Vrij van geloof
Door de eeuwen heen staat men elkaar naar het leven vanwege het geloof. Alhoewel ikzelf gedeeltelijk opgegroeid ben met de bijbel, heb ik alles wat hierin beschreven staat reeds lang terzijde geschoven, ik ben een afvallige...
Mijn rationele denkwijze belemmert me namelijk te geloven dat er hierboven, of waar dan ook, iets of iemand zou zijn die het reilen en zeilen van ons aards bestaan bestuurt en in de gaten houdt. Dan is de boel toch behoorlijk uit de hand gelopen, en dit is nog maar zachtjes uitgedrukt.
Mensen die geloven, antwoorden hierop dat God hier niets aan kan doen en met ons meehuilt over alle ellende en onrecht deze wereld aangedaan. Dit wil er bij mij dus niet in: hij is almachtig, ziet, weet en hoort alles, maar is niet in staat oorlogen, moord en doodslag etc. tegen te houden? Voor mij valt dit alles op geen enkele manier met elkaar te rijmen.
Ondanks dit ben ik van mening dat men andersdenkenden in hun waarde hoort te laten en elkaars geloof dient te respecteren.
Wat mij betreft, bouwt men een moskee, tempel of gebedshuis pal naast een kerk, kathedraal of noem maar op. Het zou ons veel problemen besparen wanneer men ten aanzien van dit punt elkaar vrij zou laten in zin en invulling van eigen leven. Laat iedereen die hier behoefte aan heeft, alsjeblieft zijn of haar beleving van het geloof als zodanig.
Maar ook: val mensen niet lastig die hier niets mee hebben. Want dit moet mij wel even van het hart: ik word doodziek van mensen die proberen mij hun geloof op te dringen.
Een paar dagen geleden was het weer zover: ik wil met u over de toekomst praten. "Nou", zei ik, meteen op mijn hoede: "Ik heb totaal geen behoefte om met u (ik bleef netjes) over mijn toekomst te praten".
Ja, je weet immers meteen waar het op uitdraait, je hoort het gelijk aan hun stemgeluid, beetje lijzig, en hun uiterlijk lijkt in negen van de tien gevallen op dat van mijn moeder in haar jonge jaren.
"Ja maar", begon ze opnieuw, "ik kom om over de wereld te praten, over het einde der tijden en..."
"Daar was ik al bang voor", interrumpeerde ik haar, "sorry, maar ik heb zo mijn eigen idee hierover en daar kun jij niets aan veranderen". (Wanneer ik wildvreemden ga tutoyeren, begint het irritant te worden.)
Ze bleef doorgaan over verlossing, uitverkoren zijn en het einde dat nu toch echt nabij was.
Geheel tegen mijn principes in, heb ik op een gegeven moment doodeenvoudig de deur dichtgedaan. Ik ben er niet op uit om wie dan ook te beledigen, maar deze types laten je geen andere keus. Waarom moeten ze zonodig zieltjes winnen, laat mij met rust!! Gun mij die vrijheid van denken die ik ook een ander gun.
Overigens moet ik wel bekennen dat ik stiekem hoop dat er hoe of waar dan ook ergens na dit leven nog iets is, iets aangenaams wel te verstaan. Een beetje hypocriet, ja dat klopt: niet geloven, er niets voor willen doen of laten, maar er toch eventueel de vruchten van willen plukken...
Ik denk hier vaak over na, in eerste instantie is het sowieso een benauwend gegeven dat je lichaam, waar je toch in de loop der jaren aan gehecht bent geraakt, uiteindelijk gedoemd is tot vergaan.
Maar veel erger vind ik de gedachte aan het volledig verdwijnen van de eigen identiteit, het eigen ik, het nergens meer zijn, verdwenen in het allesomvattende niets. Dit alles beklemt mij zeer.
Dus ja, dat kleine beetje hoop blijft toch wel bestaan...
Geplaatst in de categorie: moraal
(Hartenkreten)
Door een dichteres uit Peru (rond 16e eeuw)
Gedichten ingezonden door Hans Uding.
Onder de naam....NIFRIJA.