wat een naar gekriebel in mijn nek," zei een vader tegen zijn dochtertje.
"Zeg, pa," antwoordde het meisje. "Mijn benen voelen aan alsof ze met spelden worden gestoken."
Die woorden maakten Zefier toch nog beschaamd. Snel vluchtte hij een groot gebouw in, zweefde door een lange, donkere gang.
Tenslotte een grote ruimte vol aangename schemer. Zefier genoot van helder zingende stemmen. Elfen op boomtakken knikten hem vriendelijk toe.
"Ga maar naar onze koning toe," klonk het vol zachte muziek.
Zefier vloog op, belandde spoedig op de geweldige kroon van de elfenkoning.
"Kind van de lucht, hier heb je genoten en je gaat terug naar waar je woont. Je krijgt wel een bijzondere gave van ons elfen mee."
De vorst zong met daverende stem. De tonen namen Zefier op en als vanzelf woei hij terug naar de duinen tussen Loon op Zand en Drunen.

Zefier woont en blaast op zand en heidestruikjes, zigzagt tussen bomen door.
Soms gaat hij naar de Efteling.
Hij waait langs oren en handen van mensen, die in het park en de tuinen werken. Die willen daarom al wat op de Efteling groeit des te mooier maken.
Als Zefier daarna naar zijn eigen grond terug gaat, neemt hij sprookjesgeuren mee. De boombladeren ruisen vol vertelkunst. Wie zal hun verhalen begrijpen?

Schrijver: Han Messie
15 juli 2025


Geplaatst in de categorie: landschap

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 18

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)