ONZE MAN 3
Voorjaarsgeluk
De man zat bij het raam en keek verlangend naar buiten. Het ochtendzonnetje gaf een aangename warmte op zijn oude huid. ‘Ik zou wel eens naar buiten willen,’ zei hij tegen het jonge meisje dat hem zijn koffie kwam brengen. Hij had voor zijn gevoel al veel te lang binnen gezeten. ‘Na de koffie gaan we samen wandelen in de tuin,’ beloofde ze hem met een vriendelijke stem. Even later kwam ze terug met zijn jas en pet. Al bij de eerste stappen over het tuinpad snoof hij gretig de lucht op die zwanger was van een schitterend voorjaar. De man genoot zichtbaar van alles wat hij voelde, rook, hoorde en zag. ‘Kijk die vogeltjes daar eens gezellig bij elkaar zitten,’ zei hij vrolijk terwijl hij even stilstond en naar een boom wees. Tussen het tere groen hingen nog wat bruine bladeren die een zachte winter overleefd hadden en op het eerste gezicht wel iets van vogels weg hadden. ‘En wij wandelen hier ook gezellig met elkaar,’ was haar spontane reactie op zijn levendige waarneming terwijl ze hem even wat steviger vasthield. Het zonnetje, de vogels en het jonge meisje, zomaar op zijn pad gekomen, leken een geschenk uit de blauwe hemel. Met een lichte tred vervolgde hij opgewekt zijn levensweg.
Geplaatst in de categorie: ziekte