Mag ik bij u slapen?
Ze zouden net naar bed gaan toen de huisbel ging. Mien schoof het gordijn opzij en zag de minister-president staan, die ongeduldig stond te trappelen. Ze dacht wat moet hij nou weer en dat zo laat in de regen. Tegen haar man, die al onder de dekens lag, zei ze:
''Opstaan ouwe, kleed je snel aan, want je vriend staat voor de deur. Ik sta al bloot onder de douche.''
''Wie is het dan?''
''De president.''
Snel als een hazewindhond kleedde hij zich aan en liep naar de buitendeur en opende die.
''Dag mijnheer de president, wat is er met u aan de hand?''
''Dag Wouter, fijne vriend van me, mag ik binnenkomen? Ik ben drijfnat.''
''Natuurlijk, komt u maar gauw binnen en geef uw jas maar. Die zal ik te drogen hangen.
Wouter was zeer nieuwsgierig wat er aan de hand was met de president. Hij liet hem plaatsnemen in de huiskamer.
''Zal ik een bakkie koffie voor u zetten en wilt u ook wat eten, een lekkere pannenkoek?''
''Je bent een aardige vent Wouter, dat stel ik zeer op prijs na die fuif bij de barones. Bak je weer die zelfde pannenkoek als de vorige keer bij het feestje van de Commissaris van de Koning. Verdomd lekker was die.''
''Moet u effen geduld hebben, dan bak ik een pannenkoek die u graag lust. Ik moet vier eieren klutsen met vanillesuiker, gewone suiker, beetje melk en vier gekruimelde beschuiten, snufje zout. Gebakken in een beetje boter krijgt u straks een heerlijke goudgele omelet bestrooid met bruine suiker.''
''Hou op vriend, het water loopt al uit mijn mond. Hoe is het met Mien?''
''Die hoor ik al snurken, ze was erg moe.''
Wouter ging naar de keuken en even later rook de president de heerlijke geur van een pannenkoek. Hij was zo blij, dat er nog mensen zijn die om hem geven. Overal zeggen ze, dat ik ons land kapot bezuinig, maar ik wil juist ons land er boven op helpen. Een traan gleed over zijn wang.
Toen kwam Wouter binnen met een goudgele omelet op een bord en een beker hete koffie. Met zijn speelse lach pakte hij het bord aan en bedankte zijn vriend.
Gulzig at hij met mes en vork de omelet op en dronk van de heerlijke boerenkoffie.
Wouter zag de tranen van de president en veegde die af met een schone zakdoek.
''Heerlijk Wouter, jij bent een echte vriend. Velen laten mij nou in de steek, terwijl ik juist het goede met de mensen voor heb. Ook mijn blonde vriend heeft mij in de steek gelaten. Hij was mijn chauffeur vandaag, maar de lelijke Eend wil niet starten. Morgen komt er een monteur. De feestgangers bij de barones gingen zo te keer tegen me, dat ik weg ben gegaan. Die blonde zal nu wel dansen met de barones. Zeg beste man, mag ik vannacht hier slapen, ik ben dood moe van al die toestanden.''
''Natuurlijk mijnheer de president, in de logeerkamer staat een bed. Wilt u niet eerst een borreltje, dan kunt u lekker slapen?''
''Attenoje makker, dat gaat er wel in.''
Tevreden ging hij even later slapen.
Geplaatst in de categorie: algemeen
Je had natuurlijk iets definitiefs giftigs in zijn borreltje kunnen gooien, maar dat is de hele, politieke rotzooi nou ook weer niet waard. Heel diep in zijn foute wezen is hij zo slecht nog niet.
Och, Kees, wat ben je toch een ongekende, barmhartige Samaritaan!