Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over pesten

Mond vol tanden

De op deze site aanwezige categorie “Verhalen” kan men gelukkig met een bijdrage aanvullen, die t.o.v. andere verhalen, een totaal verschillende invalshoek heeft. Je kunt een verhaal verzinnen of over iets verhalen, dat op een ware gebeurtenis berust en waarin je zelf ook onderdeel van uitmaakt. Tot slot kan men een verhaal creëren waarin men ‘verhaal haalt’ op vermeend onrecht of wat dies meer zij. Eigenlijk niet zo saai als het op het eerste gevoel lijkt en zolang je het verhaal in de juiste context vertelt. Mijn bijdrage berust op gebeurde feiten en is een mengeling van een verhaal en graag verhaal ergens te willen hebben halen. Het gaat over een aanvaring met de Oostenrijkse douane in de zomer van het jaar 1980.

Wij verbleven toen met vakantie in Zuid-Duitsland, vlak bij het plaatsje Füssen, samen met mijn schoonouders (beiden geboren en getogen in Rotterdam) die toen beiden ieder ruim 70 jaar oud waren. Op een mooie zonnige dag hadden we een autotripje gepland, dat via Füssen en het grensplaatsje bij Reute langs de mooie Plansee in Oostenrijk voerde. Na enige verpozing aldaar wilden wij verder via de Ammerwald en een kleine grensovergang richting Ober Ammergau. Eenmaal vlak bij de open slagbomen voegden we ons in een kleine file auto’s. Er waren op dat moment drie douaniers bezig. De eerste zag toe dat de file zich ordelijk verplaatste, de tweede gaf met een korte handbeweging aan om een gat op te vullen dat na de controle door een wegrijdende auto ontstond en de derde controleerde de passen. Tot zover niets vreemds aan de gang van zaken.

Toen ik haast aan de beurt was, liet ik door onoplettendheid een flinke ruimte ontstaan met de wegrijdende voorganger. De douanier nummer twee maande mij met korte snelle handsbeweging om aan te sluiten en omdat dit in zijn beleving te traag gebeurde maakte hij met zijn arm flinke zwaaibewegingen. Toen ik met mijn motorkap zijn positie had bereikt en wilde stoppen zwaaide die arm nog steeds. Mijn conclusie was: hij maakt mij duidelijk door te rijden, hetgeen ik ook prompt deed. Door mijn geopend voorportierraampje hoorde ik ineens een keiharde kreet: “Stop! Anhalten!”
Hij kon niet weten, dat ik zijn dialect verstond (ik had als kind immers 3.5 jaar in de Oost-Allgäu gewoond) toen hij iets gedempter vervolgde (het nu volgende is fonetisch weergegeven): ”Sacra, bisch blind oda hóóscht nicht voeïll drin droben? Depp, dóómischer Hund”. Dat betekende zoveel als: (Verdomme, ben je blind of of heb je geen hersens? Gek, achterlijke hond).

Ik zette de auto rechts aan de kant en stapte, met vier paspoorten in de hand, uit om deze alsnog te tonen en om uit te leggen dat ik zijn armzwaai had opgevat als een sommering om door te rijden. Het flitste door mijn hoofd (dus: verhaal halen) om aan hem te vragen mij zijn scheldpartij schriftelijk te bevestigen, opdat ik bij de ambassade mijn beklag kon doen. Ik zag er meteen weer vanaf, omdat hij nogal snel en resoluut op mij afkam en schreeuwde: “Wegwezen, ik hoef geen paspoort meer te zien en :”dallie, dallie.” Ik begreep meteen, dat hij mij méér dwars kon zitten dan ik hem. Wat mij, als meest schrijnend is bijgebleven, is dat barse en nogal intimiderende ‘Mofrikaanse’ gebrul. Ik meende op dat moment eventjes een zelfde irritatie of haat te voelen als van de velen, die iets dergelijks gedurende vijf jaar bezetting hebben moeten aanhoren. Mijn schoonmoeder, achterin zittend en op de hoogte gebracht van hetgeen de aanleiding was van de uitbarsting van deze grensbewaker, reageerde nuchter met de woorden: “Zielig – ach strontje, wie heeft jou gescheten?”

Diezelfde dag eindigde gelukkig nog met een prettig bezoek aan en verblijf in Ober Ammergau.

Schrijver: Günter Schulz, 21 april 2024


Geplaatst in de categorie: pesten

5.0 met 2 stemmen 44



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)