Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De streng-protestantse verkrachters van Helvoirt

In het door de zon beschenen Kasteel Zwijnsbergen op de Helvoirtse 6 in Helvoirt wonen de eerbiedwaardige, elegante en godvruchtige Angela van Grevenbroek en Sietske van Burmania, twee wereldberoemde mode-ontwerpsters. Afzonderlijk zijn zij al van een ongekende allure op modegebied en samen spannen zij de kroon. Hun modeshows worden door de grootsten op aarde bijgewoond en de miljoenen stromen met veel souplesse en gemak hun kant op. Of het nu om een avondjurk voor prinses Stéphanie van Monaco, prinses Märtha Louise van Noorwegen of prinses Victoria van Zweden gaat, Angela en Sietske leveren altijd het allermooiste en, dat mag gezegd, ook het allerduurste. Toch loopt het succesvolle duo totaal niet naast de pumps met hoge hakken en gaan zij zelfs opvallend sober gekleed, wanneer zij hun woonplaats bezoeken. Zij vinden het juist heerlijk om hun wereld van glitter en glamour om de zoveel tijd lekker te kunnen loslaten. Dat houdt hen op de been en schenkt hen nieuwe inspiratie. Iedere zondag, mits zij in hun kasteel zijn, gaan zij naar de Oude Sint-Nikolaaskerk op de Van Grevenbroeckstraat 2 in Helvoirt, waar ooit de vader van Vincent van Gogh, Theodorus van Gogh, predikant was. In deze PKN-kerk voelen zij zich geborgen en senang. Net als dominee Johannes de Formanoir stemmen de kerkgangers unaniem en steevast op de SGP, wat Angela en Sietske ook doen, al was het alleen maar om zo weinig mogelijk op te vallen. Om vooral maar onder de radar van het strenge bewind te blijven.

Het zwaar seksueel-gefrustreerde, paranoïde, nazistische, fascistische, hoogst bekrompen, sadistische, masochistische, psychotische, godsdienstwaanzinnige, massahysterische, achterlijke, aan controlezucht onderhevige, veroordelende en de vrije ziel verduisterende, martelende protestantisme drukt natuurlijk zwaar op Angela en Sietske, maar zij wanen zich geaccepteerd door deze kerkgemeenschap en dat is hen blijkbaar heel wat waard. Zij wanen zich als lesbisch stel incognito en onzichtbaar, terwijl zij door hun broeders en zusters respectvol worden bejegend. Zolang niemand het ziet en door heeft. Maar dat is het nu juist, want ouderlingen Bram Mollerus en Roland van Karnebeek vinden het al lange tijd erg verdacht, dat Angela en Sietske altijd samen zijn en niet echt om mannen lijken te geven. Met dat laatste bedoelen zij vooral henzelf, want hun versierpogingen vallen bij hen continu in het water en ze krijgen geen voet aan wal. Zij voelen zichzelf enorm op hun van valse trots gloeiende pikken getrapt en daarom zinnen zij op wraak. 'Het lijkt wel alsof die heksen mijn ballen eraf hebben gesneden!', klaagt Bram tegen Roland, wanneer de kerk voor de zoveelste keer uitgaat. 'Laten we die krengen gaan volgen!', zegt Roland, 'ik voel het op mijn klompen aan dat die rare wijven niet zo vroom zijn als zij zich voordoen!'. 'Ik heb voor de zekerheid mijn mes bij me!', zegt Bram, 'want je weet het maar nooit met die wolven in schaapskleren!'. Het Kaïnsteken op het voorhoofd van Roland begon instemmend te knikken.

Behoedzaam sluipen de calvinistische broeders achter Angela en Sietske aan. Terwijl de ontspannen dames langs de waterloop Zandleij lopen, omarmen en kussen zij elkaar. Bram en Roland staan geschokt toe te kijken. Ze zien zelfs hoe de dames hun borsten te voorschijn halen en hoe ze elkanders borsten strelen, kussen en likken. De gezichten van de broeders worden alsmaar bozer. Wanneer de dames elkanders natte kutten beginnen te likken, moet Roland Bram tegenhouden, want die staat op het punt om hen met zijn mes aan te vallen. 'We volgen hen naar binnen en slaan daar toe!', fluistert Roland. Zo gezegd, zo gedaan. Ze volgen de naakte dames naar de bovenste torenkamer, waar ze hen met bruut geweld overmeesteren en knevelen. 'Jullie hebben ons bedrogen!', predikt Bram, 'Jullie zijn niets anders dan twee ordinaire potten en dat is een doodzonde in de ogen van onze God!'. 'In de ogen van die seniele De Formanoir zul je bedoelen!', werpt Angela tegen. Bram wil haar steken, maar Roland houdt hem tegen en zegt: 'Kom, we slepen hen eerst naar de kelders!'. Ze trekken de dames aan hun haren naar beneden en eenmaal in de 15-de eeuwse kelders worden de dames beestachtig verkracht. Zodra Bram met zijn mes de keel van Angela dreigt open te snijden, klinkt er een keiharde knal, die overal weergalmt. Het is baron Andreas Tollenaere van het landhuis Roucouleur op de Glorieuxlaan 4 in Vught, die toevallig op bezoek kwam en onraad bespeurde. 'Wat ben jij voor idioot?', schreeuwt Roland, 'Hoe kom je erbij om mijn broeder zomaar in koele bloede neer te schieten?'. Roland rent als een dolle stier naar Andreas, die voor de tweede keer een dodelijk schot lost. 'Mon Dieu, wie waren die gekken?', vraagt hij even later aan Angela en Sietske, terwijl hij hen liefdevol verzorgt.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
4 november 2025


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 6

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)