Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een vreselijke tijd

In mijn vorig leven had ik het niet makkelijk. Toen ik net 28 jaar was werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Vreselijke honger heb ik geleden tijdens het beleg van Leiden door de Spanjaarden. Toen het beleg was geëindigd ben ik als matroos meegegaan met de schepen van de V.O.C. Zoals iedereen wel weet komen producten, zoals koffie, thee, specerijen en tabak toen uit Indië. Deze goederen kwamen vroeger via Azië en Klein Azië naar ons land, maar toen de Turken in 1453 een eind maakte aan het Oost-Romeinse rijk werd de handel over land moeilijk.

De Portugezen waren slim en gingen de goederen halen over zee, via de Kaap de Goede Hoop, het zuidelijkste punt van Afrika. Vasco da Gama vond uiteindelijk in 1499 de zeeweg naar Indië. De Portugezen brachten de handelswaar naar de haven van Lissabon. De Hollanders waren ook slim en gingen met vrachtvaarders naar Lissabon om handel te drijven, maar ze waren niet meer welkom, want de Spaanse koning Filips II verbood de handel, immers we waren nog in oorlog met Spanje. Pas in 1648 erkende Spanje onze Republiek als een vrije onafhankelijke staat.

De Nederlanders gingen dus proberen Indië te bereiken via de Kaap. Eerder was al een poging gedaan via de Noordpool door Willem Barentsz en Jacob Heemskerk in 1596. Hun schip kwam vast te zitten in het drijfijs. Ze moesten de lange poolwinter heelhuids door zien te komen. Van aangespoelde boomstammen en planken hebben ze een hut in elkaar getimmerd. Ze noemden deze hut, het behouden huis. Ze kregen het zwaar te verduren in de vreselijke koude. Zelfs hun voeten bleven steenkoud bij het houtvuur. Door ijsberen en poolvossen te schieten konden ze de pelzen geschikt maken om het lichaam op temperatuur te houden. Het vet van de dieren kon gebruikt worden voor de verlichting van de hut.

In het voorjaar probeerden de bemanning hun schip los te wrikken, maar dat lukte niet. Toen hebben ze de terugtocht gewaagd met twee kleine boten. Na een lange reis vol met ontberingen kwamen ze terug in Amsterdam. Onderweg waren Barentsz en twee matrozen bezweken. In 1871 in het behouden huis teruggevonden. Toen Leiden werd belegerd door Spaanse troepen kwam spoedig de hongersnood en vreselijke ziekten, zoals de pest. Het lukte de Prins van Oranje de omgeving van Leiden onder water te zetten en gingen de Spanjaarden op de vlucht. Toen kwam een einde aan deze zware periode, want op 3 oktober 1574 kwamen de Geuzen met schepen binnenvaren met haring en wittebrood en hutspot. Zelf heb ik mij in leven weten te houden door honden en- kattenvlees en fijn gesneden gras te eten.

Wordt vervolgd.

Schrijver: kees niesse, 26 mei 2014


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

5.0 met 2 stemmen 102



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
26 mei 2014
Man-man, wat heb je toch een vreselijke incarnaties achter de rug! Leven op honden- en kattenvlees was zeker geen kattenpis. Tegenwoordig is honden- en kattenvoer bijna net zo smakelijk als mensenvoer. Fijngesneden grassprieten, alsof je het over spinazie hebt. Maar ik weet nu wel waar Frederik Willem Hermans zijn novelle-titel 'Het behouden huis' vandaan heeft... Die Hermans struinde namelijk ook nogal wat af in noordelijk gelegen landen... Willem Barentsz Hermans!...
Minder geschiedenislessen, Kees, je fantasie is namelijk veel interessanter!...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)