Het neushoorntje

Er was eens een neushoorntje dat altijd dicht bij zijn moeder bleef. Zijn moeder had hem gewaarschuwd voor de mens.
‘Zorg dat je niet in de buurt van mensen komt,’ zei ze, ‘die jagen op ons, omdat ze onze hoorns willen hebben.’
Op een dag was het neushoorntje aan het spelen met zijn vriendjes toen ze een aantal mannen in een vrachtwagen zagen komen. De neushoorntjes maakten dat ze wegkwamen. Het neushoorntje rende naar zijn moeder.
De mannen kwamen steeds dichterbij. Ze hoorden ook een geluid in de lucht en zagen daar een helikopter vliegen. Het neushoorntje keek er vol verbazing naar. Zoiets had hij nog nooit gezien.

Zijn moeder vertelde hem dat ze ooit gezien had dat mannen een neushoorn omhooggetild hadden met de helikopter en in een grote krat in de vrachtwagen gedaan hadden. Wat er met die neushoorn gebeurd was wist ze niet. Die neushoorn hadden ze verdoofd met pijlen, daarom konden ze hem vangen. Het neushoorntje vond het maar een eng verhaal.
Opeens voelde het neushoorntje zich slaperig worden. Hij ging liggen en viel in slaap. Toen hij wakker werd keek hij om zich heen, het zag er anders uit dan hij gewend was. Even verderop zag hij zijn moeder liggen, ze sliep nog. Hij ging naar haar toe en ging dicht tegen haar aan liggen. Eindelijk werd zijn moeder wakker.
‘Waar zijn we, wat is er gebeurd,’ vroeg het neushoorntje aan zijn moeder. Zijn moeder zei: ‘We zijn op een andere plek. Nou herinner ik me dat ik weleens gehoord heb dat niet alle mensen onze vijanden zijn. Maar dat er ook mensen zijn, die ons helpen, zodat we niet gedood worden. We worden dan naar een groot park gebracht, waar we beschermd worden en kunnen leven zoals we dat willen. Dat is nu ook met ons gebeurd.’

‘Oh, dat klinkt fijn,’ zei het neushoorntje blij, ‘we hoeven nu dus niet meer bang te zijn dat we gedood worden door stoute mannen.’ ‘Nee,’ zei zijn moeder, ‘nu zijn we veilig.’

neushoorn bedreigd

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.3 met 3 stemmen 34