De merkwaardige belevenissen van de jongen P op zijn lange reis naar buitenland S.

Deel 1 en tevens slot. Een jongensdroom.

Er was eens een jongen P en die jongen P had een jongensdroom,
Hij durfde het tegen niemand te zeggen, want, dacht ie, mijn jongensdroom is niet zomaar een jongensdroom, nee, het is een heel bijzondere jongensdroom. Met zijn vriendjes had de jongen P al eens gesproken over hun jongensdromen, maar daar had hij helemaal niks mee, hij had namelijk een erg afwijkende jongensdroom. En durf daar maar eens voor uit te komen als jongen met vriendjes waarvan de een, de jongen O, zich eerst wilde aansluiten bij een jeugdbeweging om Milosevic weg te krijgen, maar omdat ie niet wist waar Joegoslavië lag, hier maar beslag legde op zowat heel Youtube, en een ander, de jongen K, soms ook wel de jongen C genoemd, niet wist hoe ie een schaapachtige stem op zijn Tomtom moest zetten, en derhalve hier nog heden ten dage gesignaleerd wordt met een wichelroede, die hij dan zelf weer hardnekkig geweer schijnt te noemen.

Nou is die jongen P met zijn jongensdroom wel een liefhebber
van de natuur, en speciaal die plaatsen waar bijvoorbeeld hele grote aardbeien te vinden zijn, ik bedoel niet zomaar grote aardbeien, nee echt van die kanjers, maar ook lekkere volle lippen kunnen zijn goedkeuring eigenlijk best wel wegdragen. Maar: hij is een bovenal een Roosjeskenner! En nou zou de jongen P zo graag in die hoedanigheid deze schone, maar net als de spreekwoordelijke kat, niet-zonder-handschoenen-aan-te-pakken blommekes eens in een ander land aan de mensen daar willen tonen. Maar, hoe kom je daar, als gewone jongen met een jongensdroom? De jongen P piekerde zich suf, en dat kon ie makkelijk doen, want hij had toch niks om handen, want dat af en toe naar z’n baas, Oeps, sorry! werkgever bedoel ik, moest rijden stelde eigenlijk niet zo veel voor, daar ging alleen maar wat vrije tijd in zitten, voor de rest mocht dat toch geen naam hebben.

Maar al dat gepieker leverde hem niets op, het bracht hem geen steek verder.
Totdat hij, de jongen P, op een dag, het zal rond 2 december zijn geweest, een baantje kreeg aangeboden bij een Agencia de Colocación, een uitzendbureau in buitenland S, voor wat klim-en klauterwerkzaamheden bij de heer San Nicolas! Dat was nou met recht wat je noemt een lot uit de loterij! En dan kon hij, de jongen P in zijn vrije tijd met zijn grote passie: rozen, aan de slag en weldra zouden de mensen in dat mooie, warme buitenland S ook met die mooie bloemen kennis gaan maken.

De jongen P was zich terdege bewust van de problemen die zo’n lange reis naar buitenland S met zich meebracht, en wendde zich voor een advies tot zijn Opa, die hem adviseerde om toch vooral een thermosfles vers gezette koffie, met buis! mee te nemen. En aan vroege vogel Z zou hij vragen wat de weerverwachtingen zouden zij ten tijde van zijn reis naar buitenland S. En hij zou aan de immer vriendelijk M vragen welke films hij mee moest nemen, tegen de verveling. Ja, stiekem een filmpje onder in z’n koffer van paardenfluisteraar C, die verborg hij wel tussen de gedichtenbundels en het klein insectenboek van E. Het onafscheidelijk knuffelbeertje P moet natuurlijk ook mee, net als zijn Triangel, die hij zo graag hoort. En, en, en, o ja, hij zou het humeur opzetten van de altijd goedge(kerst)mutste W en wat geld lenen bij €. Zo, nou kon er werkelijk niks meer mis gaan! Misschien, heel misschien gingen ze wel met een Audi A4 2.0 TDI met versterkt glas, dat zou dolle Pred zijn!
Aan de voorbereiding zal het in ieder geval niet liggen.

Buitenland S, maak je borst maar nat, de jongen P komt er aan!