Inspecteren
De juf probeert haar leerlingen de betekenis van woorden bij te brengen.
Ze vraagt: ‘Wat doet een inspecteur?’
Jantje roept: ‘Die komt de boel inspecteren.’
‘Goed zo,’ zegt de juf, ‘En wat doet een conducteur?’
Wimpie zwaait met zijn vinger en roept: ‘Die gaat de trein conducteren.’
‘Nee, dat is niet goed, die controleert de kaartjes,’ zegt de juf.
‘Nou breekt mijn klomp,’ zegt Wimpie verontwaardigd, ‘Inspecteur wordt inspecteren, waarom wordt conducteur dan niet conducteren?’
Daar weet de juf niet zo gauw een antwoord op. Ze zegt: ‘De Nederlandse taal is vaak onbegrijpelijk.’
‘Zeg dat wel,’ mompelt Wimpie
Geplaatst in de categorie: taal