Een oneven dag
Dit was een geliefde plek op zijn wandelingen. Het rotsachtige waar je makkelijk een enkel kon breken werd afgewisseld met lover en een kabbelend beekje pretendeerde veiligheid. De grootse natuur werd voor een moment verdrongen door de banaliteit van de gedachte aan eieren die ingeslagen moesten worden nadat hij in een verongelijkte bui die ochtend een van zijn bedienden het laatste exemplaar naar het hoofd gegooid had. Waar had die dat ook alweer aan verdiend? Waren de lakens niet verschoond of was de vloer niet droog gemaakt na een uitbundig bad?
Daarmee was het nog niet gedaan, want vervolgens had hij tijdens de wandeling stennis geschopt met Ferdinand, die hem altijd welgezind was, zijn geniale talent bewonderend de bijkomende irritaties voor lief nam en hem nu op gepaste afstand volgde. Met onbeholpen vocalen had hij zijn stem verheven als toenemend dove die beetje bij beetje zijn grip op de taal verloor. Ferdinand wist hoe dat werkte bij hem, begreep dat zijn handicap zijn humeur meebepaalde; altijd was er de fragiele grens tussen goedhartigheid en milde toorn.
Als je de componist met een weerfenomeen had moeten aanduiden? Onweer zou te voor de hand liggend zijn. Zonlicht weerkaatste op de gespen van zijn schoenen; het andere aspect van zijn persoonlijkheid, de warmte die hij op de even dagen afgaf. Een toevalligheid die hem bij teruglezen in zijn conversatieboekjes was opgevallen en waar hij een voorschrift van had gemaakt; op de oneven dagen mocht hij nukkig zijn en op even dagen was hij verplicht wellevend en bracht zo structuur in zijn hectische bestaan. Niemand die ooit dat verband had gelegd. 13 November 1806 was een oneven dag.
De sonate voltooien had al improviserend niet erg willen lukken. Hij was opgeveerd van de pianokruk, zijn vriend uit zijn luisterroes rukkend en wees richting Wienerwald.
Melodielijnen brommend en met de handen op zijn rug octaafsprongetjes makend zette hij wandelend het componeren voort. Conversatie bleef uit na het gebakkelei.
Dat maakte dat Ferdinand, achterop komend, goed kon vastleggen hoe het slotdeel van de Appassionata uiteindelijk in de wereld kwam en er uit die energieke gestalte, getooid met een hoed hoog als een kachelpijp die de rook van het ongenadige vuur dat inwendig werd opgepookt prijsgaf aan de blauwe lucht, af en toe zuchten ontsnapten die hem in een harmonisch heen en weer gaande beweging een lieten zijn met het door de wind bewogen geboomte.
... Beethoven is wel mijn favoriete componist. In 2007 was ik in Wenen. Ik bezocht de Stephansdom waar hij ongetwijfeld kind aan huis was, wandelde in zijn spoor in het Wienerwald, was waar hij zijn Heilgenstadttestament schreef en vanwege zijn opkomende doofheid een zelfverkozen dood overwoog, maar dat gelukkig achterwege liet en door zijn handicap het componeren moest herontdekken. Hoe sterk ben je dan wanneer je als je het zintuig dat je de meeste vreugde schenkt moet missen en bij alle gedwongen stilte een nieuwe wijze van verklanken weet te vinden. Ik keek naar binnen bij de helaas gesloten kerk waar een rouwdienst aan hem opgedragen werd en o.a. Schubert, die hem tijdens zijn wandelingen in Wenen nooit aan had durven spreken, op de eerste rij had gezeten. En ik stond uiteraard bij zijn graf. Later maakte een bezoek aan zijn geboortehuis in Bonn het verhaal compleet. De opgevoerde vriend is collega-componist Ferdinand Ries.
Als luistertip niet de Appassionata, maar het prachtige langzame deel uit de bij het grote publiek denkelijk wat minder bekende `Hammerklaviersonate', uitgevoerd door de onlangs overleden Alfred Brendel.
youtu.be/0JWJ8YoVsfo?si=Gx2W6u_c5qV8tWbA ...
Zie ook: https://www.apartefact.nl
Schrijver: Albert Goudberg
15 september 2025
Geplaatst in de categorie: muziek