Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HET VUURSPEL (eerste deel)

Het was een koude wintermiddag. Twee vriendinnetjes, Marja en Franka, liepen naast elkaar over de weg, die langs akkers en weilanden leidde.
Met snelle stappen gingen de meisjes voort.
"Nu staan we bij onze oude kastanjeboom," zei Franka. "Hier gaan we uiteen."
"Nou, die griezelige houten armen en vingers zie ik toch graag," gniffelde Marja.
Franka liep over de brede beukenlaan, naar haar deftige huis toe. Marja volgde het zandpaadje om bij het hare, een klein huisje, te komen. De vader van Marja had het niet breed. Enige maanden was hij zonder werk geweest. De vorige week was hij gelukkig door een groenteteler in dienst genomen. Geld was er nog maar weinig bij Marja's ouders. Daarom wilden ze dit jaar geen kerstboom kopen. Maar Marja wist wel wat. In haar slaapkamer was een doos vol crêpepapier.
Het ondernemende meisje hing dat vriendelijke rood overal langs de wanden van haar kamertje. Zelfs het raam verdween achter dat mooie papier. Marja zette daar drie brandende kaarsen voor, deed de grote lamp uit. Wat een gezellige schemer gaf dat! Daarbij brachten de kaarsvlammen lichtvlekken en grillige schaduwtjes op het crêpepapier. Marja genoot toch zo van haar eenvoudige kerstversiering.

In de woonkamer van het mooie, grote huis waren Franka en haar grote broer Rudolf ook druk bezig. Hun sparrenboom werd van boven tot onder behangen met bontgekleurde ballen en sierlijke slingers. Ja, het gezin van Franka kon zich heus wel het een en ander veroorloven. Vader was eigenaar van een bloeiende fabriek en bezat daarom een aardig kapitaal.
Terwijl Rudolf de kaarsen op de tafel aanstak, keek hij eens naar buiten. Wat was de sterrenavond mooi!
"Oh, Franka! In het huis van jouw vriendinnetje zie ik vuur branden. Ik ga nu gauw die mensen waarschuwen dat hun huis in brand staat. Ze schijnen het nog niet in de gaten te hebben!"
"Ik ga met je mee!" schreeuwde Franka.
Rennen maar! Rennen! In allerijl ging het naar Marja's huis.
Van de schrik markte Rudolf niet dat hij nog een brandende kaars in zijn hand had. "Au! Au!" Rudolfs vingers werden door het vlammetje gestreeld. Hij gooide de kaars weg, tegen de oude kastanjeboom aan.
Rudolf en Franka bonsden hard op de deur.
"Ziet u niet dat uw huis in brand staat?!" riepen ze tegen Marja's moeder.
In doodsangst snelden de ouders van Marja met Rudolf en Franka naar boven. Zou hun dochtertje misschien al in het vuur gestikt zijn? Had ze zelf niets van het gevaar gemerkt?
Niets van dat alles! Marja zat heel rustig in haar slaapkamer. Ze keek geboeid naar het spel van kaarsen, schaduwen en lichtvlekken. Wat waren de vier mensen opgelucht!
Tien ogen waren voortdurend gericht op dat raam, achter toneelspelend papier verborgen. Opnieuw werd er op de deur geklopt.
Het volgende ogenblik stonden de vader en moeder van Franka hijgend in de gang.
"O, hoort u eens! De grote kastanjeboom staat in brand! Straks komen die vlammen nog op uw huis terecht!"
Marja's vader holde pijlsnel weer naar buiten, en weer naar binnen.
"Onmiddellijk de brandweer waarschuwen! Het vuur van de kastanjeboom kan inderdaad overwaaien naar ons huis!"
Nu herinnerde Rudolf zich dat hij een brandende kaars had neergegooid. Ja, dat vuur... Het was zijn schuld...
Maar opeens vergat iedereen het gevaar. De zeven mensen werden iets heel bijzonders gewaar.


(wordt vervolgd)

Schrijver: Han Messie, 10 december 2011


Geplaatst in de categorie: kerstmis

5.0 met 1 stemmen 254



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)