Altijd weer het geld
Het was prachtig weer. Henk en Ingrid gingen nog even door de buurt wandelen. Toen ze op een hoek van een straat kwamen zagen ze een ventje huilen. Ingrid zei:
''Waarom huil je zo, manneke?''
Hevig snikkend zei hij:
''Oma gaf mij twee euro voor m'n spaarpot, maar ik wilde liever drop en zoethout kopen in de snoepwinkel. In de winkel voelde ik in mijn zakken, maar de munt was weg en ik heb nog op de straat waar ik liep gezocht, maar de munt niet meer gevonden.''
''Wat is dat verschrikkelijk, m'n jong.'' Ingrid pakte haar portemonnee en haalde er twee euro uit en gaf het de jongen. Tot haar grote schrik begon het ventje nog harder te wenen.
''Waarom huil je nog steeds, je hebt toch weer het geld? Nou niet meer zeuren, hoor.''
''Mevrouw, ik heb er spijt van, dat ik geen vijf euro heb gezegd.''
Henk moest lachen, en zei:
''Dat jong wordt later minister van financiën in Den Haag. Daar hoor je ook elke dag geweeklaag over geld.''
Geplaatst in de categorie: geld