Bijdrage
Ik houd van de natuur, verlies mijzelve vaak in beemd en bos, ik wandel mij van God los. Want hier, in dit schone ondermaanse, taalt dier noch gewas naar het agio van de mens. Het is eten of gegeten worden, groeien op afvallig blad, epifyterend op de bast, onderaards in duizend kleuren en vormen een schimmel het licht laten zien. Soms denk ik dat kabouters en elfen links en rechts mijn pad verlichten. Ik weet, dan ga ik te ver, dan ga ik zwammen.
Kuierend vervolg ik mijn weg, dat steentje in mijn linkerschoen baart mij zorgen.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid