God schiep de aarde Deel I
God schiep de aarde! God is een vrouw! God heeft alles gedaan! Ik ben een afstammeling van God! Allemaal stellingen die tot nu toe niet bewezen zijn.
Dag één in het heelal. God daalt neer vanuit de hemel en zegt:”Vandaag is dé dag, we gaan een wereldje scheppen.”God neemt zijn goocheldoosje en haalt zijn toverstokje boven. Hij zweeft in de grote donker en zegt:”Dit zal de ruimte wezen, de ruimte om te vliegen. Iedereen die in de aarde wil spelen, kijk naar mij.”
Hij zwaait met zijn stokje en zegt de toverspreuk:”Ik wil een wereld vol aarde!”Dit had hij ergens gehoord, het leek hem een toffe zin. Er verschijnt een grote blok. Twee meter diep, tachtig meter breed en oneindig lang. Het was een bak…een bak met aarde in…God zag dat het niet goed was en zei:”Ik had toch liever iets subtieler.” God zwaait nog eens en probeert alle vormen uit. Uiteindelijk is het een ronde vorm geworden. God ziet dat het goed is en doopt de ronde vorm:”Voetbal! Voetbal het universum!”
God zweeft nog altijd in die bewuste ruimte en begint stilaan moe te worden. Hij daalt neer tot op de voetbal. God voelt zich eenzaam en heeft wat hulp nodig bij de volgende dingen. Hij zwaait nog eens met zijn toverstokje vergezelt met zijn toverspreuk:”Ik wil een helper.” Er verschijnt een rode driehoek met twee armpjes. God bekijkt het schepsel nogal vreemd en zegt:”Nu wou ik toch iets met meer profiel en persoonlijkheid”Hij zwaait nog eens met zijn stokje. Er blijft uiteindelijk een roos geval over. God ziet dat het goed is en geeft het roze geval een naam:”Aap! Aap het leven!”
God zwaait nogmaals met zijn stok en roept:”Ik wil iets waarmee mijn wezen kan werken!”Er verschijnt een machine met handleiding en alle dingen die er nodig zijn om mee te werken. God zucht eens en zegt:”Ik zei:Werken! Niet op knopjes duwen en voor de rest koffie drinken.” Hij zwaait nog eens en krijgt dit keer een schop. Hij kijkt lachend naar zijn aap en geeft hem de schop en zegt:”Ik heb mij al veel mogen vermoeien vandaag, ik ga slapen, graaf jij ondertussen de Noordzee, de Middellandse zee en de Kaspische zee?”
God vliegt naar boven en komt terug met een kaart. Hij zegt slaapwel tegen de aap en verdwijnt weer naar boven. De aap bekijkt de kaart en zoekt de zeeën op. Opeens hoort het wezen de donder. De aap verschiet en denkt:”God zal goed slapen.”De aap graaft zonder omkijken verder.
Dag twee in de hemel. God staat op en ziet dat zijn knuffel gevallen is. Hij raapt zijn beertje op en gaat naar de badkamer. Hij draait de doucheknop open en gaat ontbijten. Plots hoort hij iemand van de hemel roepen:”Help een overstroming! Alles loopt naar God zijn schepping!” God springt recht en loopt naar de badkamer. Hij draait de doucheknop dicht en zegt:”Een nieuw humeur voor het universum, voor de voetbal…Ik doop het: douche.”
Eens God klaar is vliegt hij terug naar het universum. Hij ziet hoe zijn aap de laatste meters van de zeeën uitgraaft. Het wezen komt naar hem toe en zegt:”God jongen, wat was dat daarnet?”God bekijkt zijn wezen en zegt hem trots:”Dat was een douche. En die zullen er nog meer komen.” De aap bekijkt God raar en toont hem de zeeën. Die douche heeft ze laten vollopen. De aap kijkt God aan en zegt:”Nu zijn mijn zeeën ondergelopen.”God streelt over zijn baard en zegt:”Dat is niet erg, dan noemen we dit toch gewoonweg de Douche-Zeeën. Kwestie van wat afwisseling te hebben.”
God vraagt aan zijn wezen om licht. De aap weet niet hoe en God neemt hem mee naar de hemel. Samen met de aap snuffelt hij in de bibliotheek naar boeken over ‘elektriciteit’. Eens ze het beste boek gevonden hebben begint het wezen te lezen en te studeren. God keert ondertussen terug naar zijn voetbal en zwaait weer eens met zijn stokje:”Ik wil dingen om elektriciteit te maken.”Er verschijnen draden en alle andere ingewikkeldheden. God heft ze op en vraagt zich af wat dat moet voorstellen.
De aap heeft gedaan met studeren en keert terug naar beneden. Hij neemt de draden en vraagt aan God een stopcontact. God kijkt rond maar ziet niets dat aan de beschrijving voldoet, God kent het nog niet eens. Hij kijkt naar zijn stokje en zegt:”Ik wil een stopcontact!” Er verschijnt een vierkant schijfje. Dun en klein met twee oogjes. De aap schakelt zijn draden eraan vast en begint aan zijn werk.
God bekijkt het stopcontact vreemd en zegt:”Dit is toch geen naam voor een werkje a la God. Ik doop het om tot…
elektriciteitsmaatschappijverwekkerzonderwinstofdoeldienietsandersdanelektriciteitleverd!”
De aap kijkt met grote ogen God aan en zegt:”De elektriciteitsmaatschap…De wat?”De aap bekijkt het ding met de lange naam en zegt:”Vind je het erg als ik je gewoonweg stroom noem?” Het ding vind het niet erg. Stroom en de aap beginnen aan het grote werk. God kijkt naar zijn schepsels en ziet dat het goed is.
Dag drie in de ruimte. God, Stroom en de aap hebben al veel werk geleverd. Gisteren hebben Stroom en de aap lampjes gehangen om licht te maken. Ze zijn begonnen in de ruimte. Vijfhoekige vormen hangen in de ruimte, één banaanvormig ding en een grote ronde bol. God zet zich op de voetbal en moet het teken geven, op dat moment moet de aap de stekker insteken zodat Stroom stroom kan leveren, met het gevolg dat de lampjes branden.
Vervolgd...
hotmail.comGeplaatst in de categorie: humor
God
910
Geef je reactie op deze inzending: