Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Once Upon a Time in Venray

Het is 1933. In het Sint-Annagesticht op de Noordsingel 39 in Venray wacht Desirée Raven op het moment, dat ze naar haar Venrayse gastgezin kan vertrekken. Voor de vorm gaat ze nog even bij de kapel naar binnen voor een schietgebedje en wat dromerij over haar geheime geliefde Amadeus Triest, die in het Sint-Servatiusgesticht op de Stationsweg 46 zit. Desirée dwaalt nog wat door de gangen, totdat één van de Zusters van Liefde haar het sein tot vertrek geeft. Ze knikt nederig en instemmend. Vervolgens neemt ze de fiets naar het woonhuis op de Patersstraat 14, waar de kruidenier Petrus Goossens met zijn gezin haar opnieuw vriendelijk welkom heet. Zijn vrouw Liselot wil meteen met haar uit de katholieke bijbel lezen, maar daar steekt Petrus een stokje voor. Liselot is nogal godsdienstwaanzinnig en zij loopt geregeld verdwaald en bijbelcitaten scanderend door Venray. Verder functioneert zij goed genoeg en blijft een opname in het Sint-Annagesticht haar vooralsnog bespaard. De kinderen Willem en Myra zijn uiterst aangepast en knikken bij alles ja en amen. Ze zijn bijzonder aardig voor iedereen. Ze hebben vandaag een reep chocolade voor Desirée bewaard. Terwijl zij daar volop van smult, verlangt zij enorm veel naar Amadeus. 'Volgens mij heb jij een hele berg vlinders in jouw buik!', zegt Liselot met een grote glimlach. Zij strijkt Desirée liefdevol over haar lange, lichtblonde haren.

Bij het Sint-Servatiusgesticht stapt Amadeus op zijn fiets en rijdt hij richting het woonhuis op de Langstraat 43, waar het gezin van Wiel en Emma Doesborgh hem al jaren welkom heet. Hun kinderen Sarah en Helena zijn dol op Amadeus, omdat hij altijd van die mooie verhalen aan hen weet te vertellen en omdat hij zo enorm grappig is. Amadeus heeft vandaag weer op de boerderij van het gesticht gewerkt, koeien gemolken, mest geruimd en kaas gemaakt. Zijn werkzaamheden rouleren om de zoveel tijd, zo werkt hij ook wel eens in de bakkerij, de kleermakerij, de drukkerij, de slagerij, de timmerij en de wasserij. Het gesticht is zelfvoorzienend en ze weten handig gebruik te maken van hun patiënten, die overdag hard aan het werk gezet worden. De geneesheer Carolus Mercator en de doctoren wonen in statige herenhuizen aan de St Annalaan. De vrijgezel Carolus heeft dunne armen, een grote bril en een vlotte babbel. Hij heeft de rare gewoonte om zijn vrouwelijke patiënten om de haverklap in hun billen te knijpen en soms kan hij het niet laten om met zijn handen hun lome borsten te betasten. Dat gaat onverminderd door, omdat de vrouwen, die er wat van zeggen toch nooit geloofd worden. 'Perverse wensfantasieën!', antwoorden de Zusters van Liefde dan, 'Schaam jullie!', terwijl die schijnheilige zusters zelf vaak met de Broeders van Liefde, die in het Sint-Servatiusgesticht dienen, aan het flikvlooien zijn. De dwergachtige broeder Felix Zijlstra is wel eens door zuster Lucie van Els onder haar habijt naar haar kloostercel meegenomen, terwijl ze af en toe in de holle gangen geile kreetjes uitte, omdat Felix met zijn tong diep in haar Lourdesgrot tekeer ging.

Desirée en Amadeus hebben in de Sint-Odakapel op de Hoenderstraat 97 afgesproken, maar Amadeus komt veel later dan afgesproken. Hij ziet er verhit en verward uit. 'Wat scheelt er, mijn liefste?', vraagt Desirée bezorgd. 'Och, ik had een persoonlijke rekening te vereffenen!', antwoordt hij laconiek. 'Je ziet er helemaal overstuur uit!', zegt zij. 'Ben okay, engeltje!', zegt hij veinzend, 'maar ik wil nu wel naar de Sint-Petrus' Bandenkerk om het echte Odabeeld te aanbidden!'. 'Doen we!', zegt zij. In de Sint-Petrus' Bandenkerk begint Amadeus ineens heel hard te huilen en kijkt hij Desirée diep in haar lichtgroene ogen, die als kostbare edelstenen flonkeren. 'Ik heb het voor jou gedaan!', zegt hij, terwijl hij bevend in elkaar stort. Er staan ineens twee agenten bij hen. 'Bent u Amadeus Triest?', vraagt één van hen. Amadeus wordt geboeid meegenomen, terwijl Desirée overstuur achter hem aan loopt. 'Zeg me dan wat je hebt gedaan?', roept ze. 'Ik heb die oude smeerlap naar het Walhalla gestuurd!', antwoordt Amadeus. 'Mond dicht en doorlopen!', zegt een agent. 'Wie bedoel je dan?', roept Desirée. 'Die goorlap Carolus Mercator, die vuilak, die jou verkracht heeft!', antwoordt hij. De agenten duwen hem hardhandig naar buiten. 'Maar we hadden toch afgesproken, dat we daarover zouden zwijgen?', roept zij nog. Zij staat in de deuropening van de kerk, terwijl Amadeus in de politie-auto wordt gezet. Hij heft nog één keer zijn wenende hoofd en hij schreeuwt: 'Jij was niet de enige, Myrthe Connor, Isabelle Herberghs, Vivian Hoefnagels en Willeke Hawinkels heeft hij ook verkracht, om er maar eens een paar te noemen!'.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 juni 2025


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 20

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)