Hij was niet geschikt voor een geloof

Henk zag gisteravond op de televisie een programma over Boeddha en dat sprak hem wel aan, meer dan het verhaal over Jezus. Hij las vaak in de bijbel, maar hij had zijn twijfels over het bestaan van God. Er staan mooie verhalen in de bijbel, maar hij vond het Christendom zo verdeeld, oorlogen waren er zelfs over gevoerd. Een christen moet liefde brengen, maar je zag vaak het tegendeel. Zijn vrouw Ingrid was het met hem eens, en zei:

''Boeddha was de stichter van het Boeddhisme. Hij heette eigenlijk Siddhartha GAUTAMA, geboren in India. Zijn moeder Maya was de echtgenote van een rijke inheemse vorst. Hij behoorde tot de krijgerskaste.
Ik weet niet wat er met jou aan de hand is, want een tijdje geleden toen je je wilde bekeren tot het christendom, was je op de goede weg. Je keek vroom en dronk veel minder en je vloekte niet meer, maar het is weer helemaal mis met je, nu je het geloof heeft verlaten.''

''Je hebt gelijk, ik ben zoekende. Vroeger vond ik het geweldig communist te zijn, later socialist, maar het christen zijn bevalt me toch niet. Er zijn natuurlijk veel goede christenen, zeker weten, maar weet je nog, toen ik vorig jaar opeens ernstig ziek werd. Jij ging naar de zwaar christelijke buren verderop om aspirine te vragen, zei die hufter:
''Ga maar naar de apotheek.''

''Zal ik het verhaal verder vertellen'', zei ze.
''Vertel, ik luister.''
''Jij vertelde over de krijgerskaste, maar zoals je wellicht weet, heb je in India kasten, dat zijn afgesloten groepen en gaan niet om met leden van andere kasten. Onder de kasten heb je nog de paria's. Officieel is het kastenstelsel afgeschaft, maar in feite nog niet helemaal verdwenen. Die Gautama kwam uit een vorstelijk geslacht en omdat zijn ouders rijk waren groeide hij op in een weelderig leven, zonder zorgen.
Alles werd gedaan hem de onaangenaamheden van de toenmalige samenleving te besparen.''

''Was hij getrouwd?''
''Ja, met Yasodhara, die hem een zoon schonk. Het verhaal gaat, dat Gautama, toen hij 29 jaar was, zijn huis alleen heeft verlaten. Ondanks zijn leven met veel comfort wist hij wat er allemaal te koop was in de maatschappij, armoede en diepe ellende. Op een dag zag hij tijdens een rijtoer eerst een grijsaard, toen een zieke en tenslotte een dode. Hij vroeg aan de koetsier wat dat allemaal betekende. De koetsier antwoordde hem, dat deze onaangenaamheden ieder kan overkomen.

Gautama, die zeer intelligent was, dacht na en kwam tot de conclusie, dat er voor het lijden van de mens maar één oorzaak is, namelijk zijn geboorte. Een andere keer zag hij een man langs de weg zitten, gekleed in een gescheurd gewaad, een zwerver. Toen hij die avond weer in het paleis aan het mediteren was en omringd door verleidelijke vrouwen in uitdagende houdingen, kreeg hij genoeg van zijn luxe leventje.

Hij nam afscheid van iedereen en verliet het paleis. Met zijn zwaard sneed hij zijn lange zwarte haar af, ontmoette een bedelaar en ruilde zijn vorstelijke kleding voor diens smerige lompen.
Hij wist wat hem te doen stond, namelijk de oorzaak zoeken van het lijden van de mens. Volgens hem moest dat zijn de begeerte en het verlangen van de mens in al zijn vormen. Hoe moest je die uitbannen?

Gautama kon daar geen oplossing voor vinden. Zes jaar lang mediteerde hij en leidde een sober leven. Tijdens dit ascetisch leven leerde hij angst te overwinnen en alle vleselijke begeerten te bedwingen. Ook kon hij zijn geest volledig beheersen. Hij wilde een staat van verlichting vinden en dat bereikte hij in een diepe meditatie. Voor het eerst zag hij het KWAAD als oorzaak van het lijden en ook die te overwinnen.

Vanaf dat moment was hij Boeddha de verlichte. Met zijn volgelingen zwierf hij al predikend door India en kreeg veel volgelingen. Zijn leer groeide snel. Hij stichtte ook een kloosterorde en van daaruit werd de prediking voortgezet. De monniken leefden volgens strenge regels en moesten zich in hun levensonderhoud voorzien door te gaan bedelen, daarom droegen ze een gele pij en hun hoofd was kaal geschoren.
Zeg Henk, jij zou ook een monnik kunnen zijn met je kale kop.''

Hij reageerde niet en zij ging verder met vertellen.
''Gautama had vier waarheden, namelijk: Lijden is algemeen, niemand ontsnapt eraan. Oorzaak van lijden is begeerte en verlangen. Bevrijding van het lijden kan worden bereikt door onderdrukking van het verlangen en de afwezigheid van iedere hartstocht. Tenslotte kan dit alleen worden bereikt door het juiste bewustzijn, juiste levenswijze, juiste handelen en het juiste denken en meditatie.

Het doel van het Boeddhisme is dus het Hoogste Inzicht, dus het hebben van medegevoel, liefhebbend denken, daden van vriendelijkheid en het doven van alle verlangens. Het eist van zijn aanhangers een zeer hoge morele norm, dus geen levend wezen mag worden gedood, overspel is absoluut verboden, evenals de leugen en bedwelmde dranken. Het Boeddhisme heeft al meer dan honderd miljoen aanhangers.''

''Henk, ik heb dat allemaal gelezen en ben tot de conclusie gekomen, dat jij niet geschikt bent een volgeling van Boeddha te zijn, want je zuipt als een Maleier en je begeerte kan je niet onderdrukken.''
''Iedereen heeft zijn zonden, weet je, maar ik ga er toch over nadenken, want ik wil zuiver gaan leven. Heb je nog koffie en is er eigenlijk nog jajem in huis, darling?''
''Zie je wel, daar heb je het al, mijnheer wil jajem, maar volgens de leer van Boeddha mag je geen bedwelmde drank gebruiken.''
''Schenk toch maar in, we nemen er één, ik ben niet geschikt voor een geloof.''