De Nacht van Volle Maan
Het was een donkerblauwe nacht waarin de Volle Maan de vroeggevallen duisternis verlichtte. De vrouw liep door de stille straat, waar de meeste lichten in de huizen waren gedoofd. Ze droeg een zwarte cape met een ruime capuchon, die haar zilverbruine lange haren bedekte. Een raaf liep over het kleine grasveldje aan de linkerkant van de weg, en ze wist dat ze niet alleen was. Een zwarte kat zat aan de rechterkant van de straat rustig op de rand van de stoep, en sloeg haar en de vogel oplettend gade. Toen ze bij het parkje kwam, stak ze de weg over en sloeg een klein zijpad in, dat tussen een grote beuk en een oude eik lag. Daarachter doemde een onverwacht zilverglinsterend meer op uit het duister.
Op het bankje langs het meer zat een man. Hij droeg een zwarte cape met een ruime capuchon, die zijn halflange zilverzwarte haren verborg. Ze liep op hem toe en hield even stil. Haar aandacht ging naar zijn handen, die ineengevouwen op zijn schoot lagen. Op zijn rechterhand was de figuur van een draak getatoeëerd. Ze zette een stap dichterbij, hij keek naar haar op. "Gegroet, waarde zuster." Zijn stem was rustig en donker, en klonk vreemd vertrouwd voor iemand die zij nog nooit had ontmoet. Zijn lichtgrijze ogen keken haar recht aan, en vertelden een verhaal van lang verleden levens. Instinctief wist ze dat zij onderdeel van een van die levens geweest was. "Gegroet, waarde broeder." Ze beantwoordde zijn oprecht geïnteresseerde blik met een warme glimlach, en ging rechts naast hem zitten op het bankje. Haar handen vouwde ze in haar schoot ineen. Samen keken ze zwijgend naar de glinsteringen van het meer.
Een uil verbrak de stilte met een boodschap uit de bomen. "We zijn niet alleen." Haar stem klonk zacht maar helder. Hij knikte en stond op. "Het is tijd om te gaan." Hij stak zijn hand naar haar uit, en wees met de andere in de richting van het pad op de heuvel. De Volle Maan verlichtte hun handen en gezichten. Ze legde haar hand in de zijne, een aanraking met een belofte. Een ogenblik keek hij naar haar middelvinger met de zwaar zilveren slang die een diepzwarte onyx omringde. Ze volgde zijn blik, die zich snel verplaatste van de ring naar haar hazelbruine ogen, waarvan de pupillen zich langzaam verwijdden, en de rand zachtgroen kleurde. Daarna richtte ze haar blik op het door hem gewezen pad, en stapte langs hem heen, richting heuvel. Met een lichte buiging en een zachte glimlach liet hij haar hand los, en volgde. Samen spoedden ze zich de brede heuvel op, hij een pas achter haar.
Er waren meer paden die naar de top van de grote heuvel leidden. Uit alle windstreken verschenen vrouwen en mannen, die zich op de heuveltop verzamelden bij een kring van halfplatte grote stenen. De meesten droegen een zwarte of donkerpaarse cape, enkele vrouwen een donkerblauwe, enkele mannen een donkerrode, met ruime capuchons over hun verborgen haren. De kleuren van de capes waren zo donker, dat ze alleen van elkaar te onderscheiden waren in het licht van Volle Maan, die tegelijk hun gelaat en leeftijd verlichtte, van twintig tot vijftig en enkelen daarboven. Oude bekenden begroetten elkaar in een hartelijke omhelzing. Nieuwe gezichten werden begroet met een lichte buiging en een warme lach. Er werd druk en vrolijk gepraat, totdat de uil een tweede boodschap liet horen uit de bomen.
Het werd stil en allen stapten zij vol eerbied binnen de kring der stenen, het gezicht naar het midden van de cirkel. Door de handen vast te nemen van de personen aan beide zijden, werd de kring gesloten. Een minutenlange stilte volgde, waarin met gesloten ogen ieder zich concentreerde op eigen gedachten. Op een derde teken uit de bomen, openden allen de ogen, en stak men de armen in de lucht. Wijsheden van oeroude rituelen die duizenden jaren hadden overleefd, werden aangeroepen in de donkerblauw verlichte duisternis. Daarna een nieuwe stilte waarin men elkaar betekenisvol aankeek. Met de ogen zocht men een partner; een lichte hoofdbuiging stuurde de uitnodiging, die op gelijke wijze werd aanvaard. De vrouw en man die elkaar die avond hadden ontmoet bij het meer, kozen elkaar, en zochten een plek binnen de kring. Zij raakten elkaars handpalmen aan in een minutenlange stille concentratie. Andere mannen en vrouwen volgden hun voorbeeld. De kleuren van de capes maakten duidelijk wie voor wie kiezen kon. Zwart koos zwart, blauw koos blauw, rood koos rood, en paars mengde met alle kleuren.
Op het vierde teken van de uil, gingen de capuchons omlaag. Liefdevol streelde men elkaars gelaat, de ander diep in de ogen kijkend, wetend van ieders verleden, pijn en verdriet, plezier en genot, want in de diepte van hun blikken waren zij allen naakt. Terwijl de uil ten vijfde teken over de kring vloog, vielen de capes van hun schouders, en transformeerden tot een matras van dekens, waarop de paren zich neervlijden in een liefkozende omhelzing. Een urenlang opgaan in warme strelingen maakte alle overige kleding overbodig, welke opgerold naast de uitgevouwen capes werd gelegd. De diepgaande liefkozingen en ritmische massages leidde tot een doelbewuste verwijding van de chakra's. Hierdoor kon de Liefdesenergie van hun hoogtepunten vrijelijk stromen en zich verbinden met de Nacht van Volle Maan.
De Volle Maan scheen helderder dan ooit. Als een grote lantaarn strooide zij het van rituelen ontvangen Liefdeslicht uit over Moeder Aarde. Onbewust van dit proces, voelden veel mensen deze nacht in hun beschutte huizen een groot verlangen om elkaar langdurig en intens te beminnen. Op Venus schudde Aphrodite haar haren. Menigeen die de Godin in zich voelde ontwaken, verleidde de ander met een gelijkaardige beweging of het aanraken van het haar. De Godin sloeg met haar meest betoverende glimlach het minnekozende schouwspel van de mensen gade. En zij zag dat het goed was.
Zie ook: http://fineartamerica.com...rofiles/ricardo-reitmeyer.html
Schrijver: Gabriëla Mommers, 20 oktober 2014
Geplaatst in de categorie: vrijheid
Graag gelezen, Gabriëla.