TAAL DER SPROOKJES
Kinderen met hun sterke verbeelding wanen zich in een gevaarlijk en eindeloos bos. Tijdens hun speurtocht worden ze beloerd door heksen en kwaadaardige tovenaars... Moeten ze daar tegen strijden? Welwillende aardmannetjes komen tevoorschijn en helpen. Alles komt goed.
Veel mensen werken hard en onder spanning. Met klagende scherts wordt gezegd:
"Ach, kwam er maar een goede fee. Zij kon ons werk verlichten en plezieriger maken."
De kiene zakenman kruipt in bed, probeert zijn papieren en krioelende getallen te vergeten. Al indommelend merkt hij dat een elfje zijn hoofd wiegt en hem toefluistert...
Personen met toverkunst uit de schone vertellingen zijn nietige menselijke voorstellingen van de wezens der Hoge Wereld, die onze aardbol omgeeft. De onsterfelijkheid van het sprookje beeldt de wil des Hemels, die van Schepping tot in Eeuwigheid heerst.
Geplaatst in de categorie: religie