Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Yuga - de held, de mythe (deel 2)

SUTRA 2: DE TWEE GETUIGEN

1. De eerstgeborene, Yuga, begon te prediken op de leeftijd van twintig jaren. Hij verkondigde vanaf de kansel dat het lagere volk zijn arbeidskracht en zijn ziel aan de rijken verkocht en zich daarom onder een rood banier moest verzamelen om zijn waardigheid te herwinnen.
2. Yuga bracht het tot priester in de wrede en hardvochtige kerk die deze principes uitdroeg. Het streven naar macht en tweespalt had hem daarbij in zijn greep en niet het hoge beginsel der eenheid. Daarom waren zijn woorden dwaas in de ogen der goden.
3. Asra besloot toen zijn dienstknecht Yatavarta, die kort na Yuga was geboren, te gebruiken om hem van zijn dwaalwegen te genezen. Aldus geschiedde. Daarop verliet Yuga zijn valse kerk, zwoer zijn vroegere beginselen af en trok met Yatavarta de wijde wereld in.

4. Gezamenlijk sloten zij zich bij andere kerken aan, nu eens bij de ene, dan weer bij de andere. Overal predikten zij dat de oude goden uit de verstarde vormen, waarin zij door velen nog werden gediend, moesten worden bevrijd. Daarom wierpen zij alle leerstellingen omver en maakten duidelijk dat de goden slechts vanuit het hart van de mensen konden werken en niet langer door tekenen, wonderen, riten of offers. Door gebed en meditatie brachten zij hun volgelingen weer in contact met de eeuwige kern, vanwaaruit de mens de goden kan leren kennen.
5. Maar omdat het goddelijk licht op aarde over alle stromingen en richtingen is verstrooid en met vele leugens en starheid is vermengd, vonden hun ideeën nergens blijvend ingang. In alle tempels en kerken verwierven zij zich enige aanhang, maar vanwege de zuiverheid en vrijmoedigheid waarmee zij spraken, werden zij na korte of lange tijd ook overal weer uitgeworpen.

6. Yuga raakte verbitterd door deze praktijken. "De christenen hebben ons woord veracht", sprak hij tot zijn metgezel. "Laten wij ons daarom wenden tot hen, die de goden onder andere namen aanbidden. Is het goddelijk woord, dat ons geschonken is, soms gebonden aan één naam of vorm waarin wij het, met uitsluiting van alle andere, moeten verkondigen? Is de geest niet vrij om zich in elke gedaante te hullen, vanwaaruit zij op de mensen in kan werken?"
7. Yatavarta stemde hiermee in. Daarop gingen zij bij de theologen, wijzen en priesters van andere godsdiensten in de leer, nu eens bij de ene, dan weer bij de andere. Maar nergens slaagden zij erin méér dan een kleine, fanatieke schare volgelingen om zich heen te verzamelen, zodat men hen na verloop van tijd - onder vele verwensingen en vervloekingen - ook de toegang tot de godshuizen van alle andere godsdiensten ontzegde. Want leeg was in die tijd de aarde, en leeg waren de mensen. Hun harten sloten zij voor de hoogste wijsheid af.
8. In plaats daarvan dienden zij - ook binnen de godshuizen - meer en meer de god der Rede, die slechts een vermomming is voor een ideaalbeeld van de mens zelf. De oude testamenten der goden hadden zij op deze wijze leeg gemaakt.
9. En ook diegenen, die nog met hun lippen de goden beleden, kwebbelden meestentijds tot hen waneer zij baden, vragend om de vervulling van hun zelfzuchtige wensen en verlangens.
"O Heer, help mij om mijn schulden te kunnen voldoen, sta mij in deze ure der beproeving bij", baden zij, of "Geef mij een goede gezondheid, een lang leven en veel voorspoed bij alles wat ik onderneem." Velen baden wanneer zij zich ter ruste begaven en vielen onder hun gebeden in slaap, de volgende keer vergeving vragend voor deze ernstige zonde.
10. Maar de meesten onder hen namen nooit de moeite om te luisteren naar de fluisterstem der goden, die zich vanuit hun binnenste verstaanbaar probeerde te maken; ook probeerden zij nimmer de inwerking van het goddelijke op hun lotgevallen te doorzien.

11. Dat laatste gold echter niet voor Yuga en Yatavarta: zij vroegen de onsterfelijken om raad en ontvingen daarop de opdracht een eigen godsdienst te stichten, die zich tot taak zou stellen alle andere te verenigen. Sommigen geloofden immers dat de ziel na het leven weer zou keren in een ander lichaam. Anderen leerden een enkelvoudig leven met uitzicht op de eeuwige gelukzaligheid na afloop daarvan; nog weer anderen waren tot het inzicht gekomen dat alleen de macht van het volk de heilsstaat naderbij zou kunnen brengen.
12. Maar Yuga en Yatavarta hielden zich daar verre van; zij wierpen alle leerstellingen, die de mensen als muren tussen zichzelf en de goden hadden opgericht, omver en leerden hen te luisteren naar de innerlijke stem, waarmee de hemelingen spreken.
Dankzij de bescherming van Asra en de andere goden werden de jaren van Yuga en Yatavarta talrijk, evenals hun geschriften. Toen zij gestorven waren, breidde hun aanhang zich uit tot aan de uiteinden der aarde.

- wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 31 maart 2010


Geplaatst in de categorie: religie

3.7 met 3 stemmen 346



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)