Afscheidsfeestje
Vandaag vier ik mijn feestje. Ze wordt niet thuisgebracht, mijn (on)genode gast; een kind dat ik ga verwennen totdat ze erin stikt. Niemand kan dichtbij komen op het feest van eenzaamheid. Het feest is grimmig vrolijk; de gast is bang en zwak. Ik voer haar dronken in haar angst met alles wat ik vind. Ze lust geen taart dus krijgt ze taart; ontbijtkoek, kruidkoek, cornflakes en alles wat maar koolhydraten is. Omdat het haar verboden is. Daarom is ze bang, dat kind. Ze eet niet totdat ik haar dwing en het haar walgelijk vol en smerig maakt. Ik lach om de wreedheid van mijn logica tegen dat gevoelskind in haar nood. En weet dat we nooit even oud zullen zijn en samen oplopen, hand in hand. Dan kan ze beter voelen nú. En walgen van haar status als onvolgroeide slappeling.
Deze avond is mijn afscheidsfeest voor haar. Onbegrensde wreedheid in de happen die ik voer. Ik haat het en geniet ervan. Voelen zal ze, de pijn, de vernedering, het weten van nooit-er-te-zijn. Voorgoed volgepropt vernederd en gehaat in de hoek geschopt want morgen is het over. Ze wordt niet thuisgebracht, ze wordt nooit thuisgebracht, want wie zou dat moeten doen? Ik zou het moeten, maar ik kan haar bestemming niet vinden, alleen haar angst kom ik soms tegen. Maar dat wat haar bang maakt niet. Dat waar ze naar verlangt is onbenoembaar, ongrijpbaar, onverklaarbaar, omhuld door een nevel van onbereikbare eenzaamheid.
En ze eet, huilt, schreeuwt, stikt; en morgen zal ze zwijgen.
Geplaatst in de categorie: emoties