Poes op de vlucht
Poes Mickey was door onze zoon van zijn troon gestoten. Dat zat er dik in. Hij had het zwaar te verduren sinds er een mens van zijn grootte door de kamer scharrelde. De kamer, tot dan toe zijn domein, werd overgenomen door een mannetje dat zo hard gilde dat poes van schrik wegsprong. Soms reed hij hem zomaar van de sokken, dribbelend achter zijn formule-1-auto.
“Kijk uit, poes,” zei ik, gevolgd door: " Och, Maarten, voorzichtig voor poesie.” “Poet, Poet,” riep zoon opgetogen terwijl hij met zijn raceauto rakelings langs de vacht van poes scheerde.
De laatste tijd kotste hij zijn eten wel verdacht vaak uit. Soms op een plek die we nog niet hadden ontdekt — “Precies op de snoeren achter de gordijnen!” — en soms op een niet te missen plek midden in de kamer. Als het weer zo ver was, liep ik hoofdschuddend naar de keuken om terug te keren met Glassex en een rol papier. Zoon, 2, kwam er gezellig bij zitten. Alle geluiden van “psst, psst” tot “doink” en “piep piep” maakten hem aan het schaterlachen. Met de ene hand hield ik hem tegen en met de andere veegde ik de kots van poes weg, terwijl ik hem toesprak: “Nee, even wachten, bah, vies.”
Op een keer trof ik ze samen aan. Op gepaste afstand van elkaar hadden ze zowaar iets dat op een verstandhouding leek. Al gebarend 'vertelde' zoon iets tegen poes, die ruim de gelegenheid had om weg te lopen maar bleef zitten. Hij aaide poes behoedzaam. Het was eigenlijk meer wapperen met zijn handje, maar hij raakte de goede plek: op zijn rug, en niet in zijn ogen. Mijn zoon keek naar me op met zijn lieve smoeltje, en poes wandelde op zijn gemak weg.
Enkele minuten later scheurde Maarten met nietsontziende snelheid om de tafel met zijn favoriete raceauto. Razendsnel rende hij de keuken in waar poes net op tijd wegsprong van zijn schoteltje met kipfilet. Uit pure doodsangst nam hij een vlucht door zijn luikje. Snel keek ik naar buiten, de tuin in. Arme poes hijgde na van alle doorstane emoties.
“Au!” Ik voelde een harde stoot tegen mijn enkels, draaide me om en tilde hem op, mijn kleine autocoureur. Samen stonden we voor het raam. Zoon wees. “Poes.”
“Goed zo!” zei ik verrast.
10 november 2024
Geplaatst in de categorie: dieren