Strafwerk
Het is pauze. De kinderen mogen buitenspelen. In een rij gaan ze met hun juf naar de speelplaats, die vlakbij de school is. Het is een parkje met struiken. Ideaal om verstoppertje te spelen. Er staan ook bankjes. Op één van de bankjes zit een jongen boos te kijken. Met zijn voet schopt hij de bladeren op de grond weg. Hij is kwaad op de juf en op de andere kinderen. Gisteren waren ze met een paar jongens aan het voetballen. Opeens vloog de bal door een ruit van een huis. Raam kapot en een boze man doet zijn voordeur open. De jongens waren hard weggelopen. De man was naar de school gegaan en eiste dat ze straf kregen en dat de schade van zijn kapotte ruit vergoed zou worden.
Omdat niemand wist in welke groep de voetballende jongens zaten, moesten alle kinderen in de gymzaal bij elkaar komen. De directeur vertelde wat er gebeurd was en dat hij graag wilde weten wie de bal door die ruit had getrapt, misschien wel per ongeluk. Maar de schade moest wel vergoed worden door de ouders van die jongen. De directeur zei dat de bewuste jongen op een briefje moest schrijven dat hij de schuldige was en daarna dat briefje bij hem moest inleveren.
Niemand zei wat, hoewel ze inmiddels wisten wie het gedaan had.
Maar hij had zijn vinger opgestoken en gezegd dat Jan uit zijn groep de boosdoener was. De directeur zei dat hun juf zou bepalen welke straf Jan zou krijgen.
Jan moest honderd strafregels schrijven: ‘Ik mag niet voetballen in een woonwijk’
Wat nu zo gemeen was, hij moest ook honderd strafregels schrijven: ‘Ik mag niemand verklikken'
Daarom is hij kwaad op de juf. Niemand wil met hem spelen, omdat ze hem een verrader vinden.
De juf had gezegd dat hij tegen Jan en tegen de andere kinderen moest zeggen dat het hem speet en dat hij nooit meer iemand zou verraden.
Ook de volgende dagen wil niemand met hem spelen. Ze zijn het nog niet vergeten.
Uiteindelijk vraagt hij aan de juf of hij iets mag zeggen. Hij zegt dat hij er heel veel spijt van heeft dat hij Jan heeft verraden en dat hij begrijpt dat iedereen daarom boos op hem is. Hij belooft dat hij het nooit meer zal doen. De volgende dag mag hij weer meedoen met de anderen.
Hij heeft zijn lesje geleerd.
Geplaatst in de categorie: algemeen