Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

HALLO, IS DAAR IEMAND? - Overpeinzing over kosmische communicatie

Als het, zoals sommigen menen, op grond van kansberekening niet uitgesloten is – misschien zelfs zeer aannemelijk – dat elders in het heelal intelligent leven bestaat, hoe groot is dan de kans dat wij daar ooit mee in contact zullen komen? Wij tasten al jaren met radiotelescopen het heelal af om eventuele boodschappen van elders op te vangen. Tegelijkertijd zenden we ook zelf signalen uit in de hoop dat deze door intelligente wezens worden ontvangen en begrepen.

Hier doet zich meteen al een probleem voor. Als het voor mensen op één planeet al zo moeilijk is elkaar te verstaan, hoe moeilijk moet het dan niet zijn om ons verstaanbaar te maken aan wezens waarvan we ons de levensvorm, de leefwijze en de leefomstandigheden niet eens kunnen voorstellen? Die moeilijkheid wordt nog vergroot doordat we voorshands alleen maar kunnen denken aan éénrichtingverkeer – van ons naar hen of van hen naar ons. Dit door de lange tijd die de boodschap nodig zal hebben om haar bestemming te bereiken. Ik kom daar nog op terug.

In welke taal moeten we onze signalen de ruimte insturen om te worden verstaan?
Een slimme bijdrage tot oplossing van dat probleem werd ooit geleverd door prof. H. Freudenthal. Zijn uitgangspunt was dat de taal van de wiskunde – als een soort kosmisch Esperanto – verstaanbaar moet zijn voor iedere intelligentie. Deze taal kreeg de naam "Lingua Cosmica", afgekort "Lincos". Ze is zo opgezet dat de signalen die ze gebruikt snel als taal herkend kunnen worden. Verder stelt ze de ontvanger in staat om op basis van simpele beginsignalen allengs aan steeds complexere signalen betekenis te gaan toekennen.
Eerst seint men bijvoorbeeld een aantal malen: tuut piep tuut.
Daarna: tuut tuut piep tuut tuut.
Vervolgens: tuut tuut tuut piep tuut tuut tuut.
Vraag: wat betekent het signaal "tuut". Dat móet wel "is gelijk aan" betekenen.
Volgende signaal: tuut toet tuut piep tuut tuut
en dan
tuut tuut toet tuut piep tuut tuut tuut
en dan: tuut tuut toet tuut tuut piep tuut tuut tuut tuut.
Wat betekent "toet"? Allicht: "plus".
Nu: tuut tuut tuut prrr tuut piep tuut tuut.
Ja, dat hebt u nu meteen al door: "prrr" is "min".
Zo kunnen we doorgaan. U begrijpt dat het nu ook niet moeilijk meer is signalen herkenbaar te maken die betekenen "maal", "gedeeld door", "wortel uit" enz. Vervolgens kunnen we ook signalen gaan geven voor begrippen als "ongeveer", "veel", "weinig", "evenredig", "onbekend", "oneindig" enz. Gaandeweg breidt het vocabulaire zich verder uit, waarbij signalen en combinaties van signalen de plaats innemen van woorden. Na verloop van tijd zal de lijst groot genoeg zijn om allerlei verstaanbare mededelingen te doen.

Het taalprobleem is dus oplosbaar. Eventuele intelligenties elders in de ruimte zullen – als ze echt intelligent zijn – waarschijnlijk soortgelijke methodes weten te bedenken om voor óns begrijpelijke mededelingen te seinen. Maar áls ze daartoe in staat zijn – en hier bekruipt ons twijfel aan hun bestaan – waarom hébben ze dat dan nog niet gedaan?
U zult zeggen: "Misschien zijn ze nog niet zover."
Dat is mogelijk, maar niet waarschijnlijk. Als we uitgaan van zo'n honderd miljard (dus honderdduizend miljoen) sterren in ons melkwegstelsel, terwijl er een vergelijkbaar aantal melkwegstelsels bestaat, als we daarbij (voorzichtigheidshalve) veronderstellen dat maar een honderdduizendste deel van die sterren planeten bij zich heeft (het kúnnen er veel meer zijn) en dat maar een miljoenste deel dáárvan geschikt is voor bewoning door vormen van intelligent leven (het kúnnen er veel meer zijn), dan komen we zelfs bij zo'n pessimistische inschatting nog op zo'n honderd miljard "planeten met mogelijk intelligent leven". Dan zou het wel een erg onwaarschijnlijk toeval zijn als juist de aarde het verst ontwikkelde leven zou hebben voortgebracht, zodat wij, mensen, als eersten signalen de ruimte in zenden. Dat wordt nog onwaarschijnlijker als we bedenken dat ons zonnestelsel en dus ook de aarde betrekkelijk jong zijn. Op planeten van veel oudere zonnestelsels zou je dus veel ouder en veel verder ontwikkeld intelligent leven mogen verwachten. Des te bedenkelijker dus dat we zelfs met onze beste radiotelescopen, die honderdduizenden lichtjaren ver kunnen luisteren, nog niets hebben kunnen opvangen wat een intelligente afzender doet vermoeden.
Zijn we toch eenzamer dan we hoopten?

Er is nóg een kosmisch communicatieprobleem en dat schuilt in de afstand. Zelfs al kunnen we verstaanbare berichten uitzenden, het zal voorlopig wel een monoloog moeten blijven. De snelheid van onze signalen – zo'n 300.000 km per seconde – is veelal nog te laag om er kosmische afstanden mee te overbruggen.
De dichtstbijzijnde ster – onze buurman zogezegd – is Proxima Centauri. Ons signaal doet er toch nog bijna viereneenhalf jaar over om daar te komen. Een eventueel antwoord heeft uiteraard evenveel tijd nodig om óns te bereiken. Uitwisseling van twee berichten kost dus een kleine negen jaar. We zullen elkaar dus niet de oren van het hoofd kletsen.
En dat was dan nog maar onze directe buurman. Willen we van de ene kant van ons melkwegstelsel naar de andere kant, dan duurt een enkele reis met lichtsnelheid circa 100.000 jaar. Daar ga je wel even voor zitten!
Nu we eenmaal de smaak te pakken hebben gekregen, willen we natuurlijk wel wat verder kijken dan onze galactische neus lang is. We sturen even een briefje naar de dichtstbijzijnde spiraalnevel. Dit belendende galactische stelsel is de Andromedanevel. Het staat op een afstand van "slechts" een miljoen zevenhonderdduizend lichtjaren. Ze zijn daar blij iets van ons te horen en laten ons dat onmiddellijk weten. Het resultaat van die prompte reactie is, dat we al zo'n drie en een half miljoen jaar na het verzenden van ons bericht antwoord ontvangen. Onze verre nazaten zullen er verheugd van opkijken.

Als u tegen de achtergrond van deze feiten vindt dat praten over communicatie met andere intelligenties in de kosmos vooralsnog weinig realiteitsgehalte heeft, dan zal ik u niet tegenspreken.

Schrijver: N. Wamelink, 25 januari 2005


Geplaatst in de categorie: heelal

3.0 met 22 stemmen 1.972



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)