Ze kwam weer terug

Net toen hij weer in slaap sukkelde ging de huisbel.
Hij schrok en stapte zijn bed uit en slenterde naar het raam, schoof het gordijn opzij en keek naar beneden. Daar zag hij zijn vrouw staan. Met een bonzend hart liep hij de trap af en maakte de huisdeur open. Ze was een paar dagen geleden van hem weggelopen. Zonder en woord te zeggen liet hij haar binnen. Mien huilde tranen met tuiten en omhelsde haar man.

''Dag lieve schat, wat heb ik je aangedaan, ik kon het niet meer uithouden bij die gek in de Beemster, vergeef het me.''
Wouter was overgelukkig en kuste haar.
Hij zette haar koffer in de gang en hielp haar mantel uit te trekken. Samen liepen ze gearmd naar de huiskamer.

Wouter zette de kachel wat hoger, want het was al behoorlijk koud geworden in de kamer en ging een bakkie koffie zetten.
Mien:
''Ik dacht het beter te krijgen bij malle Japie, mijn vroegere vrijer, maar ik heb mij zwaar vergist in die vent met zijn mooie praatjes, hij is knettergek. Hoe kon ik weer op hem vallen.
Hoe kon ik zo stom doen om jou na vijftig jaar huwelijk te verlaten voor een vroegere vrijer. Japie is nu 73 en wilde mij een kunstje flikken.''

Wouter fronste zijn voorhoofd en zei:
''Wat flikte hij je dan?''
''We waren naar een café geweest en hadden allebei behoorlijk gedronken. We liepen terug en op zijn erf duwde hij mij met zijn grote vlerken de trap van de hooiberg op, en zei:
''Trek je baaien broek maar vast uit, Mien.''
Ik kreeg zwaar de pest in en verzette mij tegen zijn hevige greep op mijn achterwerk, maar hij was zo sterk, dat ik al halverwege op de trap stond.

Hij bleef mij maar naar boven duwen, maar op een gegeven moment zag ik kans hem een trap te geven en viel hij achterover de trap af. Gauw was ik ook weer op de grond, maar weer greep hij mij en probeerde mij de trap op te duwen. Gelukkig wist ik mij los te rukken en schold hem uit voor alles en nog wat en toen gaf hij mij een harde klap op mijn wang. Kijk maar, het is nog opgezet. Ik rende toen weg en wist een hooivork te pakken en daarmee heb ik hem weggejaagd. Daarna ben ik naar mijn zuster gegaan.

Aaltje schrok geweldig, en zei:
''Hoe kan Japie dat nou doen, het is zo'n goede man, hij komt hier vaak een bakkie koffie drinken en heeft hij het vaak over jou, dat je zo'n leuke meid bent.''
Aaltje heeft mij toen naar de trein gebracht en ben blij, dat ik weer thuis bij jou ben lieverd en bied mijn excuus aan.''

''Is goed Mien, ik ben ook blij, dat je weer terug bent al hebben we wel eens bonje. Ik haal nog een bakkie koffie. Midden in de nacht zaten de twee oudjes dicht bij elkaar een sigaar te roken.
''Heerlijk die sigarenlucht hé, darling, we nemen er nog een borrel bij en gaan dan lekker slapen.''
Mien knapte zienderogen weer op.