Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Eerloos ten onder in Eerbeek

'Mijn opa heeft die arme Willem Eduard Keuning nog persoonlijk gekend!', zegt de lenige en praatzieke kapper Frits Bukman tegen Beert Beernaert, die het heerlijk vindt om door Frits te worden geknipt. 'Nou zeg, dat meen je niet, is dat echt waar?' 'Ja, schat, dat is echt waar en gutgut wat was die Willem er toen beroerd aan toe zeg, na die gevangenisperiode is er iets onherstelbaar beschadigd in die man en liep hij enkel nog op zijn tenen door het leven!' 'Hij is ook niet oud geworden hé, 51 geloof ik, hartfalen of zoiets' 'Nee, precies, het was zijn hart, maar kun je nagaan, man, wat hebben die homohaters destijds op zijn hart getrapt en hem op beestachtige wijze vernederd!' 'Gelukkig heeft hij ook momenten van geluk gekend, hij ging toch met zijn lover naar Venetië?' 'Klopt, bolleboos, maar die botte Groningers daar in Uithuizermeeden hebben hem daarvoor al te grazen genomen, waardoor hij nooit helemaal tot bloei is gekomen!' 'Wel qua poëzie lijkt mij!' 'Nou ja, in zijn tijd wel natuurlijk, maar wie kan er tegenwoordig nog voor zijn gedichten warm lopen? Niemand toch of misschien enkele droogstoppels in een achterlijke boerenhoeve!' 'Zeg jij, die al zijn eerste drukken in de kast heeft staan!' 'Dat is voornamelijk vanwege de dramatische geschiedenis, die eraan vast kleeft, maar zeker niet om de oubollige inhoud!' 'Dat zeg je nu, terwijl je me ooit vol gewijde aandacht een hele bundel voorlas en ik absoluut niets mocht zeggen, maar doodstil moest zitten luisteren!' 'Het ging niet om de woorden en het droge gerijm, maar om de sfeer, die hij toch weet over te brengen, je weet wel, dat intens desolate, dat verdriet van hem, waarvan je weet dat hij er nooit enige vertroosting voor zal vinden, die zwaarmoedige kruiswegstatie van hem, dat gevoel van voor altijd gedoemd zijn, wat hij uitstraalde' 'Dat heb jij trouwens ook wel een beetje, Fritsje, geef toe!' 'Ik zou niet weten waar jij nou op doelt, want volgens mij ben ik altijd al een vrolijke flierefluiter geweest en zit daar geen verandering in aan te komen' 'Aan de zijkanten heb ik er graag iets meer vanaf!' 'Toe maar, meneer denkt het ook nog beter dan de kapper te weten, verder nog iets soms?' 'Maar je hebt gelijk, vergeleken met die Willem ben jij wel het andere uiterste, ik zit je alleen maar wat te stangen!' 'Dat dacht ik wel, trouwens, heb je jouw maatje Berend nog verteld van onze lichtzinnige vrijage?' 'Dat lijkt mij voorlopig geen goed idee, Fritsje, want je weet zelf hoe jaloers hij in elkaar steekt en zijn bezorgde tweelingbroer kan mij gewoon al wel schieten, laat staan...' 'Ik begrijp het, koene ridder van me, we laten de slapende honden lekker slapen en we gaan lekker op de geheime manier voort!' 'Dat lijkt mij ook' 'Is die tweelingbroer Bram jullie nog vaak aan het stalken?' 'Bijna dagelijks en ik krijg echt de kriebels van die engerd!' 'Is die niet gay dan?' 'Ik zou het niet weten, maar hij is meer bezig met Berend, dan met zichzelf!' 'Eeneiig?' 'Zo erg, dat ik vaak genoeg denk, dat Berend naar mij zit te gluren vanuit Bram's BMW' 'Getver zeg, wat een ellende, zo'n dubbelganger met gestoorde streken!' 'Zeg dat wel en hij verschijnt op de meest vreemde en onverwachtse momenten, zoals laatst bij de kassa van de Jumbo, verlies ik één van mijn handschoenen en raapt hij die voor mij op, terwijl hij zegt 'Beter op je spullen letten, makker!''Makker?' 'Ja, kun je nagaan, hij is verre van een makker van mij en toch noemt hij mij zo' 'Wat een vuile treiteraar!' 'Was het alleen maar dat, want er gaat een ontzettend duistere en onheilspellende sfeer van hem uit!' 'Toch niet persoonlijk mag ik hopen!' 'Dat is het 'em nou juist, daar krijg ik maar geen hoogte van!' 'Het is dat ik een druk bezette kapperszaak heb, maar anders kon je me inhuren als bodyguard' 'Jou? Welnee man, dat zou je echt niet zeggen, wanneer je die Bram zou zien' 'Even mijn biceps voelen?' 'Ja, Fritsje van me, ik weet het, al dat geknip met die scharen heeft je oersterk gemaakt!' 'Jij zegt het, schat, zie ik je morgenavond bij mij thuis?' 'You bet, angel!'.

De volgende dag, wanneer Berend de Beer 's avonds naar zijn yogagroepje in Arnhem gaat, glipt Frits heel voorzichtig hun huis aan de Kloosterstraat uit en rijdt hij naar de Juliana van Stolberglaan 15, waar Frits al op hem wacht. 'O, wat een enige trui!', schelt Frits, wanneer Beert zijn jas uittrekt. 'Dank je, het is anders wel een afdankertje van Jules uit Loenen, maar inderdaad, ik vind hem zelf ook te dolletjes!' 'Kom eens naar mijn nieuwe aanwinst kijken, Fritsje, onlangs via een bevriende kunsthandelaar in Den Haag kunnen kopen!' 'Tjeempie, Frits, is dat echt een Israëls?' 'Honderd procent echt en verduiveld goed geschilderd!' 'Alleen dat kleurgebruik al en dan dat waanzinnig mooie zeegezicht met die badende mensen, nou Frits, weer een topstuk rijker, hoe weet je het toch allemaal zo bij elkaar te scharrelen?' 'Een kwestie van pure passie, veel naslagwerk en de juiste contacten!' 'Je vergeet de nodige centen' 'Aan centen geen gebrek, Beertje, kijk nog maar eens goed om je heen!' 'Wacht, ik heb nog een fles uitstekende champagne in de auto laten staan, ik ga hem even snel halen!' 'Dat klinkt bubbels, schat!'. Terwijl Beert de fles champagne vanaf zijn rechter autostoel pakt, voelt hij zich bespied. 'Het zal toch niet waar zijn hé, die verrekte Berend zal me toch niet gevolgd zijn hé!', denkt hij angstig en boos. Hij slaat de autodeur extra hard dicht en hij tuurt om zich heen. De donkere plekken maken hem bang. 'Ach kom!', denkt zij, 'verman je, schijtluis, er is hier verder helemaal niemand, je verbeeldt het je, dat komt door die engerd, je gaat spoken zien, to hell met die Berend!'. Even later zit hij samen met Frits te genieten van de peperdure champagne. Ze zitten in de verlichte serre met ramen rondom. Frits staat ineens op en hij geeft Beert een hartstochtelijke mondkus. 'Ik ga even wat lekkere hapjes maken, wacht je even met verder drinken?', zegt Frits, die heupwiegend naar de keuken gaat. Beert zet zijn glas op de salontafel en hij leunt gemoedelijk achterover. Hij denkt aan het wrange lot van Willem de Merode. 'Wat heeft die Willem veel moeten missen!', denkt hij vol mededogen. Juist op dat moment klinkt er een schot. Er wordt een kogel door de slaap van Beert gevuurd. Zijn hoofd schiet naar rechts en hij is meteen overleden. De wind waait ijzig door het kogelgat in het raam naar binnen. Frits hoorde wel iets, maar hij dacht dat Beert zijn champagneglas liet vallen. Wanneer Frits ziet, dat Beert niet meer beweegt, laat hij pardoes het dienblad met de lekkernijen vallen. 'O God, nee, Beertje toch, wat is er gebeurd?', roept hij in grote paniek en zodra hij het stroompje bloed aan zijn linkerslaap ziet, begint hij keihard te gillen en te huilen. Van top tot teen bibberend sleept hij zich naar de telefoon. Pas na drie minuten krijgt de juffrouw van de alarmcentrale het adres van Frits te pakken. 'Wij sturen meteen een ambulance!', hoort Frits nog, maar daarna zakt hij voorgoed in een woordeloze duisternis, die de oude Frits voorgoed toedekt.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
3 december 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)