Mondje dicht, Kees

Elke dag geniet van het uitzicht over de hei en in de verte het grote bos. Deze keer was het erg mooi weer en warm. De lucht was bijna wolkeloos. Wat is ons land toch mooi.
Het verse bakkie koffie smaakte mij heerlijk. Ik zet koffie op de ouderwetse manier. Gewoon bonen malen met de hand. De koffie in een filter en kokend water opgieten. Met suiker en room en een plak kruidenkoek erbij ben ik gelukkig.

Toen ik in de voorraadkast keek zag ik, dat ik boodschappen nodig had. Meestal neemt wulpse Alie mij mee naar de supermarkt, maar deze keer is ze met haar vriendin naar Amsterdam. Daar gaan ze in een bootje varen, schaars gekleed met andere lesbische vrouwen. Moet kunnen, dacht ik. Vroeger toen ik jong was had je zoiets niet.

Nodig had ik een Edammerkaas, zeevis, roomboter, varkenslappen, rijst, bami en kruiden. Groenten en fruit heb ik zelf in de tuin, vooral sla, sperzieboontjes en uien. Alie bakt elke donderdag nasi of bami en dat kan ze heel goed. Weet je wat ik deed? Ik belde Krelis, de burgemeester van deze gemeente. Hij komt vooral op zondag langs en dan drinken we samen een borrel.

Toen ik hem aan de lijn kreeg hoorde ik hem vreselijk gapen. Eindelijk zei hij:
''Sorry Kees, mijn secretaris Hannes heeft mij de hele nacht getroost. Mijn vriend Gerrie heeft het uitgemaakt. Ik ben er kapot van.''
''Ik wou u eigenlijk vragen of u nog naar de markt gaat in Assen? Ik heb een hoop nodig. Ook de jenever is op.''
''Och lieverd dat kunnen we niet hebben. Vanmiddag haal ik je op. Ik kom met mijn oude DAF, want de dienstauto is naar de ratsmodee. Tot straks, lieve Kees.''
Die Hannes heeft mij ook eens proberen te versieren. Ik liep in het stadhuis op de gang toen ik de bezemkast piepend iets open zag gaan. Ik zag Hannes en ik hoorde hem zachtjes roepen, kom eens schat. Ik dacht, doorlopen Kees.

Toen we de boodschappen hadden gedaan, stelde Krelis voor een kopje koffie te gaan drinken in een restaurant. We zaten aan een tafeltje voor het raam en hadden uitzicht op de markt. Na de koffie dronken we een jonge borrel met daarbij op een bordje bitterballen met mosterd. Lekker als je trek hebt. Opeens zag ik een slanke man met naast hem een jongeman langs het terras voorbij lopen. Krelis had net een bitterbal in zijn mond en zag ze ook. Ik zag tranen over zijn wangen lopen.

''Wat is er, Krelis, waarom huil je?''
''Het is Gerrie mijn vroegere vriend. Wij hadden het zo goed samen, maar op een keer toen we in een homocafé zaten, zag ik Gerrie naar de bar lopen en naast een jongeman gaan zitten. Tot mijn verbijstering zag ik ze knuffelen en de jongeman zoende Gerrie. Ik werd vreselijk jaloers en liep naar ze toe. Ik omhelsde Gerrie en tongzoende hem en zei zachtjes:

''Wat doe je mij aan, lieverd, wij zijn toch gelukkig samen.''
De volgende dag kwam hij zijn spullen ophalen en zei hij, dat hij niet meer verliefd op mij was. Doe mij een plezier Kees, mondje dicht, praat er met niemand over. Dat kan ik niet hebben in mijn functie.
''Beloofd, Krelis.''