De storm
We praten en we lachen, maar zo plots als de lach verscheen verdwijnt hij weer.
De kleur verandert van blauw naar zwart met rode randen, bijna angstaanjagend.
Haastig probeer ik te zeggen wat ik voel, wat ik bedoel, wat ik eigenlijk wilde zeggen. Het baat niet.
Want zodra de storm opkomt, neemt hij niet meer af.
Ik probeer de storm te bedaren, te sussen, maar ze slaat zich van mij af. We praten, we schreeuwen, maar zo plots als de storm verscheen, verdwijnt zij weer, en doet de deur achter zich dicht. Ik blijf achter met scherven en stukken, en geen steen om op te staan.
Nou was het zó lang goed gegaan.
Geplaatst in de categorie: ouders