Meisje
Ze is nog maar jong, het meisje. Ze vindt het leuk mee te doen op een website.
Soms schrijft ze verhaaltjes.
Niet zo best nog, want ze is nog zo jong.
Zestien nog maar, dat is niet zo veel.
Margaretha noemt ze zich, want dat is een interessant naampje.
Margaretha is niet dom, ze kijkt goed uit haar oogjes wie aardig gevonden worden en wie niet.
Ferdie wordt niet aardig gevonden, dus even katten.
Anja wordt aardig gevonden, dus even vleien.
Margaretha is een vlotte meid.
Ze heeft haar haar kort geknipt, tondeuse 4.
'Korter kan het niet', zegt de kapster een beetje streng.
'Okidokidee, maar wél knalrood', zegt Mar.
Want Mar laat zich geen Margaretha meer noemen, voor geen meter.
Mar heeft een vriend.
Een grappige vechtjas, een bink, Bruun zegt-ie dat-ie heet. Zo heet geen mens, toch?, maar wat dondert het, zijn haar is mooi bruin, net een vachtje, dus waarom geen Bruun geheten?
Laatst had-ie een vriend zomaar de gracht ingemieterd en trapte op diens vingers toen-ie eruit wilde klauwen.
Vet.
Cool.
Soms slaat-ie Mar.
Maar dat doen jongens toch wel meer?
Vet.
Cool.
Laatst waren ze samen uit.
Mar danste met een lollig type, leuke krullen, voelden als een vachtje.
Net als bij Bruun.
Later gingen zij en Bruun naar huis.
Bruun foeterde, doet-ie vaker.
Wat ze met die gozer moest?
Mar lachte.
'Niets. Net als ik met jou niets moet, haha!'
Mar voelde een harde trap, voelde koud water, voelde knoerharde hakken op haar vingers.
Van één ding was zij overtuigd:
Hoe zij ook zou klauwen, eruit zou zij er niet meer komen.
Of zij zich nu Margaretha noemde of Mar.
Haar laatste gedachten waren absurd genoeg:
Vet.
Cool.
Geplaatst in de categorie: literatuur