Inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

Dat is een goeie hè?

In de wachtkamer is het niet druk. Kan ook bijna niet anders bij een dokter die een plakkaat aan de deur heeft hangen waarop staat dat 'per patiënt' maximaal twee klachten worden behandeld.
Geestig natuurlijk maar de meeste patiënten barsten van de klachten dus die zitten nu ergens anders.

Naast mij zit een jongen van een jaar of veertien in een Donald Duck te bladeren.
Hij tikt mij op mijn knie: ’kun jij zien wat ik heb?,’ vraagt hij.
‘Ja, de Donald Duck,’ antwoord ik.

Daar moet hij om lachen. ’Nee, ik bedoel mijn afwijking.’
Ik kijk hem aan. ’Ja, jij hebt het Downsyndroom.’
‘Goed geraden meneer. Mijn vriendin zegt dat het vroeger mongool werd genoemd.
Mijn vriendin heeft het ook, weet u. En haar buurjongens roepen altijd: stomme mongool.’
‘Dat is niet geestig van die jongens,’ zeg ik.
‘Nee. En weet u. Als je het Downsyndroom hebt, dan ben je gehandicapt. Ik zit op een school voor verstandelijk gehandicapten. Maar ik ben helemaal niet verstandelijk gehandicapt. Ik ben gewoon gehandicapt. Weet u waarom ik dat weet?‘
Vragend kijkt hij mij aan, turend door de inmiddels opgerolde Donald Duck die hij aan één kant voor zijn linker oog houdt.
‘Nee, dat weet ik niet.’
‘Omdat ik kan lezen!,’roept hij triomfantelijk. ‘Harry Potter ken ik. En deel twee van Harry Potter ook. Goed hè?’
‘Hartstikke goed!’
‘En ik kan ook schrijven. Net zo goed als de ‘gewone’ mensen.’
‘Daar twijfel ik niet aan,’ zeg ik.

Even valt er een stilte terwijl hij door de opgerolde Donald Duck naar mij tuurt.
‘Waarom bent u hier? Bent u ziek?’
‘Nee, ik heb wat last van mijn schouder. Waarschijnlijk gekneusd.’
‘O. Mijn oor moet uitgespoten worden. En ik mocht van mijn moeder alleen naar de dokter. Omdat ik hier tegenover woon. Kijkt u maar. Daar, waar die poes voor het raam zit.’
‘Mooie poes,' zeg. 'Goed van jou dat je alleen naar de dokter mag.’
‘Waarom? Ik ben toch veertien? Iedereen van veertien kan dat. Dus ik ook. Ook al ben ik niet ‘gewoon’.’
‘Nou, je bent anders aardig gewoon hoor.’
‘Echt waar. Vindt u dan niet dat ik verstandelijk gehandicapt ben?’
‘Nee hoor. Absoluut niet.’
‘O. Maar wel een beetje toch? Ik ben namelijk wel gehandicapt.’
‘Dat is misschien zo, maar weet je wat ik vind?’
‘Nou?’
‘Je bent misschien wel gehandicapt. Maar als je het mij vraagt ben je verstandig gehandicapt.’

Hij begint schaterend te lachen totdat de dokter hem naar binnen roept. Op de gang hoor ik hem roepen: ’Die meneer vindt mij verstandig gehandicapt! Dat is een goeie hè?’


Zie ook: http://www.pacopainter.nl

Schrijver: paco, 23 november 2007


Geplaatst in de categorie: ziekte

4.7 met 9 stemmen 610



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Judith
Datum:
12 januari 2008
Email:
nothingsexcludedhotmail.com
Hartverwarmend!
Naam:
Natasja
Datum:
26 november 2007
Email:
ratelaartjehotmail.com
Dit was echt een heerlijke dialoog om mijn morgen mee te beginnen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)