Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De dievenbende van Zoutkamp

Klaas Dolstra is de zoon van een bejaarde palingboer en hij is al jarenlang vakkenvuller in de Spar aan de Dorpsstraat. Zijn oudste broer Jannus heeft het palingrookbedrijf overgenomen, omdat Klaas alleen maar de basisschool heeft genoten. Klaas woont samen met Eitje Boeringa in een vissershuisje aan de Vissersstraat. Eitje is afgestudeerd in de filosofie en ze werkt part-time bij slagerij Knol. Eitje is het brein van de roversbende. Klaas is van jongs af aan dik bevriend met Egbert Bokma, die als visser vist op bot, haring, schar, schelvis, garnalen, schol en schelpen voor de kalkbranderij. Egbert is getrouwd met Fokkie Halsema, die verkoopster is bij Bakkerij De Zilte Bries, ook aan de Dorpsstraat. Het vijfde lid van de bende is Koert Fierstra, die bij Palingrokerij Postma werkt en in een koophuis aan de Marnestraat woont. Hij heeft verkering met de bediende van restaurant 'De Oude Sluis', Famke Holster, maar die weet niets van de bende, wat zo moet blijven. De vijf bendeleden zijn inmiddels al vijf maanden actief en om de zoveel tijd komen ze in het huisje van Klaas en Eitje beraadslagen en nieuwe klussen voorbereiden. Egbert neemt dan verse haringen mee en Koert sleept de palingen aan. Klaas heeft altijd genoeg jenever, cocaïne en hasj op voorraad. De mannen hebben alle drie een pistool tot hun beschikking en voor extra gevaarlijke klussen hebben ze nog een volautomatisch machinegeweer.

Drie weken geleden hebben ze een juwelier in Drachten overvallen, wat naast de hoeveelheid gouden juwelen en diamanten een kluisbedrag van 355.000 euro opleverde. Daarvoor deden ze kleine klusjes om er wat in te komen en om al doende vakkundig te worden. Bij een cafetaria in Bedum hebben ze maar een paar honderd euro gecasht en bij een benzinestation in Roden was de buit al weggesluisd. Bij een notaris in Veendam zat de kluis volgestouwd met cocaïne, met een straatwaarde van tegen de twee miljoen euro. Om geen argwaan van dealers te wekken is dat voor privégebruik bestemd. Klaas verwonde de tegenstribbelende notaris met een kogel in zijn bovenbeen. 'Sorry, dat was niet de bedoeling!', zei hij zelf het meeste geschrokken. Uit medelijden smeet hij één zak cocaïne op zijn schokkende bierbuik. 'Rot op, gestoorde zak!', krijste de gewonde notaris. Dat pikte Klaas niet en hij schoot meteen een tweede kogel in zijn andere bovenbeen. 'Altijd beleefd blijven, oude zak!', bekte hij de kermende dikzak toe. Een klusje in Dokkum ging bijna de mist in, omdat de eigenaar van de antiekzaak de buurvrouw wist te alarmeren en die belde meteen de politie. Ze graaiden razendsnel wat waardevolle spullen mee en als opgejaagde hazen reden ze over de smalle landwegen terug. Gelukkig kwam de politie een kwartier te laat, omdat ze een lekke autoband hadden en ze per fiets naar de antiekzaak moesten. De antieke spullen staan nu bij Koert op zolder om ze eventueel nog te verkopen, maar Koert zit er vaak graag een jointje bij te roken. Toen Famke de spullen ontdekte, zei hij dat het een erfenis van een oudoom was.

Op een dag gaat het mis met de onzichtbaarheid van de bende. Ze verzamelen zich voor de sluismeesterswoning De Batterij en via de Reitdiepbrug rijden ze naar Zwolle, waar ze een bank gaan overvallen, klassiek gezien de kans op de grootste buit. Ze wachten tot vlak voor sluitingstijd en Koert hanteert het machinegeweer. Eitje chauffeert en Fokkie staat op de uitkijk. Klaas hakkelt vanonder zijn kniekous 'Ge-geef ons al ju-jullie ge-geld!'. Egbert springt over de balie en hij ziet nog net hoe de volslanke bankmedewerkster haar stiletto-hak op een alarmknop drukt. 'Fuck you, fucking teef!', schreeuwt hij en hij knalt haar door haar hoofd. Een bloedfontein volgt. 'Weg! Weg! Weg!', schreeuwt Koert en in zijn woede knalt hij de bankdirecteur overhoop. Eitje start de auto en in een mum van tijd rijden ze buiten Zwolle. Een politiehelikopter hangt dreigend boven de snelweg, maar ze weten niet welke auto ze moeten hebben. Terug in Zoutkamp breekt de hel los, want zo worden nu landelijk gezocht en Famke rook argwaan, volgens Koert. Het wordt hen te heet onder hun schoenen en dus varen ze met de vissersboot van Egbert vanuit Lauwersoog naar Schiermonnikoog, naar hun onderduikadres aan de Middenstreek 60, een onlangs aangekocht huis uit 1724. Hun koffers vol geld, juwelen en cocaïne. Voorlopig zitten ze zo goed als veilig. Denken ze. Ze proberen zo onopvallend mogelijk voor de dag te komen. De eilandbewoners denken dat ze kunstschilders zijn, wat ze veinzen te zijn. Met ezels en verfdozen zwalken ze over het strand. Op één van hun zoveelste feestnachten schijnen er felle helikopterlichten bij hun huis naar binnen en wordt de voordeur open geramd. Er stormen talloze zwaarbewapende politiemensen naar binnen en ze worden allemaal ingerekend, behalve Klaas, die deze onverwachtse overval niet kan verkroppen en automatisch naar zijn pistool grijpt, waarbij hij gelijktijdig door tientallen kogels wordt gedood. De vier andere bendeleden krijgen een gevangenisstraf van vijftien jaar, terwijl Eitje zichzelf al in de eerste week weet op te hangen in haar cel.

Koert, Egbert en Fokkie krijgen wegens goed gedrag na tien jaar vrijspraak. Koert is in Roodeschool gaan wonen en hij is nu full-time visser. Hij kocht een oude schuit, die in de Eemshaven ligt, en hij handelt voortvarend met vishandels in Groningen-stad. Paling blijft zijn specialiteit. Met Egbert en Fokkie wil hij geen contact meer. Die zijn naar Australië geëmigreerd, waar ze volgens de laatste berichten in kangoeroevlees handelen. Koert vermoedt dat Egbert ergens nog wat diamanten achterover had gedrukt en verstopt, want bij de laatste foto van hem en Fokkie voor hun kangoeroefarm zat er een glimmertje.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 februari 2016


Geplaatst in de categorie: misdaad

5.0 met 2 stemmen 1.104



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)