schade onbeperkt
Een gewone dag. Net als alle anderen. Ook vanavond zal ik terug zien op een dag net als voorgaande dagen, en alle, die nog komen gaan -ongetwijfeld -
Op de bewakingscamera zie ik twee gestaltes lopen in reflecterende pakken, groen-geel. Een man, een vrouw. Hij draagt een koffer, zij een - toch nog kolossale - tas.
Ze knielen neer bij de jonge, drugsverslaafde vrouw, die bij mij op zaal slaapt. Een vrouw, niet gezien door haar medemens, gebukt onder een last die ondraagbaar is. Niemand die haar draagt. de mensen die ze dichtbij laat komen, op een afstand. Ze is gevlucht naar het niets.
De naald werd in haar bleek gekleurde huid gestoken. Haar hoofd rustte op tafel, haar haren plakten aan haar voorhoofd vast, ze kwijlde op het tafelblad. Ik fluisterde tegen haar. Je hoeft het niet te vertellen, ik ben de taal nooit verleerd. Ze praat terug tegen me, ongehoord voor de anderen.
De man en de vrouw zijn druk met elkaar in gesprek, als ik het goed begrijp over een voorval gisteren(?). De vrouw en ik delen op dat moment de ziekelijke wetenschap dat we in een verloren wereld leven.
Als ze haar de ambulance inschuiven moet ik wat tranen wegslikken. Dat mijn medemens zichzelf zo moet slopen om te krijgen wat haar heelt, maakt vandaag, alledag.
Geplaatst in de categorie: geweld
ik vind het ook goed en mooi geschreven (al begrijp ik soms even iets niet precies genoeg).
het heeft me meegenomen.