Bernard schrijft ...aan Zijne Majesteit de Koning

Antwerpen, 15 september 2004


Aan Zijne Koninklijke Hoogheid, Koning Albert 2


Sire,

Als trouwe onderdaan wend ik mij ten einde raad tot U. Normalerwijs moet ik voor een kleine misstap nog 7 maanden gevangenisstaf uitzitten. Maar door de situatie waarin ik plotseling ben verzeild geraakt zie ik geen andere uitweg dan mij persoonlijk en bij hoogdringendheid tot U te richten met een beleefd verzoek tot gratie en vervroegde vrijlating. Mijn echtgenote Georgette is namelijk onlangs onbevlekt ontvangen.

Inderdaad Majesteit, op het eerste zicht klinkt dat nogal ongeloofwaardig, maar ik zal U 3 redenen noemen die ervoor zorgen dat ik onvoorwaardelijk geloof in een teken van de Almachtige Vader.
Ten eerste is mijn vrouw pas 3 maanden in gezegende toestand, terwijl ik al 5 maanden in de cel vertoef. Ik kan U verzekeren Sire dat al die tijd ons lichamelijk contact niet verder ging dan wat kushandjes.
Daarnaast kan ik onmogelijk aannemen dat mijn echtgenote een scheve schaats heeft gereden. Met haar 1,60 meter en haar 107 kilogram is zij echt geen toonbeeld van seksuele appetijt. De bakker en de melkboer zullen, naar ik aanneem, wel tweemaal nadenken alvorens mijn Georgette met hun avances te overladen. Daarenboven zou mijn vrouw nooit op dergelijke toenaderingspogingen ingaan omdat zij daarna nooit meer in de kerk zou durven komen.
De derde reden Sire, is dat de Heer mij vannacht in mijn cel met een visioen heeft bedacht. Gezeten op een helblauwe wolk en omgeven door een stralend wit licht vroeg hij Uw nederige onderdaan om persoonlijk borg te staan voor de opvoeding van de nieuwe Messias. Het spreekt vanzelf Sire, dat wanneer ik bij de geboorte nog in de bak verblijf, ik die opvoedende taak met een valse noot zou beginnen. Dat zou dan weer een traumatische ervaring kunnen zijn voor de kleine Jezus 2, met niet te voorziene gevolgen wanneer Hij op volwassen leeftijd aan zijn opdracht als Verlosser dient te beginnen.

Om al deze redenen Majesteit, hoop ik dat U mijn verzoek zal willen inwilligen. Vervroegde invrijheidsstelling is op dit ogenblik mijn grootste zorg. Dat ik mijn vaderlijke taak als verwekker niet op mij heb kunnen nemen is slechts een vervelende bijkomstigheid, die ik er gelaten bij neem. Bij dit laatste vertoef ik trouwens in goed gezelschap. Ik troost mij met de gedachte aan Sint-Jozef, die er na zijn dood alsnog in slaagde om als allereerste hoorndrager heilig te worden verklaard.

Sire, zeg nu zelf, na tientallen jaren eindelijk nog eens een heiligverklaring van een Belgische onderdaan, dat moet ook voor U als Koning toch iets zijn om naar uit te kijken. Daarom durf ik vol hoop en vertrouwen Uw antwoord tegemoet te zien.

Ondertussen teken ik met vriendelijke groeten, ook aan uw lieftallige echtgenote,

Bernard De Simpelare

Penitentière Instelling Londenstraat
2000 Antwerpen

Bernard Schrijft Kon Schrijft Koning

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.2 met 18 stemmen 1.643