Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Levenskus.

Sneeuwroosje zou nimmer zijn ontwaakt als de prins op het witte paard daar niet toevallig voorbij was gereden. Hoe toevallig vraag ik mij weleens af. Zocht die prins een schone slaapster die hij wakker kon kussen, of reed hij meestal in de buurt rond om een onoplettende vrouw te schaken? Zo’n half slapende, half dode vrouw zou een heel gemakkelijke prooi voor hem zijn. Nee, Sneeuwroosje kon alleen maar wakker worden gekust door een levende prins. Zij kon alleen maar terugkeren naar het aardse leven als een levende prins haar kuste en zodoende reanimeerde. En die prins dan, kuste hij haar uit liefde? Nee de liefde tussen hem en Sneeuwroosje begon zich pas te manifesteren nadat hij haar gekust had. Hoewel het sprookje daar niet verder op ingaat.

Stel nou dat Sneeuwroosje eigenlijk Truus Takens heette, en die prins Theo Twijfelaar. Truus was heel onvoorzichtig geweest en had inferieure drugs gebruikt en was hierdoor in coma geraakt. Theo reed regelmatig langs het huis van Truus en keek dan snel of hij een glimp van die spetter kon opvangen. Nu waren de gordijnen al drie dagen dicht en Theo voelde dat er iets niet klopte. Hij stapte van zijn witte scooter af en belde aan bij het huis van mejuffrouw Takens. Geen reactie, niemand deed open. Hij keek onder de grijze container en vond een sleutel die op het slot van de voordeur paste. Hij opende de deur, struikelde over de ongeopende post en liep door het halletje. In de gang hing een muffe lucht van ingeslapen veroudering, een term die hem toen nog niets zei. Hij liep met twee treden tegelijk de houten trap op en wist dat haar slaapkamer aan de straatkant van het huis lag. Hij klopte op de kamerdeur en luisterde vol overgave of hij een geluid van een misschien wel zieke vrouw hoorde. Maar het bleef stil aan de andere kant van de deur. Als in een politieserie ramde hij met zijn schouder de slaapkamerdeur open en zag haar liggen op het grote vierkanten bed. Ze ademde nog heel zachtjes met gesloten ogen. Iedere sukkel had kunnen zien dat hier wat ergs aan de hand was. Het spookte door zijn hoofd, wat te doen? Ja, wat moest hij doen? Hij dacht magisch en herinnerde zich het sprookje van Sneeuwroosje. Met enige twijfel liep hij naar haar toe en drukte zijn lippen op haar mond. Dit zou geen enkele hulpverlener op die wijze hebben gedaan. Maar het resultaat was verbluffend. Ze sloeg haar ogen open en vroeg: “waar is je paard?” En daarna: “wat heb ik een vreselijke dorst” . Haar derde zin was: “wie ben jij?”

Ik wil met dit voorbeeld alleen maar aangeven dat het wonder van de levenskus niet begint met de vraag waarom de prins in de buurt was. Maar dat de magie van het leven zich niet laat ringeloren door ons gebrek aan fantasie.

Schrijver: J.J.v.Verre, 21 november 2011


Geplaatst in de categorie: adel

3.0 met 12 stemmen 1.050



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
21 november 2011
Email:
hmessielive.nl
Een sprookje, dat de werkelijkheid mint en er tegelijk op duidt dat onverklaarbare wonderen toch niet uitgesloten zijn.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)