Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Madama Butterfly

Gisteren naar de opera Madama Butterfly geweest. Een erg gestileerde enscenering. De zangers gleden over het toneel alsof deze waren opgenomen op film en vertraagd werden weergegeven. Dit gaf de uitvoering een haast surrealistische uitstraling. Het boeide me wel maar ontroeren deed het mij niet.

Toen ik in de trein naar huis reed kwam er een vrouw tegenover mij zitten. Ik kon aan haar uiterlijk en gedrag zien dat ze niet in “orde” was. Ze pakte een sigaret en vroeg mij om een vuurtje. Ze maakte oncontroleerbare schokbewegingen met haar hoofd en terwijl ze diep inhaleerde hoestte ze meerdere malen voluit. Ze nam geen moeite om haar hand voor haar mond te houden. Haar ogen keken onzeker, bijna angstig, richting mij om contact te maken. Ik keek weg naar buiten in de hoop dat ze niet zou gaan praten.

“Als ik van één tot vier werk, zijn dat dan drie uren?”.
Ik keek in haar richting, maar vermeed oogcontact. Ja, antwoordde ik. “Oh, ik ga altijd om drie uur weg waar ik schoonmaak en heb ruzie gehad omdat ik maar twee uur betaald krijg.”
Ik antwoordde niet en keek weer naar buiten. Ze rommelde wat in haar tas en haalde er een mobieltje uit. Ik ga logeren bij een vriendin, zij ze. Ik knikte als een soort bevestiging dat ik het begrepen had en bleef naar buiten kijken. Het was gitzwart waardoor de ruit als een spiegel werkte. Ik zag mezelf en haar en ik voelde me ongemakkelijk en schuldig. Ze had behoefte aan een gesprek en ik kon het haar niet geven.

“Hallo lieverd”, zij ze door de telefoon. “Ja, ik kom er aan hoor. Ik zit nu in de trein. Je vindt het toch wel goed dat ik kom? Hé, wat zeg je lieverd? Nee, ik begrijp het wel. Dus je vindt het wel goed? Ok, tot zo dan. Dag.”

Er werd omgeroepen dat de trein station Weesp naderde en dat reizigers voor de richting Almere/Lelystad moesten overstappen. Terwijl de trein vaart minderde vroeg de vrouw of dit station Weesp was. Ik keek haar nu aan en knikte bevestigend. Terwijl de trein het station binnengleed begon ze weer te praten. Eerst dacht ik dat de telefoon helemaal niet werkte en dat ze maar deed alsof. Maar ik kon duidelijk een mannenstem door de telefoon horen.

“Hallo lieverd! Vind je het erg dat ik je bel? Hé, wat zeg je? Ik zit in de trein. Nee, alleen. Ik mis je. Nee, alleen. Dat zeg ik toch.” Langzaam kwam de trein tot stilstand. Enkele passagiers stonden op om uit te stappen. Na enkele ogenblikken kwamen overstappers van de trein richting Almere/Lelystad de coupé binnen en zochten een plek. De vrouw begon steeds luider te praten met een merkbaar emotionele stem.
“Ja, maar ik hou toch van je. Waarom zeg je dat nou. Ik miste je gewoon en daarom was ik langs gekomen.” De man aan de andere kant van de lijn begon hoorbaar te schreeuwen. “ Ok, dan kom ik niet meer langs als je dat niet wil. Goed dan. Dan kom ik niet meer langs. Ik kom dan niet meer. Nooit meer.” Terwijl ze “Nooit meer” zei brak haar stem iets en ik voelde me nog schuldiger dan ik al deed.

Opeens viel het licht voor een paar seconden uit. Die avond waren er al meerdere treinen uitgevallen door storingen. Waarschijnlijk had dit hiermee te maken. “Kan dat geen kwaad” vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd ontkennend. “We kunnen toch niet op een andere trein botsen?”. Ze keek langs me heen naar de andere passagiers en vroeg het nog eens. Achter mij hoorde ik een stem die zei: “Het komt door dat telefoontje van je”. Een beetje ongelovig keek ze naar haar mobieltje en ik zag aan haar reactie dat ze het niet geloofde en dat ze zich een beetje geneerde. Ik voelde me opgelaten maar durfde toch niets te zeggen.

“Heb je nog een vuurtje voor me?” Ik reikte in mijn borstzak, pakte mijn aansteker en maakte haar sigaret aan. “Hij zei dat ik een hoer ben. Mooie vent hè?” Niet zo aardig om dat te zeggen, zei ik. Ze keek opzij naar een jonge man die in de coupé naast ons zat. “Zie ik eruit als een hoer?” “Oh, ik dacht het ook niet. Als ik een hoer was, dan was ik wel anders gekleed”. Ze keek weer in mijn richting en zei: “Die vent heeft me gebruikt. Hij heeft al mijn centen opgemaakt. Ik moest altijd jointjes voor hem kopen. Nu wil hij me niet meer zien.” Ik knikte een beetje en keek weer naar buiten.
“Naarden-Bussum station Naarden-Bussum” zei een stem door de omroepinstallatie. “Is dit Naarden-Bussum” vroeg de vrouw. Ik knikte instemmend. De trein minderde vaart en vanuit het raam kon ik het verlichte perron zien naderen. Ze stond op en liep naar de uitgang. Even later zag ik haar lopen. Ze droeg een goedkope oude jas met daaronder een synthetische halflange rok. In haar mondhoek stak de sigaret die ik voor haar had aangestoken. Verder had ze een kreukelige versleten plastic zak bij zich waar ze waarschijnlijk wat kleding voor de nacht in had.

Ze keek nog steeds met een onzekere, angstige, blik. Echter, terwijl ze nu in de verte staarde op zoek naar haar vriendin, bespeurde ik een droefheid in haar die me ontroerde. Ik stak nu zelf een sigaret op en inhaleerde diep. Met één lange adem blies ik de rook de coupé in. Ik schaamde me en dacht. Egoïst die je bent. Kom je net van de Opera waar je zo nodig tussen de “upperclass” cultuur moet opdoen op zoekt naar menselijke emotie verpakt in beeld en geluid mezelf heel goed en interessant vindend, vol met kritiek en betweterigheid. Echter, twintig minuten later voltrekt zich een klein menselijk drama van een eenvoudige vrouw en ik kan mezelf er niet toe zetten om een luisterend oor te bieden. Niemand in die coupé nam de moeite.

Schrijver: Simon Verbeek, 12 oktober 2002


Geplaatst in de categorie: maatschappij

2.5 met 42 stemmen 2.405



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)